Belgische elektriciteit wordt een van de vuilste in Europa

België zal in 2030 de enige Europese lidstaat zijn die meer elektriciteit uit fossiele brandstoffen haalt dan nu. Het aandeel van de fossiele brandstoffen gaat in ons land met ruim 20 procentpunten naar omhoog. België zal daardoor één van de schadelijkste elektriciteitsparken hebben voor het klimaat. Dat blijkt uit een studie van de Britse klimaatdenktank Ember die onze redactie kon inkijken en in de krant De Tijd staat. Ember vergeleek de klimaatplannen van de 19 grootste EU-lidstaten. Alle landen verminderen het aandeel van steenkool en gas in hun stroomproduct. Alleen in België gaat het de verkeerde kant uit. 

Het zijn sombere cijfers die de Britse klimaatdenktank Ember destilleerde uit de vergelijking van de Nationale Energie- en Klimaatplannen 2021-2030 van de 19 grootste EU-landen (die samen goed zijn voor ruim 97 procent van de totale EU-stroomconsumptie). De lidstaten moesten die plannen voor 2020 indienen bij de EU om duidelijk te maken hoe ze de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 wilden bereiken.

Uit de vergelijking blijkt dat het met de klimaatvriendelijkheid van de Belgische elektriciteitsproductie helemaal de verkeerde kant uit gaat. De cijfers zijn opmerkelijk. Ember berekende dat we in 2018 37,84 procent van onze elektriciteit uit fossiele brandstoffen haalden.  Dat was niet zo slecht. België scoorde beter dan het Europese gemiddelde (41,53 procent) en zat bij de top 10 van de meest klimaatvriendelijke stroomproductieparken in Europa.

Van de kop naar de staart van het peloton

Maar in 2030 zal het plaatje er helemaal anders uitzien, zo concludeert Ember. België zal dan niet minder, maar méér elektriciteit uit fossiele brandstoffen halen (vooral uit aardgas) en dus ook meer CO2 uitstoten. 

Daarmee vaart ons land een totaal andere koers dan de overige lidstaten. Die doen er soms tientallen procentpunten af. Zo vermindert Nederland zijn aandeel tegen 2030 met ruim 50 procentpunten, Griekenland met bijna 35 punten, Ierland doet er 30 af, Spanje 25. 

België is slechts 1 van de 2 EU-landen waar de emissies van de energiesector dit decennium zullen stijgen

Charles Moore, projectleider Ember

België doet net het omgekeerde: 59 procent van onze stroom zal in 2030 aangeleverd worden via fossiele bronnen. Dat is 20 procentpunten meer. En dat heeft zo zijn gevolgen. Zo verliest België zijn plaats in de kop van het peloton en tuimelt het helemaal naar de staart. We zullen in 2030 op de voorlaatste plaats staan van de grotere landen in de Europese Unie. Alleen Polen zet nog meer in op fossiele brandstoffen. Daar blijven steenkool en aardgas bijna goed voor 66 procent van de Poolse stroommix. 

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er nog één land is dat het aandeel fossiel lichtjes ziet toenemen: Zweden. Dat haalde in 2018 2,24 procent van zijn elektriciteit uit fossiele brandstoffen. In 2030 zal dat 2,27 procent zijn.  Maar de Zweden zijn sowieso al de kampioenen van de groenestroomproductie in Europa: geen enkel land doet beter. Charles Moore, projectleider bij Ember stelt vast: "België is slechts één van de twee EU-landen waar de emissies van de energiesector dit decennium zullen stijgen."

Zweden en België hebben nog een ding gemeen. De oorzaak van de  achteruitgang is vermoedelijk dezelfde: het wegvallen van de kerncentrales.

Kernuitstap en te weinig hernieuwbare energie oorzaak van de achteruitgang

Ember wijst erop dat België het volgens zijn huidige klimaatplannen in 2030 zonder nucleaire energie zal doen.  Ook de Zweden zetten veel minder in op kernenergie. Net als de Duitsers, die over een paar jaar al hun kerncentrales zullen sluiten. Ook in Spanje en Frankrijk vermindert het aandeel kernenergie. 

Maar in België zullen die kerncentrales hoofdzakelijk worden vervangen door gascentrales. Die stoten omgerekend 40 keer meer CO2 uit dan een kerncentrale. Dat probleem is in België blijkbaar veel moeilijker onder controle te krijgen dan in de andere lidstaten.

(lees verder onder de foto)

Sluiting kerncentrales betekent meer CO₂-uitstoot
imago/Jochen Tack

De deskundigen van Ember wijzen erop dat België van de 19 landen pas op de 10e plaats komt met de verdere uitbouw van zijn wind- en zonneparken. De Duitsers, de Spanjaarden en de Fransen doen veel grotere inspanningen en slagen er zo in de afbouw van hun nucleaire park beter te compenseren. "Gasland" Nederland zet zo sterk in op wind en zon dat het in 2030 zelfs minder gascentrales zal moeten open houden.

De groei van de hernieuwbare energie in België is te beperkt om het gat van de weggevallen kerncentrales op te vullen, zo stippen de onderzoekers van Ember aan. 

En veel ruimte hebben we niet. Een voorbeeld is de windenergie op zee. Tegen 2030 zijn er weliswaar nieuwe windmolenparken voor onze westkust voorzien, maar daarna wordt het moeilijk. Het Belgische stuk van de Noordzee is namelijk al zo in beslag genomen door andere activiteiten en bestemmingen (visvangst, scheepvaartroutes, zandwinningsgebieden, natuurzones en allerlei nutskabels op de zeebodem) dat er amper nog windturbines kunnen worden geplaatst.

Het zal dus van de gewesten moeten komen: die tekenen voor het merendeel van de hernieuwbare energie in ons land. Windmolens op land, zonnepanelen: het is de bevoegdheid van Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Maar vooral Vlaanderen blijft daar achter, iets waar de federale regering weinig vat op heeft.

Energiebesparing ontoereikend

Daarnaast wijst Ember er ook op dat ons land een groot probleem heeft met zijn energie-efficiëntie. Minder stroom verbruiken is de beste manier om de extra CO₂-uitstoot van de gascentrales onder controle te houden. Stroom die je niet consumeert moet je ook niet maken. Zeker wanneer die stroom door klimaatonvriendelijke gascentrales wordt gemaakt, kan dat een flinke slok op de borrel schelen. 

Maar België slaagt er blijkbaar niet voldoende in om zijn stroomverbruik aan banden te leggen. Dat heeft onder meer te maken met de omslag in het energielandschap. Elektriciteit wordt almaar belangrijker als energiebron ten nadele van fossiele brandstoffen (bijvoorbeeld in het autoverkeer). Ook de economische groei doet de stroomconsumptie stijgen.

Ons stroomverbruik stijgt tegen 2030 met 10 procent, in Duitsland en Nederland daalt het met 1 procent

Zo wijst Ember erop dat de hele Europese Unie tegen 2030 5 procent meer stroom zal verbruiken tegenover 2018. De sterkste groei wordt verwacht in de Oost-Europese landen, zoals Bulgarije, Polen en Roemenië. Vooral omdat die landen er economisch een flink stuk op vooruit zullen gaan. 

Maar de experts van Ember zien ook grote stijgingen in Denemarken, Ierland en Portugal en in mindere mate in Oostenrijk en België. Bij ons zou de stroomconsumptie met 10 procent toenemen. Niet door een economische groei, maar "door een structurele verandering in de manier waarop elektriciteit wordt gebruikt" zo stipt de studie aan.

Opmerkelijk is dat andere landen er blijkbaar wél in slagen hun honger naar elektriciteit onder controle te houden. Volgens de cijfers van Ember zouden Nederland en Duitsland tegen 2030 1 procent minder elektriciteit verbruiken.  In Frankrijk stagneert het stroomverbruik. In Zweden en Italië gaat het amper 2 procent naar omhoog.  

Nog veel werk aan de winkel

We hebben dus nog behoorlijk wat werk voor de boeg om onze elektriciteitsproductie schoner te maken.  De experten van Ember wijzen erop dat Europa de klimaatdoelstellingen nog verder wil aanscherpen. Zo heeft het Europees parlement de ambitie uitgesproken om de CO₂-uitstoot tegen 2030 met maar liefst 60 procent te verminderen tegenover 1990.

Maar door de kernuitstap wordt onze elektriciteit alleen maar vuiler, zo  berekende Ember. In 2030 behoort de Belgische stroom tot de meest CO₂-vervuilende van de EU. Alleen Polen, Tsjechië, Bulgarije én Duitsland doen het nog slechter. Allemaal landen die ook in 2030 afhankelijk blijven van bruin- en steenkool.

De nieuwe federale minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) zal dan ook de handen vol hebben om dat tijdig recht te trekken. Van der Staeten blijft vasthouden aan de kernuitstap, wat de uitdaging alleen nog maar moeilijker maakt.

Terwijl zijn EU-buren het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen, ligt België op schema om een van de meest vervuilende elektriciteitsnetten te hebben tegen 2030

Charles Moore, projectleider Ember

De weggevallen stroom uit de kerncentrales kan niet opgevangen worden zonder extra gascentrales aan te zetten. Dat kunnen er nieuwe zijn of oudere bestaande, maar ze zullen ontegensprekelijk de CO₂-uitstoot van ons elektriciteitspark naar boven duwen.

En de speelruimte van Van der Straeten is dus ook letterlijk beperkt. De federale regering zelf kan alleen maar hernieuwbare energie leveren vanop zee. Enkel aan de westkust is er nog voldoende ruimte voor een toekomstig groot windmolenpark. Dat park is trouwens al in het bestaande energie- en klimaatplan verrekend. Veel zoden brengt het dan ook niet aan de dijk.

(lees verder onder de foto)

Belgische offshore windmolenparken: er komen er bij, maar niet genoeg

"Dit rapport houdt nog geen rekening met de ambities van deze regering, maar onderstreept wel hoe belangrijk die ambities zijn", reageerde Van der Straeten in "De ochtend" op Radio 1. 

Van der Straeten zal het huidige plan moeten aanpassen, zeker wanneer Europa nog zijn ambities verhoogt. Dat betekent een heronderhandeling met de gewesten. Zoals gezegd: Vlaanderen, Walllonië en Brussel leveren het leeuwenaandeel van de hernieuwbare energie en zijn ook bevoegd voor energiebesparing.

Maar Vlaanderen lag al bij het vorige plan dwars. Nieuwe investeringen in hernieuwbare energie of energiebesparing moeten vooral "haalbaar en betaalbaar" zijn, zo benadrukt de Vlaamse energieminister Zuhal Demir (N-VA). Vlaanderen verlaagde zelfs al zijn groeipad naar 2030 voor hernieuwbare energie. Het worden dan ook geen makkelijke onderhandelingen voor Van der Straeten.

Zolang de gewesten en de federale overheid de neuzen niet in één richting krijgen, stevent ons land af op een almaar meer vervuilend elektriciteitspark. Projectleider Charles Moore van Ember concludeert: "Terwijl de buurlanden het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen, ligt België op schema om één van de meest vervuilende elektriciteitsnetten te hebben tegen 2030, als het er niet in slaagt de investeringen in hernieuwbare energiebronnen te verhogen.”

Het volledige rapport van de Ember klimaatdenktank is hier terug te vinden.

Meest gelezen