DNA-specialist over moordzaak Knokke: "Zonder verdachte is DNA-match nooit sluitend"
Het parket bevestigt vandaag dat het een DNA-spoor heeft aangetroffen op het lichaam van de jonge vrouw die op 22 januari dood is aangetroffen onder een houten terras in Knokke. Wat betekent dat voor het onderzoek? Wij vroegen het aan Sabine De Moor. Zij is doctoraatsonderzoeker verbonden aan de UGent en werkt op DNA-databanken. Hoewel zij niet bij het moordonderzoek is betrokken, kan ze toch enkele hypothesen naar voren schuiven.
1. Hoe weet het parket zeker dat het DNA van haar moordenaar is?
"Bij een moordzaak voert het parket enerzijds een sporenonderzoek uit waarbij het zoveel mogelijk stalen en bewijzen verzamelt", zegt De Moor. "Daarnaast voert het een tactisch onderzoek. Zo gaat het na waar het slachtoffer is geweest, wat het heeft gedaan en wat maar haar of hem kan zijn gebeurd."
"Als het parket bijvoorbeeld blauwe plekken op het lichaam van het slachtoffer aantreft en ter hoogte van die plekken DNA aantreft, dan is de kans reëel dat het om DNA van de dader gaat. Het parket heeft veel ervaring met zulke zaken en weet dus waar op een lichaam te zoeken naar ongewone sporen."
2. Kan het niet om het DNA van haar vriend of van een kennis gaan?
"Waarschijnlijk heeft het parket over het hele lichaam van het slachtoffer naar alle mogelijke DNA-sporen gespeurd en die vergeleken met het DNA van haar vriend, haar familie en haar kennissen. Op die manier is het zeker dat het DNA-spoor dat nu is gevonden niet van hen is, maar van nog een andere persoon."
"Dit bewijs op zich niks", benadrukt De Moor. "Overal waar we komen, laten we DNA-sporen achter. Dat het DNA van die onbekende persoon op het lichaam van het slachtoffer is aangetroffen, betekent enkel dat de twee met elkaar in aanraking zijn gekomen. Het betekent niet per se dat zij of hij de moordenaar is."
3. Staat het vast dat het DNA-spoor van de "man met de blauwe jas" is?
Het parket is vrij zeker dat de befaamde "man met de blauwe jas" de moordenaar van de jonge vrouw is. Hij hing uren na de ontdekking van haar stoffelijk overschot nog rond op het strand en gedroeg zich erg vreemd. Wie hij is, is evenwel onbekend.
Gezien altijd een kans op contaminatie bestaat, knelt precies daar het schoentje volgens De Moor. "De enige manier om zeker te zijn dat het DNA-spoor afkomstig is van de "'man met de blauwe jas", is door die man op te sporen, zijn DNA af te nemen en dat met het spoor te vergelijken. Zolang die verdachte niet is gevonden, is een DNA-match nooit sluitend."