Parlementslid Theo Francken (N-VA) pleit voor nieuwe investeringen in het leger: "De toestand van Defensie is om van te huilen"

Na veel vijven en zessen, geflopte onderhandelingen tussen de Europese lidstaten en een stevige portie Duits getwijfel, zijn de Europese lidstaten overeengekomen zwaar militair geschut aan Oekraïne te leveren. Duitsland kondigde woensdag aan 14 Leopard 2-tanks te leveren aan Oekraïne en staat ook leveringen van Duitse tanks door bondgenoten toe. Ook de Verenigde Staten kondigden aan tanks te zullen leveren. Ons land doet eveneens een duit in het zakje. Tanks leveren we niet, want die hebben we gewoonweg niet meer in stock. Wat leveren we dan wel aan Oekraïne?

 "De regering is discreet geweest", zegt oppositielid Theo Francken (N-VA), die ook actief is als leider van de Belgische delegatie voor de Parlementaire Assemblee van de NAVO. "We leveren onder andere luchtafweergeschut, 50 mitrailleurs van wapenproducent FN, maar ook licht bepantserde wagens." Volgens Francken is dat ook absoluut nodig, "we leveren wapens om Oekraïne de kans te geven de oorlog te winnen, en daar sta ik volledig achter."

Voor Francken is het dan wel goed dat België zelf ook een nieuw steunpakket voor Oekraïne uitvaardigt, maar moet de Belgische defensiebegroting grondig herdacht worden. "Het einde van de Koude Oorlog heeft geleid tot verkeerde beslissingen over het defensiebudget. We hebben de middelen voor Defensie veel te drastisch afgebouwd", zegt Francken. Dat heeft volgens hem vooral te maken met het vredesdividend, militaire middelen die vrijkwamen na de val van de Berlijnse muur en de implosie van de Sovjet-Unie en die niet opnieuw in Defensie geïnvesteerd werden. 

"We hebben onze verzekeringspolis laten betalen door anderen, terwijl onze defensie op dit moment in een dramatische toestand verwikkeld is", aldus Francken. "De toestand van onze strategische stocks, van de kazernes en het materiaal van defensie, is om van te huilen. Gelukkig is er licht aan het einde van de tunnel." Daarmee doelt Francken op het feit dat de regering-De Croo de eerste is in lange tijd die opnieuw investeert in het Belgische leger. 

De regering-De Croo heeft tot doelstelling om tegen ten laatste 2035 2 procent van het bruto binnenlands product in Defensie te investeren. Voor de goede verstaander: dat is ruim elf jaar na de deadline, binnen de NAVO werd in 2014 al overeengekomen dat de lidstaten tegen 2024 2 procent van het budget moeten besteden aan Defensie.

"We moeten de Belgische defensie opnieuw weerbaar maken", zegt Francken over de toekomst van Defensie. Daarmee pleit hij voor nieuwe herinvesteringen in het leger en een aanpassing van het uitgezette "groeipad" van de federale regering richting 2035. "Deze regering investeert al. Maar het mag wel wat sneller gaan."

Jasper Pillen, parlementslid en defensiespecialist voor Open VLD, heeft daar wel oor naar. "We hebben dertig jaar lang te weinig geïnvesteerd in het leger. Dat was toen verdedigbaar, maar blijkt nu toch een vergissing geweest te zijn", verduidelijkt het liberale parlementslid. "We moeten met de volgende regering opnieuw investeren in Defensie en samenwerken met onze buurlanden."

Dat ligt vooral moeilijk voor de pacifistische regeringspartij Groen, die bij eerdere steunpakketten al water bij de wijn deed en instemde met de verhoging van het defensiebudget. "We hebben onze verantwoordelijkheid genomen", merkt Wouter De Vriendt (Groen) op. "Defensie is belangrijk, maar er zijn ook nog andere noden op het terrein. Ik vind het nogal voorbarig om de wapenleveringen op dit moment te koppelen aan het defensiebudget."