Mogelijk viel er bij jou ook al een brief in de bus om te gaan 'zitten' bij de verkiezingen.
Foto: Philip Reynaers, Photo News

Daar zijn de oproepingsbrieven om te "zitten" op 9 juni: wie beslist wie er een krijgt? En kan je eronderuit komen?

Dezer dagen valt bij tienduizenden Belgen een oproepingsbrief in de bus om op verkiezingsdag te gaan 'zitten' in een stem- of telbureau. Maar hoe wordt nu bepaald wie er wordt opgeroepen? Word je ervoor betaald? Wat als je niet komt opdagen? 5 vragen over de zogenoemde 'aanwijzingsbrieven' voor de verkiezingen.

1. Waarom worden mensen opgeroepen?

Op zondag 9 juni trekt België collectief naar de stembus voor de federale, regionale én Europese verkiezingen. Om de verkiezingen praktisch te regelen, worden rond deze tijd de eerste brieven verstuurd naar ruim 100.000 burgers om op die dag als voorzitter of bijzitter te gaan 'zitten' of 'tellen', zoals dat in de volksmond heet. 

Net zoals de stemming verplicht is, kunnen alle burgers opgeroepen worden om mee te komen helpen op verkiezingsdag: ‘s ochtends in een stembureau of daarna in een telbureau. In principe kan iedereen opgeroepen worden om voorzitter of bijzitter van die bureaus te zijn en om zo het verloop van de stembusgang in goede banen te leiden. 

Hoeveel van die aanwijzingsbrieven al verstuurd zijn, is niet geweten. Dat heeft een logische verklaring: de organisatie van de verkiezingen is in handen van de kantonhoofdbureaus in samenwerking met de gemeentes, zegt Koen Schuyten, woordvoerder van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

Beluister: In het Radio 1-programma De Wereld Vandaag legt Koen Schuyten uit waarop de oproepingen worden gebaseerd.

Hoeveel mensen dit jaar opgeroepen worden, daarover heeft Schuyten geen precieze cijfers. Om toch een idee te geven, geeft hij de cijfers van de vorige verkiezingen: toen waren er bijna 11.000 stembureaus en ruim 6.200 telbureaus. “Als je weet dat elk stem- of telbureau bestaat uit een voorzitter, een secretaris en 4 bijzitters, zit je aan ruim 100.000 medewerkers die gevonden moeten worden voor de verkiezingsdag.”

2. Hoe wordt beslist wie wordt opgeroepen?

Zoals we hierboven al schreven, zijn het de lokale kantonhoofdbureaus en de gemeentes die de stembusgang praktisch organiseren. Het zijn dan ook doorgaans de gemeentebesturen die de brieven versturen om mensen te laten weten dat ze worden opgeroepen om te komen ‘zitten’. 

De gemeente baseert die brieven op twee lijsten. Er is één lijst met mensen die in aanmerking komen om voorzitter te zijn van een tel- of stembureau of bijzitter in een telbureau. Daarnaast is er een lijst met daarop personen die in aanmerking komen om bijzitter te zijn van een stembureau. 

“Voor die eerste lijst bestaan bepaalde beroepscategorieën. Het gaat dan bijvoorbeeld om advocaten, notarissen, ambtenaren, gerechtsdeurwaarders”, legt Koen Schuyten uit. “Die lijst is trouwens nog verder uitgebreid met andere beroepen zoals makelaar of apotheker. Zij komen dus in aanmerking om voorzitter te worden van het stembureau of van een telbureau, of bijzitter van een telbureau.” Voor de andere lijst - die voor bijzitters in de stembureaus - komt iedereen in aanmerking, gaat Schuyten verder. 

Om aan genoeg mensen te komen, worden per bureau acht bijzitters opgeroepen: vier die effectief bijzitter zullen zijn en vier die plaatsvervangend zijn. “Dus op de dag van de verkiezingen moeten zich acht bijzitters aanmelden in het stembureau. Vier daarvan zullen effectief zitten, vier anderen mogen huiswaarts keren”, legt Schuyten uit.

En als er uiteindelijk toch niet genoeg mensen blijken te zijn, kunnen er op de dag zelf Chinese vrijwilligers worden aangeduid. In de praktijk zijn dat de eerste kiezers die zich 's ochtends melden in het stembureau.

3. Krijg je een vergoeding?

Wie opgeroepen wordt om te komen “zitten” en dat ook effectief doet, krijgt daarvoor een vergoeding: het zogenoemde presentiegeld.

De hoogte van dat bedrag is afhankelijk van een aantal zaken: je functie (voorzitter, secretaris of bijzitter), het soort bureau én in de stembureaus speelt het ook een rol of er elektronisch of op papier wordt gestemd.

4. Wat als je niet komt opdagen?

Wie opgeroepen werd om te komen ‘zitten’, maar op de verkiezingsdag zonder een geldige reden zijn kat stuurt naar het stem- of telbureau, riskeert een boete. Die kan oplopen van 400 tot 1.000 euro, merkt Koen Schuyten op. 

Hij herinnert eraan dat je echt wel een grondige reden moet hebben om niet te gaan zetelen als bijzitter. “Want als je die niet hebt, of je bent die dag afwezig, of je bent zelfs te laat aanwezig, dan zal dat dus wel degelijk in het verslag van de voorzitter van het stem- of telbureau vermeld worden.” 

Wat is dan een geldig excuus? “Het feit dat je bij vorige verkiezingen al bijzitter was, is geen geldig excuus”, zegt Schuyten. “Ook als je die dag bijvoorbeeld een familiefeest gepland hebt, is dat geen geldig excuus.

Een lijst van geldige excuses is er niet, maar je moet dus echt wel een goede reden hebben: als je bijvoorbeeld moet werken, medisch niet geschikt bent of moet studeren, moet je daarvoor een attest kunnen voorleggen.

5. Kan je je ook vrijwillig melden als medewerker?

Terwijl het voor velen aanvoelt als een verplichting, zijn er ook mensen die dolgraag vrijwillig willen meewerken aan de verkiezingen. Als je dat wil doen, kan je je als vrijwilliger opgeven, besluit Koen Schuyten. 

“Mensen die gemotiveerd zijn of die heel nieuwsgierig zijn naar het reilen en zeilen in een stem-of telbureau, kunnen zich zeker melden bij de gemeente als vrijwillige bijzitters. Dat is zeker mogelijk”, verzekert Schuyten. 

Verschillende gemeenten hebben daar trouwens al een oproep toe gedaan. Wie zich wil opgeven als vrijwilliger, kan zich daarvoor gewoon aanmelden bij het gemeentebestuur.

Meest gelezen