Turkse president Erdogan laat 10 ambassadeurs "persona non grata" verklaren
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan laat de ambassadeurs van tien landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten, "persona non grata" verklaren. De betrokken landen hadden opgeroepen tot de vrijlating van opposant Osman Kavala.
"Ik heb onze minister van Buitenlandse Zaken de opdracht gegeven deze tien ambassadeurs zo snel mogelijk tot persona non grata te verklaren", aldus Erdogan. Eerder had hij de ambassadeurs indirect al met uitwijzing bedreigd wegens "onbetamelijkheid".
Afgelopen maandag riepen Canada, Frankrijk, Finland, Denemarken, Duitsland, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zweden en de VS op tot "een rechtvaardige regeling van de zaak Osman Kavala. De Turkse overheid zegt dat die zakenman en mecenas het land wil destabiliseren. Volgens Ankara is hij betrokken bij de mislukte staatsgreep van 2016. De man zit al vier jaar in de gevangenis zonder dat hij is berecht.
Volgens mensenrechtenorganisaties is de zaak-Kavala een voorbeeld van de repressie van dissidenten onder het regime van president Erdogan. Eind 2019 beval het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de onmiddellijke vrijlating van Kavala. Tevergeefs: eerder deze maand besliste een rechtbank in Istanbul dat hij zeker tot 26 november in de cel moet blijven.
Recep Tayyip Erdogan geldt al sinds 2003 als dé sterke man van Turkije, eerst als premier en sinds 2014 als president. Aanvankelijk was hij erg populair als gangmaker van een ongekende economische groei in zijn land, maar gaandeweg is zijn populariteit gaan tanen door zijn autoritaire regeringsstijl.
In 2013 en 2014 liet hij de ordestrijdkrachten de protestbeweging tegen zijn bewind hard aanpakken. De mislukte staatsgreep van 2016 greep hij aan om af te rekenen met zijn politieke tegenstanders.