Wie herstelt het vertrouwen in de instellingen?

Het arrest in de zaak-Sanda Dia bleef reacties uitlokken dit weekend, in de studio van "De zevende dag", maar ook op straat. En de kwestie lijkt te zijn geworden: wie heeft er nog vertrouwen in instellingen als het gerecht, de Nationale Bank of de regering? 

analyse
Ivan De Vadder
Wetstraatwatcher voor VRT NWS. Maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

1. "Geen TikTokjustitie", vraagt de minister van Justitie

Ook de voorzitter van de Liga van de Mensenrechten, Kati Verstrepen, noemde gisteren in "De zevende dag" de straffen in de zaak Sanda Dia "licht", een term die zowel de voorzitter van Vooruit Conner Rousseau als de CD&V-minister van Media en Jeugd in de Vlaamse regering, Benjamin Dalle, herhaalden. Benjamin Dalle voegde er wel meteen aan toe dat hij de uitspraak respecteert, en Rousseau ondersteunde de oproep tot sereniteit van de familie van Sanda Dia. 

Zo dook het concept "lichte" of "milde straffen" in de zaak-Sanda Dia wel op dit weekend. Ook in de politiek. Tot ergernis van de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne. "Politici die zoiets zeggen, stellen zich in de plaats van de rechters." En dat is, volgens Van Quickenborne, een hellend vlak.

Vooral zeker de reactie van CD&V-voorzitter Sammy Mahdi, op TikTok, kan - volgens hem - niet door de beugel. Van Quickenborne noemde dat "TikTokjustitie, met de duim omhoog of omlaag", en dat vindt - volgens hem - eerder plaats in autoritaire regimes, zoals Rusland. Hij maakte zelf de vergelijking met Oekraïne. Het land moet op dit moment - om die reden - vechten tegen zo’n regime.

Er was dus weinig begrip voor het TikTokfilmpje van CD&V-voorzitter Sammy Mahdi. Twee van zijn partijgenoten kwamen dit weekend aan het woord, Benjamin Dalle in "De zevende dag", en de minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden, op "VTM nieuws", en beiden benadrukten hun geloof in de rechtstaat en hun vertrouwen in de rechterlijke macht.

De vraag of hun voorzitter dat dan niet deed, ontweken ze allebei erg handig. Maar geen van beiden verdedigde het filmpje, waarin volgens de magistraten van het College van Hoven en Rechtbanken "opruiende taal" wordt gebruikt, die "de rechtszekerheid en de rechtstaat begraaft".

Toch moeten politici niet zwijgen over de rechterlijke macht, maar ze moeten erover praten vanuit hun rol en functie, en dat is debatteren in het parlement, over bijvoorbeeld de strafmaat of de rol van werkstraffen in het strafrecht. Dat is de stelling van de magistraten.

Zo'n debat betekent ook, zo zeggen de magistraten nog, "er alles aan doen om het vertrouwen van de burger in de instellingen te herstellen door in verbinding te gaan, uitleg en duiding te geven en niet door te polariseren." 

Met dat principe ging elke politicus dit weekend volmondig akkoord, maar de vraag is of  daarmee "het gevoel dat er sprake was van klassenjustitie" - ik citeer Kati Verstrepen van de Liga van de Mensenrechten - bij elke burger weggenomen zal worden.

2. Verdient niet elke instelling het vertrouwen?

Want dat vertrouwen in de instellingen is belangrijk. Maar waarom stelt de vicepremier van Vooruit, Frank Vandenbroucke, een andere instelling, namelijk de Nationale Bank, in vraag? Die heeft in een advies een voorstel van Vooruit om de spaarrente te verhogen afgewezen.

De minister betwist de berekeningen van de Nationale Bank, en voegt eraan toe: "Als de Nationale Bank er zo naast zit voor één cijfer: wat betekent dat voor de rest van het advies?" Vooruit blijft dus vasthouden aan haar voorstel, ondanks het advies van een instelling, die blijkbaar niet meer het vertrouwen geniet van Vooruit. 

Maar wanneer politici het vertrouwen in één instelling opzeggen, kunnen wij die dan nog wel vertrouwen? En wat zegt dat over het vertrouwen in de andere instelingen? Of is er alleen vertrouwen in de instellingen die politici gelijk geven?

3. Wie herstelt het vertrouwen in de regeringen?

Kunnen we dan, als burgers, ook die andere instelling, de uitvoerende macht in de vorm van de regeringen, nog vertrouwen? De herkozen voorzitter van Vooruit, Conner Rousseau, zei gisteren in zijn speech: "Politiek is eigenlijk heel simpel. Als je vooruitgang wilt, moet je akkoorden sluiten met anderen en moet je deftig samenwerken."

Een simpele, maar terechte analyse. En ook premier De Croo zei dit weekend in een interview in Het Laatste Nieuws: "Als mensen zich afkeren van de politiek, dan is dat niet noodzakelijk wegens het beleid. Meestal hebben ze gewoon hun buik vol van het schouwspel."

Veel mensen zullen die analyse delen, alleen moeten de politici hun boodschap in de eerste plaats tot hun eigen collega's richten. Conner Rousseau formuleerde alvast de intentie er iets aan te doen: "We hebben eerst onszelf hervormd en nu zijn we klaar om het hele land te hervormen."

Dat is natuurlijk een belofte vanuit een politieke partij die blaakt van het zelfvertrouwen, maar of dat zelfvertrouwen voldoende is om het vertrouwen in de instellingen op te krikken, zal nog moeten blijken.

Meest gelezen