Ruim 4.000 Britse slachtoffers van schandaal met besmet bloed krijgen schadevergoeding
De Britse regering gaat mensen compenseren die ernstig ziek zijn geworden door een behandeling voor een bloedaandoening bij de nationale gezondheidsdienst NHS. Het gaat om gedupeerden van het zogenoemde schandaal van het besmette bloed, dat mogelijk geleid heeft tot 2.400 doden. In totaal zouden ruim 4.000 slachtoffers en nabestaanden in Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland een schadevergoeding van 100.000 pond (bijna 120.000 euro) krijgen.
De besmettingen gebeurden in de jaren 70 en 80. Patiënten liepen hiv en hepatitis C op doordat ze een besmet geneesmiddel kregen toegediend. Het ging om een geïmporteerd middel waarin het bloedplasma van duizenden donoren was verwerkt, van wie sommigen volgens critici tot risicogroepen behoorden, zoals drugsgebruikers en gedetineerden.
Tientallen jaren lang hebben activisten zich ingezet om een schadevergoeding af te dwingen. Toch kon het besluit om slachtoffers te compenseren met een geldbedrag rekenen op gemengde reacties: veel slachtoffers zijn al overleden en niet alle nabestaanden komen in aanmerking voor de schadevergoeding. Alleen overlevenden, weduwen en weduwnaren krijgen een compensatie.
Momenteel krijgen slachtoffers en families wel financiële steun, maar door de nieuwe vergoeding stemt de overheid ermee in om loonverlies, zorgkosten en andere verliezen te compenseren.
"Vandaag beginnen we er eindelijk mee om dat onrecht recht te zetten", twittert de Britse premier Boris Johnson. Hij zegt het ontstellend te vinden dat de families die door het schandaal zijn getroffen, zo lang hebben moeten strijden om gehoord te worden.