ROBIN UTRECHT

Wie zijn de grootste verliezers van de economische crisis veroorzaakt door het coronavirus?

Zou het nog wel eens kunnen meevallen met de economische crisis die het coronavirus op gang geschoten heeft? Misschien wel. Op dit moment is er in elk geval geen sprake van dat het huis instort: 7 op de 10 Belgen voelen de crisis niet in hun portefeuille. Maar er zijn ook veel verliezers, vooral wie het al moeilijk had vóór de crisis. Wie zijn die verliezers? Een poging om een profiel van de grootste economische slachtoffers op te maken.

Het regende de jongste maanden doemberichten over onze economie. De vaakst gehoorde boutade was misschien wel dat we de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog beleven. Maar zie, zoveel maanden later ziet de situatie er nog altijd ernstig maar daarom niet hopeloos uit. Een tijdje geleden kwam de nationale bank zelfs met een opmerkelijk cijfer: zeven op de tien gezinnen voelen de crisis niét in hun portefeuille.

Lees verder onder de grafiek.

Dat betekent natuurlijk ook dat drie op de tien de crisis wel voelen, en dat blijft een indrukwekkend cijfer. Naast de vele overlijdens zijn er ook nog eens drommen economische slachtoffers. De vraag is dan: wie? Zijn het de zelfstandigen, de bedrijven, de kansarmen? Het antwoord op die vraag is niet zo makkelijk, ook al omdat er nog niet voldoende fijnmazige cijfers zijn en de overheid voor een stukje blind vaart.

De eerste gedupeerden: de kleine zelfstandigen en bedrijven

Laat ons beginnen bij de meest voor de hand liggende slachtoffers: de bedrijven. Tijdens de eerste lockdown zakte de totale omzet van de bedrijven met gemiddeld 20 procent, dat blijkt uit de btw-aangiftes van die periode. En in sommige sectoren, dat is bekend – reisbureaus, horeca, luchtvaart of cultuur – kon het omzetverlies zelfs oplopen tot 55 of zelfs 85 procent van de omzet.

Twintig procent van de bedrijven zal op 31 januari in slechte papieren verkeren, terwijl ze voor de crisis nog perfect gezond waren

Twintig procent van de Belgische bedrijven, dat voorspelt onderzoeksbureau Graydon, zal eind januari van volgend jaar in slechte papieren zitten door de covidcrisis. Ondanks de maatregelen van de overheid. Laat dat absolute cijfer even doordringen: het gaat om 276.656 bedrijven, die – voor de duidelijkheid – nog perfect gezond waren in maart van dit jaar. Nog eens 25 procent – of 339.545 bedrijven - presteert matig. Ook die waren gezond voor de coronacrisis losbarstte.

Lees verder onder de grafiek.

Die toont - in procent - hoe bedrijven die voor de crisis perfect gezond waren, het nu doen.

Uit nieuwe cijfers van werkgeversorganisatie VOKA blijkt dat de grootste last op de schouders van de kleine bedrijven valt. Dat ligt in de lijn van de verwachtingen: horecazaken en kleinhandel kregen enorme klappen. Deze zomer gaf bijvoorbeeld 68 procent van de Belgen aan dat ze minder uitgeven in winkels, 20 procent zegt zelfs helemaal niets meer uit te geven.

Lees verder onder de grafiek.

Zo lees je de grafiek: in het uitklapmenu kun je kiezen tussen de grootte van de bedrijven, uitgedrukt in euro's omzet. De grafiek toont hoeveel minder inkomsten die genereren nu en in de toekomst.

Bij werkgeversorganisatie Unizo eenzelfde beeld.

Bij het opmaken van een profiel van de gedupeerden lijken vooral de kleine zelfstandige en ondernemer in aanmerking te komen. Ook al is het een uitgesteld bloeden: door de coronasteun is het gezinsinkomen van zelfstandigen op dit moment amper geraakt. De premies van de overheid maken ruim negentig procent van hun inkomstenverlies goed, dat blijkt uit een recente studie van het Planbureau.

De overheid heeft de situatie bevroren, maar de vraag is wat er gebeurt als de ijskap smelt

De overheid is er in geslaagd om de situatie te bevriezen, min of meer op het niveau van voor de crisis. Maar het is de vraag wat er gebeurt eens die ijskap aan het smelten gaat. Nu zakt het aantal faillissementen, maar hoeveel bedrijven gaan straks overkop in de horeca of kleinhandel, als de steun opdroogt? Dat is een vraag die voorlopig niemand met enige precisie kan beantwoorden.

Loontrekkenden: amper geraakt (tot nog toe)

En de werknemer, is die een gedupeerde? Voorlopig niet. De werkloosheid blijft ongeveer stabiel, van september naar oktober zakte ze zelfs van 5,2 naar 5,1 procent. Tegelijkertijd stijgt het aantal vacatures met 8,62 procent. Wat toch enigszins verrassend is.

Hier speelt hetzelfde fenomeen: de overheid stut de boel en dat zorgt ervoor dat de bedrijven hun mensen aan het werk kunnen houden. Met als resultaat dat ook werknemers de crisis niet of amper voelen in hun portefeuille. Wie geld verliest door tijdelijke werkloosheid, ziet dat grotendeels gecompenseerd door overheidspremies.

De coronacrisis slaat amper een deuk in de portefeuille van het gemiddelde huisgezin, dat gemiddeld 28 euro per maand verliest

Volgens het planbureau veroorzaakt de hele toestand amper een deuk in de portefeuille van het gemiddelde huisgezin, zelfstandig of loontrekkend, maakt niet uit. Over een heel jaar gerekend bedraagt het gemiddelde verlies 28 euro per maand, of 0,8 procent van het totale inkomen. Armere gezinnen verliezen wat minder - de onderste groep wint een paar euro per maand. Rijkere gezinnen verliezen weer wat meer: 1,6 procent of zo’n 115 euro per maand.

Maar weerom: als de overheidssteun opdroogt en er faillissementen komen, vertaalt zich dat onvermijdelijk in een stijgende werkloosheid. Want laat ons vooral niet vergeten: op dit ogenblik zijn meer dan 200.000 mensen tijdelijk werkloos.

Energieprijs zakte scherper dan in het buitenland

Een meevaller voor wie inkomensverlies heeft, is wel dat de prijs van een aantal producten zakte. Van voeding bijvoorbeeld of van energie. Zeker voor energie is de daling opmerkelijk, omdat ze een stuk scherper is dan in de buurlanden

Geldt dat ook voor jongeren?

De cijfers hierboven zijn uiteraard gemiddelden. Sommige groepen zijn een stuk harder geraakt. Neem nu bijvoorbeeld jongeren die hun studentenjob zien opdrogen. Een op de drie studentenjobs verdween simpelweg.

Veel jongeren hebben niet enkel grote mentale problemen met de lockdown, economisch lijkt het ook een regel tijdens deze crisis dat hoe jonger je bent, hoe meer je inkomen zakt. Dat blijkt uit gegevens van de “Grote Coronastudie” van de Universiteit Antwerpen, Universiteit Hasselt en de KU Leuven, die tweewekelijks grote groepen van de bevolking bevraagt.

Bij de 18 tot 35-jarigen geeft veertig procent aan dat ze inkomsten verloren hebben

Bij de groep tussen 18 en 35 gaf meer dan 40 procent tijdens de eerste lockdown aan dat hun inkomen gezakt is, terwijl dat voor de groep tussen 36 en 65 iets meer dan een derde was (wat niet zo ver af zit van het cijfer van de Nationale Bank, remember: 7 op de 10 voelen de crisis niet).

Vervolgens zakten die cijfers voor beide groepen tot ongeveer 15 procent. Maar sinds de start van de tweede lockdown stijgen ze weer voor beide groepen, zodat nu weer een kleine twintig procent van de jongeren aangeeft dat hun inkomsten gedaald zijn.

Lees verder onder de grafiek.

Het zal niemand echt verwonderen dat gemiddeld meer jongeren permanent of tijdelijk hun werk verloren tijdens de Covid-crisis. Bij de groep tussen 18 en 24 was dat een kwart, voor de groep tussen 25 en 34 was dat 16 procent en bij de 35 tot 49-jarigen 13 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van het Corona Onderzoeksconsortium voor Inkomensverdeling van Sociale Effecten Covivat. Dat is een samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Antwerpen en Leuven.

Lees verder onder de grafiek.

Het gaat om cijfers van het tweede kwartaal van dit jaar, zeg maar: de eerste lockdown. Studenten zijn er niet in opgenomen.

Ook immigranten van buiten de EU en kortgeschoolden zijn gedupeerd

Uit die grafiek blijkt ook nog dat twee andere groepen zwaarder dan gemiddeld getroffen zijn: de kortgeschoolden en mensen met een etnische achtergrond buiten de Europese Unie. Maar dat is een algemene regel: mensen in de zwakste positie gaan er het eerste uit in tijden van crisis. Dat is nu niet anders. Dat zal ook in de toekomst voor toenemende ongelijkheid zorgen.

Lees verder onder de grafieken.

Wat wel opmerkelijk is: kortgeschoolden raakten de voorbije maanden weliswaar sneller hun werk kwijt. Dat is enigszins logisch: hun werk is moeilijker van thuis uit te doen dan dat van langgeschoolden. Maar dat had ook het perverse effect dat kortgeschoolden die bleven werken, gemiddeld meer uren kloppen, en langgeschoolden minder.

En nu? Geen mens die het weet

Niemand weet ondertussen wat de toekomst gaat brengen. Zal het land door een golf aan faillissementen overspoeld worden, met alle werkloosheid en sociale strubbelingen die daarbij horen? Niemand weet het eigenlijk, en veel zal afhangen van de overheid. Blijft die nog lang steunen – en slaat ze daarbij een krater in de begroting – en hoe geleidelijk zal ze de steun laten opdrogen.

En tegelijkertijd hangt veel af van het economische herstel. Ook daarover heerst grote onzekerheid. De prognoses daarover zijn bijzonder uiteenlopend. Zo voorspelt KBC bijvoorbeeld dat de economie volgend jaar bijna niet zal groeien, terwijl de OESO een groei ziet die de vijf procent benadert. De Nationale Bank hield het maandag op een voorspelling van 3,9 procent. Kort samengevat: geen mens weet wat de toekomst brengt, nu nog minder dan anders.

Herbekijk ook de reportage in "Het Journaal" (15 december), en de explainer over de gevolgen van de crisis:

Videospeler inladen...
Videospeler inladen...

Meest gelezen