7 tot 13 augustus 1944: Duitsers worden in het nauw gedreven in Normandië
In deze reeks geven we een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog, deze week van 7 tot 13 augustus 1944.
De Duitse legers slagen er niet meer in stand te houden in Normandië. Ze raken zelfs ingesloten door de oprukkende geallieerde legers.
Op 7 augustus deden vier Duitse tankdivisies nog een poging om de bres van Avranches te heroveren. Het plan daartoe kwam van Hitler zelf. Hij sprak van een unieke kans om het Amerikaanse Derde Leger van Patton af te snijden van de andere geallieerde legers, wat volgens hem de krijgskansen zou kunnen doen keren.
Aanvankelijk wisten de Duitse tanks van de verrassing te profiteren. Maar niet voor lang. De Amerikanen boden bij Avranches hevige weerstand en Britse luchtaanvallen schakelden massaal de tanks uit. De aanval werd afgeblazen.
Hitler beval meteen daarop een nieuwe aanval op Avranches, maar de Duitse opperbevelhebber in het westen, veldmaarschalk von Kluge, heeft die moeten uitstellen, want intussen zijn de Duitsers ook aan het front bij Caen gaan wijken voor de toegenomen geallieerde druk.
De Brits-Canadese legers van generaal Montgomery zijn opgerukt tot vlak voor de stad Falaise, 40 km ten zuiden van Caen. De Duitsers moeten daar absoluut standhouden, willen zij een kansje behouden om de strijd in Normandië in hun voordeel te doen keren.
Maar intussen is ook het Eerste Amerikaanse Leger van generaal Hodges opgeschoven en heeft heel het westelijke deel van Normandië bevrijd. Een herovering van Avranches is een illusie geworden. Integendeel, de Amerikaanse troepen hebben een grote en snelle omsingelingsbeweging uitgevoerd waardoor ze de Duitsers vanuit het zuiden kunnen aanvallen.
Een Amerikaans legerkorps is opgerukt tot vlakbij Argentan, 30 km ten noorden van Alençon. Daardoor zitten de Duitse legers nu tussen twee vuren.
Duitsers houden stand in Bretoense havens
Amerikaanse tanks zijn in een recordtempo door Bretagne getrokken. Vrijwel het hele binnenland is bevrijd, nadat de Duitse troepen daar overal waren weggetrokken. Ook Quimper, de hoofstad van het westelijke departement Finistère, is ontruimd.
Anderzijds is het duidelijk dat de Duitsers niet meteen kunnen worden verdreven uit de zwaar versterkte havens.
Op 7 augustus zette het VIIde Legerkorps van generaal Middleton een frontale aanval in op de grote oorlogshaven Brest, in het uiterste westen van Bretagne. De aanval liep op een sisser uit.
Brest is door 75 forten en bunkers omringd. Ze zijn zeer goed voorzien van wapens en munitie en worden bemand door 35.000 man, waaronder eenheden van de Fallschirmjäger, elitetroepen die hun taaiheid hebben laten zien bij Monte Cassino.
In het zuiden van Bretagne lijken Lorient en Saint-Nazaire - belangrijke bases van Duitse onderzeeboten - oninneembaar, tenminste voor een leger dat vooral uit tanks bestaat. Beide steden zijn zwaar versterkt. Een bijkomend probleem is dat de Franse burgerbevolking – samen meer dan 100.000 mensen – het slachtoffer van een aanval zou worden.
In Saint-Malo hebben 13.000 Duitsers zich verschanst achter de metersdikke muren van de oude stad. De burgerbevolking is de stad uitgejaagd. Die wordt zwaar bestookt door de Amerikaanse artillerie.
Andere onderdelen van Pattons Derde Leger hebben zonder veel moeite een groot deel van het westen van Frankrijk bevrijd. Op 8 augustus bereiken ze Le Mans, op 10 augustus Angers en op 12 augustus Nantes.
Diezelfde dag is ook Alençon in het zuiden van Normandië bevrijd, na een zwaar luchtbombardement de dag ervoor. De bevrijding was het werk van Fransen: de Tweede Pantserdivisie onder generaal Leclerc. De divisie is nog maar op 1 augustus op Utah Beach ontscheept en maakt deel uit van het Derde Leger.
Kopstukken complot tegen Hitler opgehangen
In een eerste "proces" over de bomaanslag en de putsch tegen Hitler zijn de belangrijkste kopstukken van het complot ter dood veroordeeld en meteen terechtgesteld. Enkele leiders, onder wie kolonel von Stauffenberg, die de bom had geplaatst, waren de avond van de putsch al zonder proces doodgeschoten, hoewel Hitler hen levend wilde hebben.
Op 7 en 8 augustus verschenen acht beklaagden voor het Volksgerechtshof, een hoge rechtbank van het naziregime die gevallen van verraad beoordeelt. Bij die acht zijn de voormalige generaals Erwin von Witzleben, Erich Hoepner, Helmuth Stieff en Paul von Hase.
Alle aangeklaagde officieren waren enkele dagen eerder door een militair “erehof” oneervol uit het leger gezet. Daardoor werden ze onttrokken aan de militaire rechtspraak en mochten ze geen uniform dragen.
Het lot van de samenzweerders lag bij voorbaat vast. Het proces had vooral de bedoeling hen zo negatief mogelijk voor te stellen en te vernederen. De voorzitter van het Volksgerechtshof, Roland Freisler, heeft de specialiteit om beklaagden op de zitting uit te schelden.
De beklaagden droegen sjofele kleren, zonder das en zonder bretels of broekriem. Veldmaarschalk von Witzleben was zijn vals gebit ontnomen. Toen hij moest rechtstaan en met zijn handen zijn broek probeerde op te houden, riep Freisler hem: “Wat doet u daar aan uw broek, vieze oude man?”.
Wie zich waardig wist te verdedigen, was Peter Yorck von Wartenburg. Deze ambtenaar uit een oud Pruisisch adellijk geslacht en een vriend van kolonel von Stauffenberg legde kalm uit waarom hij het nationaalsocialisme verwerpelijk vond. Freisler moest hem de mond snoeren want het was niet de bedoeling dat de beklaagden lange toespraken zouden houden.
De advocaten speelden op het proces geen serieuze rol. Ze hadden geen contact met hun cliënten gehad. Als ze te veel zeiden, kon Freisler hen de mond snoeren.
Alle acht zijn ter dood veroordeeld. Nog geen twee uur na de uitspraak werden ze in de gevangenis met een smal snoer aan een vleeshaak opgehangen. De lange en pijnlijke doodsstrijd werd op film opgenomen.
Dit was nog maar het begin van de ongenadige repressie van de nazi’s.
Twee dagen later is al een andere groep beklaagden door het Volksgerechtshof ter dood veroordeeld en opgehangen. Onder hen Berthold von Stauffenberg, de broer van de kolonel, en ex-generaal Erich Fellgiebel. Die laatste had meteen na de aanslag van 20 juli alle verbindingen met Hitlers hoofdkwartier laten verbreken, wat een tijd tot verwarring had geleid.
De arrestaties van samenzweerders gaan intussen in sneltempo voort. Op 12 augustus is Carl Friedrich Goerdeler, de voornaamste burger in het complot, gearresteerd. Er was een prijs van een miljoen mark op zijn hoofd gezet. Hij was ondergedoken maar werd door een vrouw die hem kende verklikt.
Naschrift: volgens gegevens van de Gestapo zouden zowat 7.000 mensen zijn gearresteerd als gevolg van de mislukte aanslag. Zeker 200 kregen de doodstraf. Anderen verdwenen in concentratiekampen of werden zonder vorm van proces gedood, soms zelfs in de laatste weken van het naziregime.
Belgen landen in Normandië
In de Normandische kustplaatsen Arromanches en Courseulles-sur-Mer zijn Belgische troepen geland. Ze vormen de Belgische Groepering Bevrijding.
Deze 1st Belgian Group telt 2.200 man, Belgen maar ook 371 Luxemburgers, en staat onder bevel van kolonel Jean Piron. Hij zal worden ingedeeld bij de Zesde Britse luchtlandingsdivisie.
Het is een heterogeen gezelschap van Belgen. Sommigen zijn al in 1940 naar Engeland gevlucht of later clandestien overgekomen. Anderen komen uit Congo of uit het Franse Vreemdelingenlegioen. Er zijn ook emigranten bij die elders in de wereld leven (enkelen onder hen kennen Frans noch Nederlands). De dienstplicht geldt immers ook voor Belgische mannen die in andere landen wonen.
Qua verhouding is het aantal officieren in de groep bijzonder hoog.
Moorden in Tienen en de streek van Zottegem
De stad Tienen was in de nacht van 8 op 9 augustus het toneel van "zwarte" terreur.
Rond middernacht belden gewapende mannen aan bij de directeur van de Tiense Suikerraffinaderij, André Janssens. Hij werd voor de ogen van zijn jonge vrouw doodgeschoten. Twee rijkswachters die kwamen aangerend, werden weggestuurd.
Soortgelijke tonelen deden zich voor bij de bonthandelaar Guillaume en dr. Paul Moers. De dokter was ondergedoken, maar zijn vrouw werd meegenomen en vermoord.
Janssens stond bekend als franskiljon en "anglofiel". Hij en Guillaume leefden in onmin met de VNV-oorlogsburgemeester van Tienen, Marcel Engelen.
Op het kasteel van Leeuwergem in Elene, bij Zottegem, is in de nacht van 11 op 12 augustus baron Idès della Faille d’ Huyse met enkele vuurschoten afgemaakt. Hij was burgemeester van Elene.
De actie is een vergelding voor de moord door het verzet op een lid van de privémilitie rond de oorlogsburgemeester van Zottegem. Vlaamse SS’ers van het Veiligheidskorps zijn uit Antwerpen gekomen op vraag van hun Zottegemse geestesgenoten. Ze executeerden de baron in het kasteelpark.
Opnieuw terreur in Meensel-Kiezegem
In de Hagelandse gemeente Meensel-Kiezegem heeft voor de tweede keer in evenveel weken een razzia plaatsgevonden.
Het gaat opnieuw om een vergelding voor de moord op collaborateur Gaston Merckx. Bij zijn begrafenis, op 3 augustus, eiste zijn familie al openlijk wraak.
In de ochtend van 11 augustus werd het dorp door Vlaamse SS’ers en leden van de Fabriekswacht en de Feldgendarmerie omsingeld. Zowat de hele mannelijke bevolking moest passeren voor twee gearresteerde (en mishandelde) verzetslui om te worden herkend.
Uiteindelijk zijn 69 dorpelingen en één ondergedoken Canadese soldaat weggevoerd. Er werd ook een boerderij in brand gestoken. De bewoner kwam daarbij om.
Firenze volledig bevrijd
De geallieerde legers in Italië hebben de Duitsers uit Firenze verdreven. Om de wereldberoemde kunststad te sparen, weigerde de Duitse bevelhebber in Italië, veldmaarschalk Kesselring, in Firenze te vechten.
Wel liet hij de bruggen over de Arno vernielen, behalve de beroemde Ponte Vecchio (waarvan de toegangswegen vol landmijnen werden geplaatst). Voor de geallieerden betekende dit een extra oponthoud.
Of de snelle geallieerde opmars blijft voortduren is twijfelachtig. In de Apennijnen, waar de geallieerden nu voorstaan, heeft Kesselring intussen een nieuwe verdedigingslijn laten aanleggen. Ze wordt de "Gotenlinie" genoemd: een rij van honderden bunkers, geschutskoepels, tankgrachten en andere versterkingen.