Is er een nieuw IJzeren Gordijn in Europa?
Morgen trekken de kiezers in de meeste Europese landen naar de stembus, ook in de nieuwe EU-lidstaten in het oosten. Voor de Hongaarse premier Orbán zijn dit cruciale verkiezingen die de toekomst van Europa zullen bepalen. Viktor Orbán hoopt dat zijn eurokritische stem met een goede stemuitslag voor rechtse partijen in Brussel sterker zal klinken en dat hij de EU van binnenuit zal kunnen hervormen. De laatste jaren zetten nieuwe lidstaten zoals Hongarije zich geregeld af tegen Brussel, bijvoorbeeld als het gaat over migratie. Het lijkt soms of er een nieuw IJzeren Gordijn in Europa is ontstaan. Jan Balliauw ging naar Hongarije en kon er spreken met enkele vertrouwelingen van premier Orbán.
In een goedgevulde zaal in een buitenwijk van Boedapest luisteren tientallen aanwezigen aandachtig naar de uiteenzetting van Georg Spöttle die regeringspartij Fidesz adviseert over veiligheidskwesties. De man, met een Hongaarse vader en een Duitse moeder, is een voormalig Duitse politieofficier die ook nog gewerkt zou hebben als inlichtingenofficier. Op een badinerende wijze geeft hij het publiek een overzicht van terreurdaden en criminaliteit in West-Europa die te maken hebben met migranten, vooral moslimmigranten. De foto’s op zijn slides tonen vreemdelingen meestal in een context van criminaliteit, zoals het volgens Spöttle alomtegenwoordig drugsgebruik in Sahellanden in Afrika, van waar veel migranten afkomstig zijn.
De impliciete boodschap van de veiligheidsadviseur - migranten zijn een bedreiging - gaat er bij de aanwezigen in als zoete koek. In de zaal zitten vooral aanhangers van Fidesz, maar zij zijn niet de enigen in Hongarije die zo denken. Dat heeft veel te maken met de aparte geschiedenis van het land. Hongarije heeft geen grote migratiegolven gekend. Het land heeft nooit kolonies gehad.
Migranten in Hongarije zijn vooral Hongaren uit de buurlanden want in 1920 verloor Hongarije grote delen van zijn grondgebied in het Verdrag van Trianon. In 2015 trokken wel enkele honderdduizenden vluchtelingen en migranten via Hongarije naar West-Europa, maar bijna niemand van die massa bleef in het land. Het valt meteen op als je in Boedapest rondloopt. De stad biedt niet de mix van culturen die je in veel West-Europese hoofdsteden aantreft. Er zijn wel enkele honderdduizenden Roma in Hongarije maar die wonen er al eeuwen.
Afwijzing van het multiculturele model
"We willen geen multicultureel land worden", zegt staatssecretaris voor Europese Zaken Judit Varga. "‘Andere EU-lidstaten hebben dat model aanvaard, maar Hongarije en de landen van Centraal-Europa hebben nog een keuze in deze principiële kwestie." Judit Varga werkte 9 jaar in het Europees Parlement in Brussel, maar is vorig jaar naar Boedapest teruggekeerd om toe te treden tot de regering van Viktor Orbán. Ze is een rationele stem binnen die regering maar daarom niet minder uitgesproken. "De christelijke tradities en een duidelijk "neen" tegen migratie zijn voor ons de rode lijnen", zegt ze als ik haar spreek in haar kantoor in Boedapest. "De toekomst van Europa staat op het spel. De Hongaarse regering wil een Europees migratiestandpunt dat migratie stopt, en niet probeert te managen. Wij willen Europa voorbehouden aan de Europeanen."
Wij willen Europa voorbehouden aan de Europeanen
De regeringspartij Fidesz heeft actief campagne gevoerd voor deze Europese verkiezingen. Centraal staat het migratiethema. Judit Varga gaat dezelfde dag van het interview naar Szolnok, zo’n 100 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad. Ze verdedigt fel het beleid van de regering Orbán. Achter haar hangt de Fidesz-slogan van deze campagne: "Boodschap aan Brussel, stop de immigratie". Ze maakt de aanwezigen duidelijk dat er veel steun is voor Hongarije binnen de EU, maar dat je als politicus al veel moed moet tonen om dat te zeggen omdat de druk van de links-liberale elite, politici en media, volgens haar zo groot is.
Het is een verhaal dat je vaak hoort in regeringskringen in Hongarije. Er leeft het gevoel dat alles wat de regering doet, per definitie verkeerd is omdat het land door Brussel in de ban is geslagen vanwege zijn antimigratie opvattingen. Toen de regering een grenshek bouwde aan de grens met Servië, een buitengrens van de Schengenzone, kreeg die regering veel kritiek van Europese bewindslieden. Maar tegelijkertijd gaf de EU wel geld aan andere lidstaten met een Schengen-buitengrens om die ondoordringbaar te maken. Ik heb zelf nog gefilmd hoe de Slovaaks-Oekraïense grens met Europees geld werd versterkt, omdat er in Europa de vrees bestond voor een Oekraïense migratiegolf door de oorlog in het land na de Maidanomwenteling.
Alles draait rond migratie
Tegelijkertijd heeft de regering in Hongarije de angst voor migratie zonder de minste schroom gebruikt (misbruikt, zeggen veel kritische waarnemers) om de bevolking ervan te overtuigen dat ingrijpende maatregelen nodig zijn. Het aantal asielaanvragen vorig jaar lag amper op iets meer dan 600. Bijna niemand krijgt overigens asiel, want Hongarije beschouwt Servië als een veilig land. Als je over land vanuit Servië in Hongarije komt, verlies je dus automatisch je recht op asiel omdat je dat ook in Servië had kunnen aanvragen. De Raad van Europa heeft het land daarvoor nog op de vingers getikt met een streng rapport. Volgens de Raad ondergraaft Hongarije met zijn strenge aanpak van migratie de basisprincipes van het asielrecht, iets wat Boedapest overigens tegenspreekt.
Ondanks die lage asielcijfers blijft de regering hameren op de strijd tegen migratie. "Omdat de aantallen zo weer kunnen stijgen", zegt Judit Varga als ik haar die cijfers voorleg. Ze verwijst naar mogelijke crisissen in de toekomst, bijvoorbeeld door de klimaatopwarming, waardoor het aantal migranten zo weer kan gaan stijgen. De EU heeft verschillende initiatieven genomen om de migratiegolf te doen afnemen, zoals de (veel bekritiseerde) deals met Turkije en Libië, maar die kunnen haar ook niet milder stemmen. "Zolang het Europees Parlement blijft aandringen op spreiding van migranten over de lidstaten, geef je het signaal dat er nog plaats genoeg is in Europa en nodig je de hele wereld uit", zegt ze.
Orbán hoopt op een antimigratiecoalitie
Viktor Orbán hoopt met de Europese verkiezingen een antimigratiecoalitie in het Europees Parlement mogelijk te maken. Hij wordt met zijn vele jaren van dienst als premier en zijn kritische en vaak ook controversiële standpunten over de EU beschouwd als de informele leider van de eurokritische stemmen binnen de EU. Voor zijn migratiestandpunten kan hij alvast rekenen op steun van bijna alle andere lidstaten die na de val van het IJzeren Gordijn zijn toegetreden. Zij zijn net als Hongarije sterk gekant tegen een herverdeling van migranten over de EU.
Orbán zoekt ook contacten met andere politieke stromingen binnen de EU die hem welgevallig zijn. Hij ontmoette de voorbije weken twee keer de Italiaanse minister van Binnenlandse zaken Matteo Salvini van de radicaal-rechtse Lega. Tegelijkertijd blijft Fidesz, de partij van Orbán, vasthouden aan de band met de Europese Volkspartij. Die besliste in maart tot een schorsing vanwege de affichecampagne waarbij commissievoorzitter Jüncker, ook een EVP-lid, samen werd afgebeeld met de Amerikaans-Hongaarse miljardair George Soros (foto), de man die de regering in Hongarije op nog altijd niet echt duidelijke gronden heeft aangeduid als aartsvijand nummer 1.
Die affiches, die impliceerden dat Juncker een marionet is van Soros, waren voor veel West-Europese christendemocraten de druppel die de emmer deed overlopen. Maar het kwam niet tot een uitsluiting van Fidesz waardoor Orbán de sanctie - een schorsing - voor zijn eigen publiek kon uitleggen als een zelfopgelegde bezinningsperiode. Daarmee hield hij zijn opties open en blijft hij, zij het meer in theorie dan in de praktijk, deel uitmaken van de grootste politieke fractie in het Europees Parlement. Als hij nu een alliantie zou sluiten met de groep rond Salvini, zou hij zich buiten het machtscentrum plaatsen, en dat probeert Orbán voorlopig te vermijden. Het is hem er vooral om te doen om de EVP, door onder meer een goede verkiezingsuitslag van zijn eigen Fidesz, meer naar rechts te doen opschuiven. En als dat niet mogelijk zou zijn, of als de EVP Fidesz toch uitsluit na de verkiezingen, heeft hij een alternatief.
Aantasting rechtstaat
De problemen met Hongarije blijven natuurlijk niet beperkt tot de migratiekwestie. De EVP heeft er bijvoorbeeld alles aan gedaan om geen link te leggen tussen die kwestie en de schorsing van Fidesz. Hongarije ligt vooral in het vizier van Brussel vanwege beschuldiging dat de rechtstaat wordt aangetast. Die rechtstaat is het basisprincipe van de EU. Voor veel EU onderdanen lijkt het misschien een minder belangrijk abstract begrip omdat niemand zich het nog anders kan voorstellen. Maar voor vele mensen die buiten de EU leven, is de combinatie van een rechtstaat met de relatieve weelde waarin we leven een waar paradijs. Dat is ook een van de redenen waarom de migratiedruk op de EU-lidstaten zo groot is. Wij leven in een systeem waarin je als individu beschermd bent tegenover de overheid. Die kan niet naar eigen willekeur iets met je doen. De overheid is gebonden aan strikte regels die bepalen wat wel en niet kan. Als je in landen zoals China of Rusland in handen van de politie terechtkomt, besef je plots wel de betekenis van de rechtstaat.
De voorbije jaren zijn er meer en meer twijfels ontstaan over de garanties van die rechtstaat in Hongarije. Officieel is alles in orde, maar als je dieper gaat kijken zie je vaak dat de regering veel controleert door bijvoorbeeld op belangrijke posities Fidesz-getrouwen te plaatsen. Of door via de advertentiemarkt druk uit te oefenen op de media: bedrijven krijgen duidelijk te horen dat ze geen overheidsopdrachten meer zullen krijgen als ze adverteren in regeringskritische media.
Officieel is er persvrijheid in Hongarije en je kan als journalist zonder veel problemen de regering bekritiseren. Er zijn ook heel veel nieuwssites die daarvan hun handelsmerk hebben gemaakt. Maar in de praktijk zie je dat veel media die een grote invloed hebben, aan regeringsvriendelijke berichtgeving doen. Op de publieke Kossuth Radio mag bijvoorbeeld premier Orbán geregeld het regeringsbeleid komen uitleggen zonder dat daarbij kritische vragen worden gesteld. Onlangs werden zowat 400 private media ondergebracht in een holding waarin enkele Orbán- getrouwen veel te zeggen hebben. De conservatieve eigenaars van die media hebben hun aandelen vrijwillig afgestaan aan die holding. Premier Orbán bepaalde per decreet dat de holding niet onderzocht mocht worden onder de antimonopoliewetgeving.
Als ik dit voorleg aan Judit Varga zegt ze dat dit nodig was om de leefbaarheid van die prive-media te verzekeren En ze verwijst naar Duitsland waar je ook de Bertelsmann-mediagroep hebt waarover niemand zich zorgen maakt. Een zender die daarvan deeluitmaakt, RTL-klub, is volgens haar de best bekeken zender en helemaal niet regeringsvriendelijk.
Andere landen volgen Hongaarse voorbeeld
Hongarije is niet het enige land waarover Brussel zich zorgen maakt als het gaat over de rechtstaat. Het Hongaarse voorbeeld krijgt navolging. Polen volgt een gelijkaardige koers. Ook daar heeft de conservatieve PiS-regering er alles aan gedaan om de publieke omroep TVP meer onder controle te krijgen. Ook daar is, net als in Hongarije, de rechterlijke macht hervormd waardoor die volgens critici minder onafhankelijk zou worden. Niet voor niets zijn tegen zowel Polen als Hongarije zware artikel 7 sanctieprocedures opgestart die in principe kunnen leiden tot het intrekken van de stemrecht van het betrokken land.
In Tsjechië is premier Babiš eigenaar van het grootste mediaconcern en scheldt president Zeman (foto links) journalisten geregeld uit. Hij verscheen zelfs eens met een namaak Kalasjnikov-geweer op een persconferentie met zijn Russische collega Poetin. De voorbije weken zijn er geregeld demonstraties in Praag na de aanstelling van Marie Benesova als nieuwe minister van Justitie. Haar voorganger trad af nadat de politie een onderzoek tegen de premier suggereerde vanwege misbruik van EU-fondsen. De betogers vrezen dat de nieuwe minister van Justitie een duidelijke opdracht heeft gekregen: zorgen dat het onderzoek tegen Babiš wordt gestopt.
Roemenië heeft dan weer de bekende corruptiebestrijdster Laura Codruta Kovesi aan de kant geschoven. Zij kwam te dicht in de buurt van de sociaal-democratische regeringspartij en sterke man Liviu Dragnea. Europees president Tusk waarschuwde de Roemeense regering zelfs op de gala-avond begin dit jaar aan het begin van het Roemeense EU-voorzitterschap, in het Roemeens nog wel. Veel heeft het blijkbaar niet geholpen, want Boekarest deed er alles aan om te beletten dat Kovesi het Europees Openbaar Ministerie zou gaan leiden, een vreemde diplomatieke stap want normaal gezien doen landen er alles aan om hoge internationale posities in de wacht te slepen. Twee maanden geleden werd Kovesi zelfs onder gerechtelijk toezicht geplaatst. Ze mag Roemenië niet verlaten en niet met journalisten praten.
Ook Bulgarije is problematisch. Het land staat nog altijd onder supervisie van de Europese Commissie. Zowel als het gaat over garanties voor de rechtstaat als voor de persvrijheid staat het land in de onderste regionen van de Europese lijsten. Daarnaast heeft Sofia het spook van de corruptie nog lang niet onder controle gekregen. Alleen Slovakije lijkt een enigszins andere koers in te slaan. De moord op onderzoeksjournalist Jan Kuciak en zijn vriendin hebben geleid tot het ontslag van de sociaal-democratische premier Fico. Onlangs kozen de Slovaken de pro-Europese advocate Zuzana Čaputová tot president.
Een nieuw IJzeren Gordijn
Het lijkt er soms op dat 30 jaar na het doorknippen van het IJzeren Gordijn, dat overigens in gang werd gezet door Hongarije, er een nieuw IJzeren Gordijn is neergedaald over de Europese Unie waarbij de vroegere communistische lidstaten meer en meer een andere koers kiezen dan wat de stichtende landen van de EU voor ogen hadden toen ze met die Unie begonnen. Tot nu toe heeft Brussel daar nog geen afdoend antwoord op gevonden. De stichtende leden vinden dat de nieuwe lidstaten wel de lusten van het lidmaatschap willen plukken, maar niet willen weten van de verplichtingen die dat lidmaatschap met zich meebrengt. De nieuwe lidstaten vinden dat Brussel te weinig aandacht heeft voor hun specifieke geschiedenis en te veel het West-Europese model wil opdringen.
Om een uitweg te zoeken voor die tweedeling in Europa, is het nieuw verkozen Europese Parlement goed geplaatst. Als er voldoende luisterbereidheid is aan beide kanten, en als er een rationale dialoog ontstaat, kan dat Europees Parlement misschien wel een leidraad aanbieden aan de staatshoofden en regeringsleiders. De situatie is nog niet dermate verziekt dat een dialoog onmogelijk is geworden, maar lang mag het niet blijven duren of de toekomst van de EU zou wel eens in het gedrang kunnen komen.
En wij in West-Europa moeten beseffen dat de nieuwe lidstaten in het oosten, door hen toe te laten, ook een stem hebben gekregen en geen tweederangslidstaten zijn. Overigens, de Europese Unie is ondanks de eurokritische stemmen die vaak te horen zijn in de nieuwe lidstaten, nog altijd heel populair bij de bevolking daar en dat weten hun leiders ook. Niemand wil het voorbeeld van Londen volgen, zeker niet nu duidelijk is welke chaos de brexit veroorzaakt in het Verenigd Koninkrijk.