1 tot 7 juli 1915: Italiaans offensief tegen Oostenrijk mislukt
Na twee weken stopt het Italiaanse leger zijn offensief tegen de Oostenrijkers bij de Isonzo-rivier. Het offensief heeft niets opgeleverd en de verliezen zijn zwaar.
De stafchef van het Italiaanse leger, generaal Cadorna, heeft een einde gemaakt aan de Italiaanse aanvallen aan de Isonzo.
Twee weken lang probeerden zo’n 200.000 man Italiaanse troepen door te breken aan de benedenloop van de Isonzo, die van de Julische Alpen naar het uiterste noorden van de Adriatische Zee stroomt. Ze werden tegengehouden door een half zo grote Oostenrijks-Hongaarse troepenmacht.
De situatie lijkt op wat al veel eerder aan het Westelijk Front gebeurde. De aanvaller is in het nadeel. De Oostenrijkse forten-rij langs de rivier zorgt voor een ware slachting onder de Italiaanse troepen.
Daarbij komt dat de Isonzo in dit seizoen op veel plaatsen overstroomt, iets dat de Italianen hadden kunnen voorzien.De Italianen hebben wel meer noordelijk in de bergen een bruggenhoofd aan de Isonzo gevormd, maar hebben daar geen gebruik van gemaakt.
Het Italiaanse élan en de hoop om snel Gorizia en Triëst te veroveren hebben een flinke deuk gekregen.
Italiaanse pantserkruiser getorpedeerd
De Italiaanse pantserkruiser ‘Amalfi’ is in de buurt van Venetië gekelderd door een Oostenrijks-Hongaarse onderzeeër.
De ‘Amalfi’ was met zijn 8000 ton en 140 m lengte een van de grootste Italiaanse oorlogsschepen. Het was amper tien jaar oud, maar feitelijk al verouderd. Het schip was een paar keer gebruikt door de koning en koningin van Italië om een staatsbezoek af te leggen.
De ‘Amalfi’ was op terugweg van de Oostenrijkse marinebasis Pola naar Venetië, toen het werd aangevallen door de U-26 van de ‘Kaiserliche en Königliche Marine’.
Het schip zonk zeer snel. Toch zouden zowat 680 van de 750 opvarenden gered zijn, dankzij een snelle en koelbloedige reactie van de bemanning.
Het is een van de grootste oorlogsschepen die tot nu toe het slachtoffer werd van het nieuwe, verschrikkelijke duikbootwapen. Het toont in elk geval aan dat de Oostenrijkers ook op zee kunnen toeslaan.
Op 25 april had een andere Oostenrijke U-boot, de U-5 onder luitenant von Trapp, de nog iets zwaardere Franse pantserkruiser ’Léon Gambetta’ tot zinken gebracht.
Britten reorganiseren hun munitieproductie
Het Britse parlement heeft een wet goedgekeurd die de munitieproductie drastisch moet verhogen. De wet is een gevolg van de ‘granatencrisis’ van de vorige maanden.
Er was felle kritiek op het tekort aan munitie voor de artillerie aan het front. Het werd duidelijk dat de geallieerden de oorlog niet kunnen winnen als de industrie niet volledig ten dienste van de oorlog wordt gesteld.
De wet geeft forse bevoegdheden aan het nieuwe Ministerie van Munitie. Deze nieuwe dienst, onder leiding van de dynamische minister David Lloyd George, neemt veel taken van het Ministerie van Oorlog over, dat weinig efficiënt bleek te zijn als het om de organisatie van de wapenproductie ging.
Alle bedrijven die aan de strijdkrachten leveren, komen onder een speciaal regime. Het ministerie regelt de lonen en arbeidsvoorwaarden. Arbeiders die zonder toestemming hun baan in het bedrijf opgeven, kunnen worden gestraft. De bedrijven moeten ook meer vrouwen in dienst nemen.