Videospeler inladen...

3 Brusselse helden krijgen monument voor onwaarschijnlijke verzetsdaad tijdens WOII: "Heel terecht, maar veel te laat"

Drie Brusselse verzetshelden krijgen ruim 78 jaar nadat ze 17 Joden hielpen te ontsnappen uit een trein naar Auschwitz een monument. Dat heeft het Brusselse Parlement gisteren beslist. Het drietal had tijdens de Tweede Wereldoorlog het jeugdige lef om tussen Boortmeerbeek en Haacht een deportatietrein te doen stoppen en 17 gevangenen te bevrijden. “Het is heel terecht dat ze een monument krijgen, maar het is veel te laat”, zegt historicus Mark De Geest, die een boek wijdde aan “Het XXste transport naar Auschwitz”.

Voor het verhaal van de drie Brusselse verzetshelden moeten we terug naar 19 april 1943. Op die bewuste dag vertrekt het zogenoemde XXste treintransport met 1.636 Joden vanuit de Mechelse kazerne Dossin, de voormalige legerkazerne die door de Duitse bezetter gebruikt werd als doorgangskamp om Joden te deporteren naar het concentratiekamp in Auschwitz.

Robert Maistreau, toen 22 jaar, Youra Livchitz (25) en Jean Franklemon (eveneens 25) hadden weet van het transport en hadden in de vooravond aan het Meiserplein in Brussel afgesproken om met de fiets richting Boortmeerbeek te trekken, vertelt Mark De Geest. “Daar hebben ze zich in de struiken verdekt opgesteld en gewacht tot de trein eraan kwam”.

Beluister hier het verhaal van Mark De Geest in "De wereld vandaag" op Radio 1:

“Fliehen sie”

De drie zijn erin geslaagd de bewuste trein te doen stoppen. “Dat hebben ze eigenlijk heel eenvoudig gedaan,” legt Mark De Geest uit, “door een petroleumlamp op de sporen te zetten, met een beetje rood papier errond.” Verder waren ze alleen gewapend met een pistool van een klein kaliber.

Youra, die verdoken zat op de plek waar de locomotief tot stilstand kwam, is in een vuurgevecht geraakt met de Schutzpolizei, die de trein bewaakte. Jean stond ter hoogte van de achterkant van de trein waar ook nazibewakers zaten en Robert stond in het midden. “Dat was eigenlijk de veiligste plaats”, vertelt Mark De Geest

“Robert is op dat moment naar de eerste de beste wagon in zijn buurt gelopen, is erin geslaagd met een tang de deur van de goederenwagon - want het was het eerste transport dat met goederenwagons gebeurde - te openen en is aan de mensen in de wagon beginnen te zeggen dat ze eruit moesten springen. Hij had daarvoor een Duits zinnetje geleerd: “Fliehen sie, fliehen sie!” “Vlucht!”

17 Joden ontsnapt

Eerst durfden de gevangenen niet uit de wagon te springen, uit angst dat de Duitsers represailles zouden nemen. Want ze hadden gezegd: “Als er iemand ontsnapt, gaat de hele wagon eraan.” 

Uiteindelijk zijn er toch 17 mensen uit de wagon gesprongen. Zij zijn door de drie jongemannen in de struiken in veiligheid gebracht en hebben daar allemaal een briefje van 50 frank gekregen, waarmee ze de volgende dag weer naar Brussel konden gaan.   

Van de 17 mensen die konden ontsnappen, zijn er 7 opnieuw opgepakt en alsnog gedeporteerd naar Auschwitz, weet Mark De Geest. Maar “10 mensen hebben de oorlog overleefd, dankzij de drie jongemannen.”

Waarom?

Waar haalden deze drie jonge mannen de moed vandaan voor deze uiterst gevaarlijke missie? Het originele plan kwam van een Joodse verzetsstrijder, vertelt Mark De Geest. “Hij had geprobeerd het officiële verzet, het Onafhankelijkheidsfront, te overreden om die trein te overvallen.” 

“Maar ze hebben het afgewimpeld, omdat het te gevaarlijk was, omdat ze er de mankracht niet voor hadden en omdat het zou gebeuren in een streek waar al vele Belgische jongemannen ondergedoken zaten om aan verplichte arbeidsdienst te ontsnappen. Men vreesde dat de Duitsers na de overval de streek zouden uitkammen.”

Ze waren er alledrie van overtuigd dat ze zich moesten verzetten tegen wat er toen in België aan het gebeuren was.

Historicus Mark De Geest

Mark De Geest vertelt dat het drietal dan het heft in eigen handen heeft genomen, “deels uit jeugdige overmoed, maar ook uit overtuiging”. “Ze waren er alledrie van overtuigd dat ze zich moesten verzetten tegen wat er toen in België aan het gebeuren was.” 

Ze hadden ook hun persoonlijke beweegredenen: Youra was van Joodse afkomst, Robert had een Joodse halfbroer en had al te kennen gegeven dat hij actief wilde worden in het Verzet en Jean was een overtuigde communist die in Spanje al bij de Internationale Brigades had gevochten.

Wat is er met de drie gebeurd?

De drie jongemannen hebben de bevrijdingsactie overleefd, maar achteraf zijn ze alledrie opgepakt. Youra werd door de nazi’s ter dood veroordeeld en is geëxecuteerd op de nationale schietbaan, waar nu het VRT-gebouw staat.  

Robert heeft nog een poosje bij het Verzet gezeten en heeft nog deelgenomen aan een grote actie in Henegouwen. Hij is opgepakt en in een Duits concentratiekamp beland. Hij heeft dat overleefd, is daarna naar Congo vertrokken en heeft daar een plantage opgestart. Op latere leeftijd is hij terug naar België gekomen en in 2008 is hij overleden. 

En Jean, als overtuigd communist, is ook in een concentratiekamp terechtgekomen. Ook hij heeft het overleefd en is verhuisd naar de DDR waar hij muzikant is geworden in een filharmonisch orkest. Hij is overleden in 1977.

Mark De Geest heeft het volledige verhaal van deze unieke verzetsdaad beschreven in het boek “Het XXste transport naar Auschwitz”, uitgegeven bij uitgeverij Horizon.

Het boek is ook beschikbaar als luisterboek op Spotify:

Meest gelezen