Copyright © 2017, Martin Schroeder, licensed via EyeEm Mobile GmbH

Meer details over compensatie voor eigenaars zonnepanelen: op deze website kan je berekenen waar je recht op hebt

Minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) heeft een rekenmodule gelanceerd voor de compensatieregeling voor eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter. Voor een gemiddelde installatie zien we bedragen tussen de 1.300 en 1.700 euro. 

Het Grondwettelijk Hof vernietigde vorige week de Vlaamse regeling rond de (virtueel) terugdraaiende digitale elektriciteitsmeter. De overtollige stroom die eigenaars van zonnepanelen produceren, wordt zo niet meer automatisch afgetrokken van hun elektriciteitsfactuur. Ongeveer 101.000 Vlaamse gezinnen met zonnepanelen hebben nu al zo'n digitale meter. 

Omdat dat lijnrecht inging tegen een belofte van de vorige Vlaamse regering stemde de huidige regering (die bestaat uit dezelfde partijen: N-VA, Open VLD en CD&V, red.) in met een eenmalige premie voor zonnepaneleneigenaars die al een digitale meter hebben én voor zij die nog zo'n meter zullen krijgen.

Nu is er al duidelijkheid voor die eerste groep: de mensen met een digitale meter en zonnepanelen. Om uit te rekenen waar je recht op hebt, heeft Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) een rekenmodule gelanceerd, via www.tellercompensatie.be. Die website was een tijdlang moeilijk te bereiken, vermoedelijk doordat te veel mensen tegelijk de rekenmodule wilden uitproberen.

Bekijk hier het verslag van "Het Journaal" en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Hoe zal die premie precies worden berekend?

Wel, de berekening vertrekt van een gemiddelde installatie met:

  •  een piekvermogen van 4 kWp
  • een omvormersvermogen van van 3,6 kVA
  • een productie per jaar van 3600 kWh
  • een zelfverbruik van 35%

De financiële compensatie wordt vervolgens berekend in functie van het geïnstalleerd piekvermogen (in kWp) van uw zonnepanelen, volgens een vaste vergoeding (euro per kWp).

De berekening zal onder meer rekening houden met:

  • de investeringskost per jaar van indienstname
  • het jaar van ingebruikname van de installatie
  • het piekvermogen van de installatie (kWp)
  • de historische elektriciteitsprijzen
  • de overheidssteun die u al gekregen heeft (waaronder groenestroomcertificaten, federale belastingaftrek)
  • het voordeel dat u al haalde uit de terugdraaiende teller sinds het jaar dat u uw installatie in gebruik nam
  • de inkomsten uit de terugleveringsvergoeding
  • het wegvallen van het prosumententarief

Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

Klinkt als Chinees? Het kabinet Demir geeft 2 voorbeelden om de berekening te illustreren:

1. Een doorsnee gezin met een wasmachine, oven en kookplaat heeft 4 kWp aan zonnepanelen op zijn dak liggen met een zelfverbruik van 35 procent. Dat wordt dus beschouwd als een "gemiddelde installatie".

  • Als het gezin in 2020 zonnepanelen heeft geplaatst dan krijgen zij een financiële compensatie van 1.308 euro (327 €/kWp x 4 kWp) wanneer de compensatie in 2021 wordt aangevraagd en de zonnepaneleneigenaar al beschikt over een digitale meter. 
  • Als het gezin in 2016 zonnepanelen heeft geplaatst dan bedraagt de eenmalige financiële compensatie 1.744 euro (436 €/kWp x 4 kWp). Dat komt omdat de investering voor een gezin in een 4kWp-installatie in 2016 aanzienlijk hoger was dan in 2020.

2. Een gezin met veel elektrische toestellen, een warmtepomp voor hun elektrische verwarming en een elektrische wagen, heeft doorgaans meer zonnepanelen liggen, bijvoorbeeld 10 kWp

  • Als het gezin in 2020 zonnepanelen heeft geplaatst dan krijgt het een financiële compensatie van 3.270 euro (327 €/kWp x 10 kWp) wanneer de compensatie in 2021 wordt aangevraagd en de zonnepaneleneigenaar al beschikt over een digitale meter. 
  • Als het gezin in 2018 zonnepanelen heeft geplaatst dan bedraagt de eenmalige financiële compensatie 3.480 euro (348 €/kWp x 10 kWp).
  • Als het gezin in 2016 zonnepanelen heeft geplaatst, krijgt het de hoogst voorziene financiële compensatie: 4.360 euro (436 €/kWp x 10 kWp). In 2016 waren de subsidies voor de zonnepanelen verdwenen én het was de eerste keer dat het prosumententarief een jaar lang volledig werd doorverrekend (dat tarief werd midden 2015 ingevoerd). De panelen waren toen ook nog wat duurder dan nu. Dat maakt dat 2016 achteraf bekeken het financieel minst interessante jaar was om zonnepanelen te installeren. Daardoor is de tegemoetkoming voor dat jaar dus het grootst.

Wie wel, wie niet?

Nogmaals: deze regeling geldt dus voorlopig enkel voor gezinnen die al een digitale meter hebben. Voor wie wel zonnepanelen heeft, maar nog geen digitale meter - dat zijn zowat 470.000 mensen - heeft de Vlaamse regering de uitrol van die digitale meter even uitgesteld tot eind april "totdat de financiële compensatieregeling in de regelgeving is opgenomen en er voor alle zonnepaneleneigenaars voldoende duidelijkheid is", aldus Demir. Voor die groep komt er later nog meer info over de compensatieregeling.

En ook belangrijk: wie tussen begin 2007 en eind 2012 zonnepanelen installeerde (met of zonder een digitale meter) zal geen financiële compensatie krijgen. Dat komt omdat zij al een rendement van minstens 5 procent behaalden (onder meer met dank aan de groenestroomcertificaten). 

Mensen die in 2006 al zonnepanelen hadden, krijgen wel nog iets, zo'n 560 euro. Omdat zonnepanelen toen nog peperduur waren, haalden ze - ondanks alle ondersteuning - geen rendement van 5% op 15 jaar tijd. Dat tekort wordt dus bijgepast.

Voor particulieren wordt de financiële compensatie niet belast omdat die als een uitzonderlijke inkomst beschouwd wordt. Voor zelfstandigen, bedrijven en vennootschappen heeft Demir aan federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) gevraagd het nodige te doen zodat die uitzonderlijke inkomsten ook niet belast worden.

Meest gelezen