foto: Melinda Hunt/The Hart Island Project (2010)

Hart Island: het duisterste geheim van New York

We sterven alleen. Maar sommigen onder ons sterven nog méér alleen dan alle anderen. Als je in New York doodgaat zonder familie, zonder vrienden of papieren, of je nabestaanden hebben geen centen om je begrafenis te betalen, dan eindig je totaal alleen en anoniem voor de eeuwigheid. Je eindigt op een onbekend, luguber eiland aan de oevers van The Bronx in New York, ver weg van de bewoonde wereld. Dit is geen plek waar toeristen komen, of zelfs mogen komen. Het staat nergens vermeld in de stadsgidsen van New York. Onze correspondent Björn Soenens kon er wel exclusief naartoe.

analyse
Björn Soenens
Björn Soenens is Amerikacorrespondent voor VRT NWS. Hij woont in Brooklyn, New York City.

Sinds het einde van de negentiende eeuw begraaft New York zijn arme en anonieme doden op Hart Island. Het is een morzel grond van 50 hectare – zo'n 80 voetbalvelden groot – tussen The Bronx en Long Island. Het is de finale rustplaats voor wel één miljoen zielen: slachtoffers van de gele koorts, aidsdoden uit de jaren 80 van de vorige eeuw, drugverslaafden uit de jaren 60, zwervers, illegalen, armen en doodgeboren baby's.

Het is letterlijk een soort onderwereld, een godverlaten plek die alleen met een onregelmatig varende ferry bereikbaar is. Al die verzamelde lichamen in de grond, er komen er altijd maar nieuwe bij. Verdriet dat zich al anderhalve eeuw opstapelt. 

Dickensiaanse taferelen

De doden op het eiland worden begraven door ongevaarlijke gedetineerden van Rikers Island. 50 dollarcent per uur krijgen ze betaald en ze graven verschillende grote putten voor zo’n 1.500 lijken per jaar. De dennenhouten kisten worden in massagraven gedumpt.

Eén grafkruis voor 150 lijken: rijen van twee kisten breed, telkens drie kisten op mekaar gestapeld, zo’n drie tot vier meter diep in de grond. Vier keer per week komen de gevangenen de verse lijken uit verschillende mortuaria ter aarde bestellen. Het lijkt een grimmig tafereel uit een Victoriaanse roman van Charles Dickens.

Tot voor kort mocht amper iemand het eiland bezoeken. New York schermt het gebied af en heeft het beheer ervan in handen gegeven van het gevangeniswezen. Het is een Potter’s Field, een armenbegraafplaats.

Op de zijkant van elke kist staat een nummer en de naam (als die al bekend is).  Soms zijn er enkel lichaamsdelen. Doodgeboren of te vroeg geboren baby’s worden begraven in een put met duizend kistjes. Soms duurt het meer dan een jaar voor die put helemaal tot de rand is gevuld en kan worden afgedekt. Een massagraf.

Gevangenen aan het werk op Hart Island (foto: Melinda Hunt/The Hart Island Project-2010)

Tot vijf jaar geleden mocht je als bezoeker met een kennis op de begraafplaats niet verder komen dan de gazebo, een soort tuinhuisje dat zich vrij ver buiten het zicht van de graven bevindt. Na een rechtsgeding van de ACLU, een burgerrechtenorganisatie, kunnen nabestaanden nu die frustratie naast zich neerleggen.

Ze kunnen voortaan het massagraf bezoeken, begeleid door iemand van DOC (Department of Correction), het gevangeniswezen. De stad gaat mogelijk in de nabije toekomst de begraafplaats overdragen naar de Parkdienst van New York. Dat zal van Hart Island een publiek toegankelijke plek maken voor iedereen. Het voorstel daarover loopt al ruim zeven jaar. De administratieve molen van de grootstad maalt erg traag.

Allemaal ruïnes uit een verdampte tijd
Björn Soenens, VS-correspondent

Het is een vreemd gevoel om zomaar rond te kuieren op Hart Island. De meesten van ons slagen er vrij makkelijk in om zwervers en armen te negeren als ze nog leven. Als ze dood zijn, is dat nog makkelijker. Nee, New York gaat niet zo respectvol om met mensen die het niet hebben gemaakt in deze stad waar je verzuipt als je het niet maakt. Zonder succes en triomf eindig je in de hoofdstad van de wereld onherroepelijk op Hart Island.

Bones Beach

De lichamen worden niet gecremeerd zoals in vele andere Amerikaanse steden. Je weet nooit dat ze lichamelijke resten moeten opgraven voor één of ander gerechtelijk onderzoek. Soms laat een godsdienst het verassen van een lijk ook niet toe.

Hart Island heeft een lange geschiedenis. Er was ooit een gevangenis gevestigd, een ziekenhuis voor tbc-lijders, een gekkenhuis, een armentehuis, en een ontwenningscentrum voor drugverslaafden. Ik zag er tijdens mijn bezoek zelfs verlaten raketsilo's uit de Koude Oorlog. Allemaal ruïnes uit een verdampte tijd.

Soms spoelen er schedels aan op de oever, of stukken sleutelbeen, of dijbeenderen. Door weer, wind en erosie vermolmen de goedkope houten kisten in de zompige grond van de massagraven en spoelen ze het eiland af, om vervolgens weer aan te spoelen. Een beetje luguber noemen ze het strand van Hart Island wel een keer Bones Beach. 

Hart Island is een piepklein eiland dicht bij The Bronx in New York

Hart Island is geen ordelijk kerkhof, met mooi geplaveide paadjes, sierlijke zerken of getrimde gazonnetjes. Slechts hier en daar zie je een paar bleekgekleurde, melancholische scheve kruisen in het moerassige gras. Ik zie een verlaten gebouwtje waarop staat: PRISON – KEEP OFF. "Dit is het eiland van de vergeten doden", zegt Daria D’Andrea.

Daria is bijna 53 jaar oud en heeft pas na haar 50e kunnen achterhalen wie haar vader was. Daria's papa heeft Daria nooit gekend. Daria heeft haar papa nooit gekend. Hij kreeg een affaire met haar moeder in 1965. Het duurde maar enkele maanden tot de relatie afbrak. De man heeft nooit geweten dat Daria bestond. 

Dit is het eiland van de vergeten doden
Daria D'Andrea, wier onbekende vader op Hart Island begraven ligt

Twintig jaar eerder kreeg Robert Johnson ook al een kind dat hij nooit leerde kennen. Die baby werd doodgeboren. Toen zijn sombere vrouw ontdekte dat hij ook een affaire had, pleegde ze zelfmoord. Roberts leven werd almaar tragischer.

Zijn gezondheid ging snel achteruit en hij stierf vrij vroeg, op zijn 59e. Hij was helemaal alleen toen hij overleed. In een kamertje in een tbc-kliniek op Roosevelt Island tussen Manhattan en Queens. Het jaar was 1978: hij was dood, en blut, en zonder familie of vrienden.

Hij werd vervolgens als een pauper afgevoerd naar een massagraf op Hart Island, 41 jaar geleden. Ik loop aan de zijde van Daria als ze na een lange zoektocht eindelijk de plek vindt waar haar verloren gewaande vader in de grond ligt. Hij blijkt afkomstig uit Scandinavië (Noorwegen of Zweden, ze weet het niet precies). Eerst heette hij Robert Johnston, daarna Johnson. Zijn geboortejaar was 1919.

Daria voelt diepe schaamte over hoe ze ter wereld kwam, hoe haar leven begon en welke gebeurtenissen dat allemaal in gang zette. Eén van haar verschillende stiefvaders noemde haar als kind een disease (ziekte), omdat ze als enige van het gezin blond haar had (wellicht haar Scandinavische wortels waar ze toen nog geen weet van had).  Ze had jaren nodig om over die vernederingen heen te komen.

Daria D'Andrea vond na 50 jaar zoeken haar vader op Hart Island

Amazing Grace

Dan Brooker, een beambte van het gevangeniswezen, wijst de exacte begraafplaats van Robert Johnson aan. "Vanaf die grote steen: 37 stappen. Dan vier stappen naar links zetten, zes stappen vooruit." Gevangenisbewaarder Brooker: “Waar mijn voet staat, is zijn graf." We staan op een mals maar verzakt stuk weide. De zon schijnt, de ganzen gakken, de eerste krekels tsjirpen. Een zwerm zeemeeuwen krijst. Een speedboot raast langs de oever.

Daria voelt zich bevrijd en opgelucht. Eindelijk. Eindelijk heeft ze een fysieke link met haar verleden. Haar man, Nick, graaft met een klein schepje een putje, op exact de juiste plek. Er gaat een steentje in dat bedrukt is met de letters Amazing Grace.

Daria vouwt zorgvuldig een foto van haar eigen blonde dochter en begraaft de beeltenis op de plek waar haar onbekende vader eeuwig rust. Wie was hij? Wat dacht hij? Hoe klonk zijn stem? Waar droomde hij over? Daria zal het nooit kunnen achterhalen. Haar onbekende vader is graf nummer 38. Robert Johnson. Once I was lost, now I am found, klinkt het in de hymne Amazing Grace. Zo is het.

Het veerpont naar Hart Island

Slechts een Polaroid

Op Hart Island moet je goed rondkijken, luisteren en de herinneringen opslaan. Foto's mag je niet maken. Opnames mag je niet doen. Als leek mag je hier niet komen, tenzij je meekomt als kennis of als vriend van een familie nabestaanden. Net daardoor kon ik mee met Daria.

Alle smartphones moesten voor we het veerpontje opgingen, een bruine zak in. Identiteiten worden gecontroleerd. De gevangenisbewaker maakt één foto per bezoeker. Hij gebruikt een ouderwets Polaroidfototoestel. Een foto die het sacrale moment voor Daria vastlegt. De bewaker drukt af. Daria omhelst bijna haar foto.

Op dit Dickensiaanse eiland heerst een gespannen rust. Er waait een soort innerlijke vrede voor wie eindelijk een oude vergeten geliefde terugvindt. Hier heerst geen kilte, maar stil, eindelijk ontgonnen verdriet. Een enorm knekelveld. Een soort vergeten killing field. Vredevol en treurig tegelijk.

Op Hart Island liggen één miljoen verhalen
Melinda Hunt, Hart Island Project

Op Hart Island liggen één miljoen verhalen. Het land van de vergeten mensen. "Een kerkhofsysteem dat wordt beheerd door het gevangeniswezen, dat hoort niet", zegt Melinda Hunt, die al dertig jaar vecht voor de toegankelijkheid van het eiland. Melinda Hunt is kunstenares en heeft haar hele leven rond Hart Island gebouwd.

Het begon met een fotografieproject en een boek in de jaren 90 van de vorige eeuw. Het liet haar nooit meer los. Met een interactieve website die ze samen met Nederlanders heeft gemaakt, kunnen mensen terugvinden waar hun eventuele nabestaande mogelijk in de grond is gestopt. www.hartisland.net. Zelf noemt Melinda haar werk het Hart Island Project

Melinda Hunt, initiatiefneemster  van het Hart Island Project

Ze wijst. "Daar", zegt ze, "zie je die twee vrouwen?". "Allebei dochters die eindelijk hun moeder hebben teruggevonden die in 1988 bezweek aan aids, tijdens de grote epidemie." In die tijd durfden begrafenisondernemers geen aidsdoden begraven op een regulier kerkhof. Er heerste toen nog panische angst voor besmetting.

Er hing een immense schaamte en een blind stigma rond aids. Daarom werden veel aidsdoden - ook al waren ze bemiddeld -  gedumpt op Hart Island. De twee dochters huilen. Jarenlang verdriet barst los, als van een jarenlang dichtgemetselde bron van tranen.

Eiland van stille ontroering

Even verderop zie ik een ingetogen jong latinokoppel met een baby'tje. Ze hebben twee bloemenruikers bij zich. Ze leggen de kleurige rozen neer in het gras, waar hun in 2017 doodgeboren (andere) baby in een massagraf ligt. Het is een ontroerend tafereel.

Even later pikken we andere mensen op in een ander stuk van Hart Island. Iedereen stapt het gevangenisbusje op. We rijden naar de veerpont en varen stilletjes terug naar de overkant, naar de bewoonde wereld van The Bronx.

Daria vindt het een geschikt moment om openhartig te vertellen over haar leven, haar onbekende vader, en haar moeder. Ze zegt: "Ons huis was lelijk, mijn moeder had kinderen van drie verschillende mannen. Ik was het enige blonde meisje in huis, mijn moeder was vaak ziek."

"Ik begreep het allemaal niet zo goed. Er heerste wanorde en lelijkheid in huis. Ik droomde als kind steeds vaker van schoonheid en mooie huizen." Geen wonder wellicht dat Daria actief werd in de wereld van design en interieurdecoratie. Jarenlang dacht ze: It sucks to be me. Niet meer.

Onze reporter Björn Soenens mocht exclusief mee met Melinda, Daria en haar man Nick op Hart Island
We should be kind while there is still time
Philip Larkin, dichter (1922-1985)

Bij het verlaten van Hart Island moet ik denken aan die prachtige versregels van Philip Larkin in The Mower (1979). Het gedicht gaat over de dood. Philip Larkin was zijn gras aan het maaien toen hij per ongeluk over een egeltje heenreed met zijn maaimachine. Het diertje zat verborgen in het hoge gras. Larkin treurt over het dode dier. Hij voelt schaamte en droefenis. Het brengt Larkin alsnog tot een troostende gedachte, in onvergetelijke verzen neergeschreven, voor de eeuwigheid:

The first day after a death, the new absence is always the same. We should be careful of each other. We should be kind while there is still time.

Bekijk hieronder de reportage uit Het Journaal:

Videospeler inladen...

Meest gelezen