Veiligheidsraad veroordeelt geweld in Syrië

De Veiligheidsraad veroordeelt de "overtredingen van de mensenrechten en het gebruik van geweld tegen burgers door de Syrische overheid".

Aan de veroordeling gingen drie dagen van onderhandelingen vooraf. Het compromis was een verklaring, die minder bindend is dan een resolutie. Onder meer China en Rusland waren tegen de veroordeling gekant, maar lieten zich overtuigen omdat het geweld in Syrië steeds erger wordt.

Libanon, eveneens lid van de Veiligheidsraad, heeft zich wel onmiddellijk gedistantieerd van de verklaring. Die helpt volgens het land niet om de crisis in Syrië op te lossen.

In Syrië zelf is het leger met tanks doorgedrongen tot het centrum van de belegerde stad Hama. Het leger heeft vorige week de stad compleet omsingeld en zo goed als van de buitenwereld afgesneden. Ook vandaag werd de stad van 800.000 inwoners bestookt met artillerievuur.

Nadien rukten een honderdtal tanks op die doordrongen tot op het centrale Orontes Plein. Daar hebben de afgelopen maanden herhaaldelijk protesten tegen het regime van president Bashar Assad plaatsgevonden.

Volgens een inwoner, die door het persbureau Reuters per satelliettelefoon kon worden bereikt, gebruikt het regime de internationale aandacht voor het proces van de voormalige Egyptische president Moebarak om korte metten te maken met het protest in Hama.

Vluchtelingen uit de stad zeggen dat de situatie er momenteel erger is dan in de jaren 80, toen de vader van de huidige president een opstand neersloeg en een waar bloedbad aanrichtte.

Het leger heeft ook 200 tanks en ander militaire voertuigen naar de oostelijke stad Deir al-Zour gestuurd en in andere steden zijn er drie doden gevallen, wat volgens mensenrechtenorganisaties het totaal aantal slachtoffers sinds het weekend op meer dan 140 brengt.