Een op de drie kinesisten zal vanaf vrijdag zelf prijzen bepalen uit onvrede met nieuwe loontarieven

Ongeveer een derde van de kinesitherapeuten zal vanaf 1 juli de tarieven die werden afgesproken met de mutualiteiten, de zogenaamde geconventioneerde tarieven, niet meer volgen. Dat zijn er dubbel zoveel als vorig jaar. Ze vinden die tarieven te laag en zullen vrij hun prijzen bepalen. Slecht nieuws voor de patiënten van die kinesitherapeuten: niet alleen gaan de prijzen waarschijnlijk omhoog, ze krijgen ook 25 procent minder terugbetaald door de mutualiteiten.

De kinesisten hadden tot vrijdag tijd om aan het RIZIV, het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeit, te laten weten of ze de officiële tarieven, de conventie dus, zouden volgen of niet. Uit cijfers van het RIZIV blijkt nu dat 30 procent van de kinesisten gekozen heeft om zich niet te laten conventioneren, ze vinden de vastgelegde tarieven te laag en zullen vanaf juli zelf hun tarieven bepalen. 

"De honoraria van de kinesisten zijn al jaren ondermaats en zijn niet hoog genoeg om de gemaakte kosten te dekken", verklaart Peter Bruynooghe van Axxon, de beroepsvereniging van de kinesisten, het ongenoegen van de kinesisten. 

"Ook de verplaatsingsvergoeding van 1,13 euro om een patiënt thuis te behandelen is ruim ondermaats, dat is zelfs niet voldoende om een liter brandstof te kopen. Daarom hebben veel kinesisten besloten om uit de conventie te stappen", voegt hij eraan toe. 

Hogere tarieven, minder terugbetaling

Voor de patiënten van die zogenoemde niet-geconventioneerde kinesisten is dat natuurlijk slecht nieuws. Niet alleen kunnen die kinesisten vanaf vrijdag hun prijzen verhogen, hun patiënten krijgen ook 25 procent minder terugbetaald door de mutualiteiten. 

Dat legt volgens Bruynooghe een ander probleem bloot: "Bij niet-geconventioneerde artsen en tandartsen krijgen patiënten evenveel terugbetaald als bij hun geconventioneerde collega's, maar bij andere paramedische beroepen is dat niet het geval. De overheid doet niks om die discriminatie op te heffen." Volgens Bruynooghe is er al sinds 2019 wetgeving die eist dat zulke discriminaties worden aangepakt, maar de overheid heeft dat volgens hem nog niet in de praktijk omgezet.   

Bruynooghe ziet de toekomst overigens somber in. "Op dit moment kiest zo'n dertig procent van de kinesitherapeuten ervoor om zich niet te laten conventioneren, maar als er niet dringend meer middelen naar de sector komen, zal dat aandeel nog stijgen."

Ook logopedisten niet te spreken over vastgelegde tarieven

Bij de logopedisten in ons land woedt een gelijkaardige discussie. Op 10 juni heeft de ministerraad het licht op groen gezet voor de nieuwe sectorovereenkomst met de logopedisten voor 2022 en 2023.  Ook in die conventie was geen sprake van een tariefverhoging, terwijl de sector daar wel uitdrukkelijk om gevraagd had.

Individuele logopedisten kregen dertig dagen de tijd om aan het RIZIV te laten weten of ze zich al dan niet laten conventioneren en dus de vastgelegde tarieven zullen hanteren. Uit een enquête van de beroepsvereniging van logopedisten blijkt dat ook daar ongeveer een derde van plan is om zich niet te laten conventioneren en zelf hogere tarieven op te leggen. 

Meest gelezen