Niet op 5 april, wel op 18 oktober: welke fysieke en mentale gevolgen heeft late Ronde van Vlaanderen voor renners?

Het is een raar wielerjaar geweest: wielrenners moesten hun vormpiek plotseling heel lang uitstellen, en het seizoen duurt nu tot heel laat. De Ronde van Vlaanderen wordt diep in oktober gereden: ongezien, maar welke gevolgen heeft dat precies? Wie kan er voordeel uit halen, wie net niet? "Veel hangt af van het mentale, niet zozeer van het fysieke." En is er een verschil voor profatleten en amateursporters? Vijf vragen en bedenkingen voor de Ronde van Vlaanderen. 

De voorbije winter bouwden de (meeste) wielrenners hun trainingen op om in het voorjaar top te zijn. De Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne glipten eind februari, begin maart nog door de mazen van het coronanet, net als bijvoorbeeld Parijs-Nice, maar de Vlaamse wielerweek - en het hele klassieke voorjaar, inclusief Ronde van Vlaanderen - werd geschrapt en uitgesteld.

Het was een nooit geziene situatie waar renners, begeleiders, sportartsen en hun hele entourage in terecht kwamen: plotseling moest alles omgegooid worden, en wat misschien nog erger was: lange tijd was (en is) er veel onzekerheid geweest dit seizoen. "Makkelijk was dat zeker niet", vertelt ons sportcoach Paul Van Den Bosch van Energylab, de man achter o.a. Sven en Thibau Nys. 

Het was moeilijk, vooral mentaal

1. Wat was het grootste probleem voor de renners?

Als we rekenen dat er pas eind juli, begin augustus opnieuw kon worden gekoerst, dan hebben de wielrenners het ongeveer negen maanden zonder competitie moeten doen, de enkele vroege wedstrijden niet meegerekend. "Moeilijk, vooral mentaal. Je moet gaan trainen in het ijle. Normaal kennen de renners perfect hun programma: voorbereidingswedstrijden, rustperiodes enz. Nu was het continu 'ad hoc'-aanpassen," zegt Van Den Bosch. Wie daar in het kopke goed mee kon omgaan, was dus in het voordeel. 

Maar het gaat niet enkel om de renner zelf: ook voor de teams was het improviseren, en het ene team is daar blijkbaar beter in geslaagd dan het andere. "Sommige ploegen zijn er zeer goed uitgekomen zoals het Jumbo-Visma (van Wout van Aert en Primos Roglic, red.), andere teams stonden er niet op die manier, zoals Ineos (van ex-Tourwinnaars Chris Froome en Geraint Thomas, dat redelijk door het ijs zakte wat de Tour betreft, red.)". 

Renners moesten gaan trainen in het ijle

2. Wie behoudt de focus het best?

In dit coronajaar met heel rare kronkels, onzekerheden en onverwachte wendingen (zo werd Parijs-Roubaix alsnog afgelast, net als de Gold Race) zijn diegenen met een sterk karakter in het voordeel, zegt ook Ruben De Gendt, inspanningsfysioloog aan het Universitair Ziekenhuis in Gent, en een van de sportartsen bij wielerploeg Circus-Wanty-Gobert.  

"Dat is stresserend, en dan zijn de renners die mentaal sterk staan in het voordeel. De sterke persoonlijkheden komen naar boven. Want deze situatie vereist mentale vaardigheden om het op een hoog niveau te kunnen blijven volhouden." Met andere woorden: sommige renners laten het misschien wat lopen bij toenemende onzekerheid, terwijl anderen de focus weten te behouden.

Wout van Aert lijkt daar geweldig goed in te slagen: hij stond er vanaf het begin van de nieuwe kalender, met o.a. overwinningen in Milaan-Sanremo en Strade Bianchi, een Belgische titel in het tijdrijden en twee Tourritten, en is ook nu nog altijd top.

En van Aert heeft nog honger. Dat hij mentaal nog niets van zijn focus verloren heeft, bewijst ook zijn grote ontgoocheling na Gent-Wevelgem afgelopen weekend, waar hij misschien wel de sterkste man in koers was, maar waar hij de tol betaalde van topfavoriet te zijn - niemand gaf hem vrijheid en iedereen reed op zijn wiel.

Over focus gesproken: Mathieu van der Poel is er zeker ook klaar voor, op alle vlakken: vrijdag noemde hij de Ronde nog "zijn belangrijkste afspraak van het seizoen" op de weg, na het wegvallen van Parijs-Roubaix. "Mijn laatste kans om een grote vis te pakken", klonk het klaar en duidelijk. 

De sterke persoonlijkheden komen naar boven

(lees door onder de foto)

3. Vormde dit rare seizoen fysiek een probleem?

Puur fysiek ziet De Gendt geen groot probleem. De renners kunnen hun piek relatief makkelijk verleggen. "Ik zie veel renners die goed in vorm zijn. Op fysiek vlak zie ik geen grote problemen. Ik denk dat vooral het mentale aspect van belang is: je moet je focus verleggen", benadrukt hij. Lees: je moet over de ontgoocheling heen stappen, en snel de motivatie vinden om weer verder te gaan, ook al is er misschien blijvende onzekerheid over een nieuwe datum of kalender.

Ook Paul Van Den Bosch denkt dat puur het verleggen van een vormpiek wel moet lukken. Klassieke renners mikken sowieso al wel vaak op verschillende periodes tijdens één seizoen. Toch heeft de supercompacte kalender, met alles op 2,5 à 3 maanden, wellicht toch gevolgen, zegt hij: "Je hebt twee soorten renners: zij die zich goed kunnen voorbereiden via training, en zij die veel wedstrijden nodig hebben." Die tweede categorie was dit jaar duidelijk in het nadeel.  

Op fysiek vlak zie ik geen grote problemen

4. Zouden jongeren in het voordeel zijn?

Zou het kunnen dat de jongere renners met al deze onverwachte wendingen in het voordeel zijn? Hun lichaam is nog niet vastgeroest in bepaalde gewoontes en periodes, door jaren na elkaar dezelfde kalender te rijden. 

Paul Van Den Bosch gelooft er niet per se in. Ja, er kwamen dit jaar wel heel wat jongeren aan de oppervlakte (Pogacar, Hirschi, van Aert, van der Poel...) maar die wissel van de wacht was er anders ook wel geweest, zegt hij.

"Ik weet niet of de leeftijd veel uitmaakt. Oké, oudere renners zullen zichzelf meer gebaat voelen bij een normaal programma en wedstrijden. En jongere renners zullen wel meer soepelheid hebben om met die wisselende dingen om te gaan, maar ik weet niet of dit echt speelt. Kijk naar Roglic (de binnenkort 31-jarige Sloveen won bijna de Tour, red.) en Nibali (de binnenkort 36-jarige ex-Tourwinnaar) die nu toch goed meedoet in de Giro." 

Ruben De Gendt: "Een oudere renner heeft ook het voordeel van de ervaring. Hij weet hoe het eraan toe gaat." 

Jonge renners hebben meer soepelheid, maar oudere renners meer ervaring om hiermee om te gaan

Van Aert versus van der Poel: ander seizoen, maar wie is daarmee in het voordeel?

Voor de Ronde van Vlaanderen circuleren vaak de namen van Wout van Aert en Mathieu van der Poel, de twee kemphanen van Gent-Wevelgem. Opvallend: van der Poel reed door omstandigheden een lichter programma dan van Aert (geen Tour, geen WK). Van Den Bosch: "Van der Poel heeft een ander groeiproces meegemaakt dit seizoen. In het begin had hij niet die topconditie, maar daarna kwam hij op dreef met o.a. een fenomenaal wattage op het Nederlands kampioenschap."

Is hij dan beter uitgerust dan van Aert, die al vroeg scoorde en maar bleef gaan? Van Den Bosch stelt de fans van van Aert gerust: "Ik zie nog altijd geen echte dip, en denk dat hij nog steeds een hoog niveau kan halen."

Ruben De Gendt: "Zo'n Tour en een WK, dat gaat aan je potentieel knabbelen, maar als je als van Aert zoveel boven de rest uitsteekt, dan heb je sowieso nog wat over als je wat minder zou zijn." 

5. Hoe zit het voor de recreant-sporter?

En hoe zit het voor amateur-sporters? Stel: je bereidt jezelf wekenlang voor op de 20 kilometer van Brussel, of op de Zwintriatlon, en dan wordt die plots afgelast. Fysiek moet dat te doen zijn, zegt De Gendt: je zal misschien wat moeten 'spelen' met je trainingen, met wat relatieve rust en daarna weer opbouwen. Ook hier speelt vooral het mentale aspect een rol, denkt hij.

Het is van groot belang of er snel weer duidelijkheid is over een nieuwe datum of niet. En wanneer natuurlijk. De ene kan daar beter mee om dan de andere. "Mensen kunnen hun motivatie verliezen. Een doel valt weg, en er komt onzekerheid in de plaats. Sommigen kunnen zich dan niet meer opladen voor een training. " Snel duidelijkheid hebben over een nieuwe datum, is dan heel belangrijk. 

Van Den Bosch beaamt: "Voor een recreant zie ik fysiek geen probleem. Mentaal misschien wel: je moet je kunnen blijven opladen." Zeker als er geen nieuwe datum is, is dat lastig. "Dan moet je blijven trainen, maar waarvoor?" 

Als het doel wegvalt, is het soms moeilijk om je blijven opladen

Meest gelezen