De boegdeur van de M/S Estonia wordt uit het water gehaald.

Zonk de M/S Estonia na botsing met duikboot? Nieuwe docu werpt ander licht op een van grootste Europese scheepsrampen

Zweden, Finland en Estland gaan gezamenlijk mogelijke "nieuwe significante informatie" onderzoeken over de scheepsramp met de ferry M/S Estonia in 1994. Een nieuwe documentaire suggereert dat de ferry niet is gezonken door een defecte boegdeur, maar mogelijk door een aanvaring met een duikboot. Bij de ramp kwamen 852 mensen om het leven.

De ramp met de M/S Estonia op 28 september 1994 in de Baltische Zee was de grootste zeeramp met een Europees schip na de Titanic in 1912 en een van de grootste scheepsrampen in Europese wateren in vredestijd. 852 mensen kwamen toen om het leven. Het wrak ligt nog steeds op de bodem van de zee, de meeste lichamen zijn nooit geborgen.

In 1997 luidden de officiële conclusies van een internationaal onderzoek naar de ramp (gezamenlijk uitgevoerd door Zweden, Finland en Estland) dat de ferry tijdens een storm gezonken is doordat de sloten van de boegdeur niet meer werkten. In een nieuwe Zweedse documentaire suggereren de makers echter dat een explosie of een aanvaring met een duikboot de ferry mogelijk tot zinken bracht.

De documentairemakers stuurden vorig jaar een onderwaterrobot naar de zeebodem om het wrak te filmen. Op de beelden die de robot maakte, is aan stuurboord een groot gat van 4 meter te zien in de romp van het schip (foto onder). "Het kan niet uitgesloten worden dat de schade een belangrijke rol heeft gespeeld bij het zinken van het schip", verklaart Joergen Amdahl, een professor marinetechnologie aan de universiteit van de Noorse stad Trondheim, in de documentaire, waarvan de eerste van vijf afleveringen vandaag wordt uitgezonden.

Op de beelden die de onderwaterrobot kon maken, is een groot gat te zien in de romp van de ferry.

In een interview met de Estse televisie zegt Margus Kurm, het voormalige hoofd van het Estse onderzoeksteam naar de ramp, dat de ferry hoogstwaarschijnlijk is gezonken door een botsing met een onderzeeër. "Rekening houdend met het feit dat het gat onder de waterlijn zit, met het feit dat niemand ooit vermeld heeft dat een ander schip de Estonia tot zinken kan hebben gebracht en met het feit dat niemand van de overlevenden heeft gezegd dat ze een ander schip nabij de Estonia hebben gezien, is de meest waarschijnlijke oorzaak dat de ferry met een duikboot is gebotst." Anderen zeggen dan weer dat het gat pas is veroorzaakt toen de ferry de bodem raakte bij het zinken.

De Zweedse, Finse en Estse overheid reageerden met een gezamenlijk persbericht waarin ze verklaarden dat de drie landen mogelijke "nieuwe significante informatie" zullen onderzoeken als die nog niet eerder is gerapporteerd. Ze zullen dat wel doen met respect voor een akkoord dat de drie landen in 1995 sloten. Daarin staat dat het wrak van de ferry beschermd wordt als een scheepsgraf en dus definitieve rustplaats voor de slachtoffers van de ramp en er geen "storende activiteiten" mogen plaatsvinden. Het wrak ligt op een diepte van 80 meter beneden het wateroppervlak.

De drie landen voegen er wel aan toe dat ze vasthouden aan de finale conclusies van het rapport in 1997, met name dat de ferry gezonken is door een defecte boegdeur. 

UIT HET ARCHIEF - Bekijk een reportage over de ramp met de M/S Estonia (Terzake, 28/09/1994):

Videospeler inladen...

Meest gelezen