AP2010

Historicus Thomas Frank over bedrog van de Democraten: "Clinton en Obama vergaten gewone werkmens"

De Democraten willen graag het Witte Huis heroveren  op 3 november 2020. Kunnen ze Donald Trump van een tweede ambtstermijn afhouden? Wat liep er eigenlijk fout in 2016? Waarom verloren de Democraten toen zo'n flink deel van hun achterban aan Donald Trump? Wat moeten ze doen om hen terug te winnen? Welke valkuilen moeten ze vermijden? Björn Soenens, onze man in Amerika, duikt in de geschiedenis. Hij kreeg daarbij de hulp van Thomas Frank, historicus en schrijver, een man die bijna alles weet van de Democraten. Lees hieronder verder of beluister de podcast.

analyse
Björn Soenens
Björn Soenens is Amerikacorrespondent voor VRT NWS. Hij woont in Brooklyn, New York City.

Beluister hier de podcast van Björn Soenens en Bjorn Van Keer:

Thomas Frank: "Democraten hebben het zelf verknald"

Ik ontmoet Thomas Frank, auteur en historicus, in zijn rommelige oude villa in de buitenwijken van Washington D.C. Frank is een joviale gastvrije man uit Kansas. Een man die recht voor z’n raap spreekt en schrijft.

Hij werd beroemd met zijn boek "What’s the matter with Kansas(2004) over hoe conservatieve populisten van leer trokken tegen de elite en zo het hart van Amerika heroverden. Thomas Frank is scherp en rad van tong, maar hij zegt alles met een brede glimlach.

Thomas Frank noemt zichzelf een ouderwetse progressief. Hij neemt geen blad voor de mond over zijn geloofsgenoten. Hij vindt dat de Democraten het helemaal zélf hebben verknald. Frank beweert dat de Democraten hun eigen basis hebben verloochend.

Ik interviewde hem in zijn huis in Bethesda, in het voorjaar van 2019, aan de vooravond van de derde State of the Union van Donald Trump, na de langste shutdown uit de geschiedenis. 35 dagen politieke stilstand.

“Een generatie lang al spreken de Democraten over hoop,” zegt hij. “Maar, ze beknotten hun kiezers door te zeggen dat je politiek realistisch moet zijn en niet te veel ineens mag willen. De Democraten kregen niet in de gaten dat hun achterban heel teleurgesteld raakte.”

Frank: “De mensen werd voorgespiegeld dat het uitstekend ging met Amerika: economische groei, lage werkloosheid, en een aandelenbeurs die het ene record na het andere vestigde. Maar voor de gewone werkmens is er niets écht verbeterd. Hun lonen stegen amper, het reële gemiddelde inkomen ligt nu zelfs lager dan 10 jaar geleden.” 

Obama zei dat het land al fantastisch was. Die misrekening leidde tot de opkomst van Donald Trump
Thomas Frank, historicus en schrijver van "Listen, Liberal"

Thomas Frank beschrijft het in geuren en kleuren in "Listen, Liberal" (2017). Hij haalt treffende voorbeelden aan over de stuitende ongelijkheid tussen de klasse van miljonairs en al de anderen.

Zo citeert hij een rapport uit 2014 van het Institute for Policy Studies waaruit blijkt dat het totale bedrag van alle bonussen op Wall Street meer dan dubbel zo groot is als alles wat op één jaar tijd verdiend wordt door de miljoenen Amerikanen met een minimumloon.

De familie Walton - de eigenaars van supermarktketen Walmart - bezit evenveel rijkdom als de 40 procent armste Amerikanen sàmen. Je hoofd gaat ervan duizelen als je die cijfers laat doordringen.

Toen kwam Obama, een superheld die alles zou veranderen. Hope! “Het was het perfecte moment voor een transformatie van Amerika,” zegt Frank. “In de praktijk gebeurde er nagenoeg niets."

"Obama redde een bankroet financieel systeem en gaf daarmee het signaal dat de werkmens het maar zelf moest zien te beredderen. Obama zei dat het land al fantastisch was. Die misrekening leidde tot de opkomst van Donald Trump.” 

Thomas Frank is een progressieve denker, maar staat erg kritisch tegenover de Democraten

Ooit was het anders. De Democraten waren heel lang de partij van de gewone man, the little guy. Vanaf midden jaren 30 tot midden jaren 90 van de vorige eeuw kregen ze steevast de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. De Democraten waren de partij van het volk.

Vandaag is de progressieve volkspartij van toen veranderd in een partij van technocraten, stedelingen en vooral meritocraten: mensen die flink hun boterham verdienen na dure studies aan de universiteit, mensen die zich hebben opgewerkt door hard werk en studeren. De Democraten omarmen Silicon Valley en Wall Street. Deze meritocraten noemen zich de vernieuwers, de creatieve klasse.

“Meritocratie,” zegt Frank, “gaat over winnaars, en over de kans voor iedereen om een winnaar te worden. Maar daar moet je wel wat voor doen. Daar zit ‘m de knoop.” De partij van professionals geeft volgens criticus Frank eigenlijk geen zier om de groeiende ongelijkheid.

Jaja, de Democraten zijn uiterst vooruitstrevend over burgerrechten, homohuwelijk, vrouwenemancipatie, seksuele vrijheid en het recht op abortus, maar als het gaat over vakbonden en de verdeling van de rijkdom zijn de meesten een pak minder progressief. Ze gedragen zich zelfs ronduit conservatief. Eigenlijk vinden ze dat ongelijkheid een onderdeel is van het systeem. 

Als je armoe kent, dan is dat volgens deze mensen je eigen fout: je hebt gefaald in het kapitalistisch systeem. Je hebt niet bereikt wat de meritocratie van je vroeg: financieel succes. Waarschijnlijk heb je wel hard gewerkt, maar lang niet hard genoeg. 

De enige reden dat grote volkswoede uitblijft is allicht deze: als mensen de eindjes moeilijk aan mekaar kunnen knopen, wijten ze dat aan hun eigen falen. Daarom zijn ze niet snel boos op hun baas, het beleid, of het systeem. Daarom zullen ze niet snel om een hoger loon vragen, staken, of op straat komen om te protesteren. Zelfs als ze recht hebben op een uitkering, doen ze er vaak geen beroep op. Ze schamen er zich over en lijden nog liever dan om hulp te vragen.

Eigen schuld, dikke bult!

Ongelijkheid ontstaat in hun hoofden omdat je harde werkers hebt en de rest (die minder hard studeert of werkt, en dus alle onheil integraal aan zichzelf te danken heeft). Succes verdient een beloning, vinden ze. De toppers zijn toppers omdat ze dat zélf hebben gedaan. De keerzijde van de ongelijkheid, argumenteren ze, zijn kansen voor iedereen.

Iedereen in Amerika kan rijk worden, maar daar moet je wel wat voor doen. Lukt het niet: eigen schuld, dikke bult! In een meritocratie bestaat geen solidariteit, schrijft Thomas Frank. Vakbonden symboliseren voor deze mensen een gebrek aan status.

De vakbond is in tegenspraak met de ideologie van individuele uitmuntendheid. Vakbonden zijn er voor losers, voor de mensen die nagelaten hebben de juiste vaardigheden te leren. Deze Democraten zeggen dus voortdurend: “Als je uit de armoede wilt, ga dan langer naar school. Ongelijkheid is geen systeemfout. Het is een fout van het individu.”

Door de arbeidersklasse te verwaarlozen, roken de Republikeinen hun kans. Ze ontketenden een cultuuroorlog om deze mensen te mobiliseren. Ze begonnen te zwaaien met traditionele waarden (gezin, huwelijk, kerk, anti-abortus, de vrouw aan de haard, een wereld van hetero’s) om deze arbeiders naar hun stal te lokken, door de illusie te wekken over een terugkeer naar hoe het vroeger (beter) was. 

De elite van pers, politiek, gerecht en de academische wereld was een hermetisch afgesloten incestueuze kliek
Thomas Frank, historicus en schrijver

De meritocratie beleefde een eerste hoogtepunt onder Bill Clinton (1993-2001). Zijn regering telde een pak meer miljonairs dan zijn Republikeinse voorganger George H.W. Bush. “De hele elite van pers, politiek, gerecht en de academische wereld was één en dezelfde groep: een hermetisch afgesloten incestueuze kliek,” schrijft Thomas Frank.

Iedereen herinnert zich de periode-Clinton als de goede jaren. De economie groeide, de beurs ging door het dak, het begrotingstekort was laag (er was in de laatste Clintonjaren zelfs een begrotingsoverschot).

Clinton, dat was: een verbod op militaire aanvalswapens, een dooi met Vietnam, een lichte stijging van het minimumloon en een kleine belastingverhoging voor de rijken .”Allemaal goed, toch?” denken Democraten.

Vandaag zeggen ze er niet bij dat het Bill Clinton was die begon met de bouw van de muur aan de grens met Mexico. De muur die je ziet tussen San Diego en Tijuana, kwam er onder de regering-Clinton. Later zou senator Hillary Clinton -samen met senator Barack Obama- enthousiast het voorstel steunen van George W. Bush voor de bouw van 700 mijl hekwerk langs de grens met Mexico. The Secure Fence Act van 2006. 

Clinton was de grote kampioen van het Nafta-vrijhandelsverdrag

Vandaag kijken we met andere ogen naar Bill Clinton. Het was zijn regering die alle regels voor de banken verslapte, de hele telecomsector dereguleerde, en het vrijhandelsakkoord NAFTA door het Congres joeg. De globalisering noemde Clinton onvermijdelijk en vrijhandel altijd een goede zaak.

In de praktijk betekende NAFTA vooral dat Amerikaanse bedrijven ongestraft banen en fabrieken naar het lagelonenland Mexico konden verkassen, om daarna hun goedkopere producten terug in te voeren naar de VS voor de verkoop.

Voor fabriekseigenaars en aandeelhouders was het een eurekamoment: de arbeidskosten gingen fors naar beneden en de winsten gingen steil omhoog. Amerikaanse arbeiders stonden erbij en keken ernaar: hun lonen zakten of hun baan verdween.

NAFTA moest de Amerikaanse uitvoer naar Mexico stimuleren. Het omgekeerde gebeurde. Door NAFTA verdwenen 700.000 Amerikaanse fabrieksbanen. De bonden gingen kapot.

Elke keer als een vakbond in de VS eisen op tafel legde, konden bedrijven dreigen met een verhuis naar het vakbondsloze Mexico. Het klinkt vreemd, maar Bill Clinton maakte de problemen van de Amerikaanse werkmens erger, als Democraat dan nog. 

"Three strikes and you're out!

Bill Clinton voerde een justitiebeleid in waardoor de gevangenisbevolking explodeerde. Op 8 jaar tijd kwamen er 673.000 inmates bij. Onder Clinton werden talloze nieuwe gevangenissen gebouwd, werden verplichte minimumstraffen ingevoerd, en voorwaardelijke vrijlatingen fors ingeperkt. 60 nieuw beschreven misdaden kwamen voortaan in aanmerking voor de doodstraf.

In de Clintonjaren werd een recordaantal mensen die de doodstraf kregen, terechtgesteld. Het hoogtepunt kwam in 1999, met ongeveer 100 terechtstellingen. De befaamde misdaadwet van 1994 voerde ook het principe in van three strikes and you’re out!  Iemand die voor de derde keer betrapt werd op bijvoorbeeld een inbraak of diefstal, ging zonder pardon voor 25 jaar achter de tralies.

In de misdaadwet stond ook nog een bepaling over crack en cocaïne. Wie crack gebruikte (voor 88% waren dat zwarte Amerikanen) ging bijna automatisch naar de gevangenis. Wie daarentegen betrapt werd op cocaïnegebruik (dezelfde drug maar dan zonder bakpoeder, de drug van de creatieve klasse, én gesnoven in plaats van gerookt) ging in de meeste gevallen gewoon vrijuit.

Het was een wreedaardig en racistisch onderscheid. Je vraagt je af waarom Bill Clinton zo populair was en is gebleven bij zwarte Amerikanen. Soms kan je de dingen niet uitleggen. 

De extreme armoede door Bill Clinton nam toe. Tussen 2000 en 2012 nam het aantal Amerikanen dat leeft op voedselbonnen toe van 17 naar 46 miljoen.
Björn Soenens, VS-correspondent

In 1996 hervormde Clinton ook de bijstandswet. Het aantal uitkeringen daalde fors en veel bijstand werd overgedragen van de federale overheid naar de staten. In de praktijk betekende dat voor mensen dat ze veel sneller uit de bijstand werden gegooid. In sommige staten moesten uitkeringstrekkers zelfs een formulier ondertekenen waarbij ze beloofden geen nieuwe kinderen te maken zolang ze een uitkering kregen.

De boodschap sloeg aan: het aantal uitkeringstrekkers in staten zakte snel. Maar de armoe bleef stijgen. Het is een feit: de extreme armoede door Bill Clinton nam daardoor toe. Tussen 2000 en 2012 nam het aantal Amerikanen dat moest leven op voedselbonnen toe van 17 naar 46 miljoen. De cijfers vertellen het verhaal.

De ongelijkheid leidde tot politieke wanhoop. Als mensen het gevoel hebben dat ze geen invloed kunnen uitoefenen, haken ze af: ze gaan niet meer stemmen, ze zijn geen lid meer van de vakbond, en ze kijken niet langer naar het nieuws (dat hen alleen maar confronteert met hun eigen onmacht).

Nog perverser: mensen die net binnen de marge leven, beginnen de mensen net buiten de marge (diegenen die het nog slechter hebben dan zij) de schuld te geven van hun lot.

Mensen die hun loon zagen krimpen, hun bijstand zagen verdwijnen, zijn overtuigd geraakt dat ze moeten stemmen voor mensen die tegen belastingen zijn, tegen regelgeving voor van alles en nog wat. Ze stemmen regelrecht tegen hun eigen belangen in. 

Ze werden tot schaamte gedwongen over hun armoe. In Kansas – de geboortestaat van Thomas Frank - keurde het staatsparlement enkele jaren geleden een wet goed waarbij mensen met een uitkering een verbod kregen om een reis te maken met een cruiseschip. Alsof arme mensen bekend staan om hun zeereizen met belastinggeld. Dezelfde wet maakt het voor uitkeringstrekkers onmogelijk om meer dan 25 euro per keer af te halen bij de geldautomaat. Van hun minimale toelage gaat bij het pinnen elke keer nog een vergoeding af die naar de bank gaat. Banken worden rijk op de kap van de arme Amerikanen. 

De geboorte van "too big to fail"

Clinton bracht veel spaarders in moeilijkheden door wetten te ondertekenen die banken de kans gaven om andere  kleine banken makkelijker op te slokken. De toenmalige president verlaagde ook de belasting op kapitaalswinsten. De miljonairs juichten.

Kleine banken verdwenen en je zag de reuzen verschijnen: Citibank, Chase, Wells Fargo en Bank of America. Later zouden die megabanken de wereldeconomie op de rand van de afgrond brengen in 2008. Too big to fail. U moet weten: kleine banken gedroegen zich als goede huisvaders en waren erg voorzichtig in het toekennen van leningen. Ze kenden ook al hun klanten.

De grote banken waren zo groot dat ze een creatieve oplossing bedachten voor de manier waarop ze leningen van slechte kredietnemers konden verpakken en doorverkopen als een hoog rentend beleggingsproduct: dat risicovolle bankieren deed het financiële systeem dansen op de vulkaan, en zorgde voor de grote recessie van 2008. Clintons financiële beleid, nog versterkt door zijn opvolger Bush, was een catastrofe.

Clinton ging in 1999 nog een stap verder. Hij schafte de Glass-Steagall Act af. Die wet bestond al sinds 1933 (tijdens de Grote Depressie) en scheidde de handelsbanken voor particulieren van de investeringsbanken met veel risicokapitaal.

Zo kon geld waarmee werd gespeculeerd de spaarcenten van de gewone man niét doen verdampen. Er stond een scheidingsmuur tussen. Clinton haalde die veiligheidsklep weg. Jaren later zou de bankencrisis - door de afschaffing van die wet - veel spaargeld van de kleine man in rook doen opgaan. 

Bill Clinton bij Larry Summers, de man die de scheidingsmuur tussen spaarbanken en risicokapitaal sloopte.

Veel van wat president Clinton deed op economisch vlak, leidde uiteindelijk tot een ramp. Maar in zijn tijd juichte iedereen zijn initiatieven toe. Zijn partij noemde zichzelf voortaan de Nieuwe Democraten. Tony Blair deed in het Verenigd Koninkrijk hetzelfde met New Labour: exit vakbonden.

Ook het kiespubliek werd gemoderniseerd: de totale triomf van de meritocratie. In zijn economisch beleid was Clinton republikeinser dan de Republikeinen zelf. Maar Bubba was populair en hij onderhield uitstekende banden met zijn internationale buddies zoals Bono of Nelson Mandela.

Iedereen werd intussen aangemoedigd om zelf zijn lot in handen te nemen en ondernemer te worden. Dit was de nieuwe economie, de creatieve economie van de startups. Iedereen freelancer, voor ongeveer altijd. In de VS noemen ze deze mensen niet onterecht permalancers. Permanente tijdelijke krachten.

Door de nieuwe economie onderging een stad als San Francisco een metamorfose. Ooit het symbool van de hippies en de tegencultuur lijkt de stad nu een chique buitenwijk van Silicon Valley. De middenklasse kan het zich niet meer veroorloven om er te leven en te werken.

San Francisco is één en al status. Op de grote boulevards liggen intussen tientallen daklozen. Ik zag ze allemaal rondhangen naast het hoofdkwartier van Uber op Market Street. 

De lieveling van Wall Street

Onder Clinton groeide de sympathie voor Wall Street, dat steeds meer bevolkt werd door heel veel progressieve mensen (heel vaak Democraten). Geld, status, verdienste en politieke correctheid gingen steeds beter samen. Een wereld van blauwe miljonairs en miljardairs.

In 2008 ontdekte Wall Street een nog grotere vriend: Barack Obama. Obama verzamelde het meeste geld op Wall Street van alle politici. De financiële sector omarmde Obama als een symbool van de diverse meritocratie. Thomas Frank zei het voor mijn VRT-microfoon en recht in de camera: “Toen de banken onder vuur kwamen te liggen, verknoeide Obama de kans om orde op zaken te stellen. 

Obama was tijdens de campagne van 2008 de lieveling van Wall Street

"Wall Street ging vrijuit. Geen enkele grote bankier werd tijdens de kredietcrisis hard aangepakt, gestraft of naar de gevangenis gestuurd.” Thomas Frank is verontwaardigd als ik hem interview over die periode. Banken werden gered, kregen miljarden dollars, en min of meer een waarborg tegen het bankroet (gefinancierd door de belastingbetalers).

Thomas Frank: “De megabanken zijn nu nog groter dan voor de crisis uitbrak. Aandelenhandelaars verdienen als voorheen superlonen - een gemiddelde van 450.000 dollar per jaar.” 

Gebroken beloftes

Tijdens zijn eerste presidentscampagne stelde Obama het NAFTA-vrijhandelsakkoord aan de kaak. Als president zei hij er evenwel niets meer over. Obama wilde een wet die het makkelijker zou maken voor werknemers om collectief te onderhandelen met hun directie of management.

Maar: na intens gelobby van Walmart en de Amerikaanse Kamer van Koophandel, is er van die voorgestelde wet nooit meer iets in huis gekomen. Obama nam de baas van Google, Eric Schmidt, op in zijn adviesraad voor economie. Hij werkte samen met Google en Facebook om twijfelende kiezers te vinden en te bewerken via sociale media.

Beïnvloeding van sociale media door de Trumpcampagne? Absoluut! Maar dus ook al bij Obama, maar toen zonder Russische trollenfabrieken én zonder publieke verontwaardiging.

Obama was een groot voorstander van het TPP-verdrag met de landen van de Stille Oceaan. De president noemde de tegenstanders van het vrijhandelsakkoord conservatief en tegen de vooruitgang.

TPP werd later door Donald Trump naar de prullenbak verwezen. De vrijhandelsovereenkomst zou het bijvoorbeeld onmogelijk hebben gemaakt om vrij verkeer te organiseren van goedkope generische geneesmiddelen. De gewone man was kennelijk niet de focus van dit vrijhandelsakkoord. 

Barack Obama had veel kunnen veranderen, maar hij deed het helaas niet
Thomas Frank, historicus en schrijver

“Obamacare was nochtans wel een grote overwinning”, zegt Thomas Frank. “Eindelijk kregen miljoenen mensen een ziekteverzekering die ze vroeger niet hadden en konden ziekteverzekeraars geen mensen meer uitsluiten omdat ze al een keer ziek waren geweest. Dat was een kleine revolutie."

Obama opende opnieuw een ambassade in Havana, hij schakelde kordaat Osama bin Laden uit, hij onderhandelde een billijke nucleaire deal met Iran. Maar: de inkomensongelijkheid steeg, ondanks de inspirerende toespraken van Obama. "Barack Obama had veel kunnen veranderen, maar hij deed het helaas niet”, zegt Frank.

Obama en zijn regering lagen in bed met Google, Facebook en Amazon en die konden ongestoord andere bedrijven overnemen (Instagram of Whole Foods) en zo reusachtig groot worden dat ze in feite oncontroleerbare monopolies vormen. De surveillancemaatschappij was in opmars.

Obama’s Ministerie van Handel deed niets tegen de almaar stijgende medicijnprijzen (dat had nochtans gekund). Obama ging in 2010 niet krachtig in tegen de Tea Party. De elite ging onder Obama min of meer vrijuit.

De president zei - ondanks de gigantische ongelijkheid tussen burgers - dat Amerika al great was. Volgens Thomas Frank heeft Obama’s milde hooghartige houding mee bijgedragen tot de oncontroleerbare woede die leidde tot de verkiezing van Donald Trump.

Er is veel woede over de ongelijkheid in Amerika

De woedende werkmens

Obama’s ziekteverzekeringswet kwam ternauwernood door het Congres. De president moest veel water in de wijn doen. In ruil voor de steun van de farmaceutische bedrijven en hun lobby, moest Obama beloven dat er geen (veel) goedkopere medicijnen uit Canada zouden worden ingevoerd. En zo geschiedde.

Ook wat Obama’s adviseurs voor of na hun regeringsmandaat uitspookten, wekte soms woede op. Zijn belangrijkste economische raadgever, Larry Summers, was degene die onder Clinton de banken had gedereguleerd.

Summers werkte eerder ook voor een hefboomfonds, één dag per week. Het jaarloon dat hij daarvoor opstreek was 5 miljoen dollar. Reken uit, dat is 100.000 dollar per dag, meer dan een gemiddeld gezin in een jaar verdient. Zo wordt haat tegen de elite geboren.

“Intussen,” zegt Thomas Frank, terwijl hij in de keuken koffie voor ons zet, “dachten de Democraten dat de woedende werkmensen sowieso geen kant uit konden: zij zouden eeuwig voor de Democraten stemmen. Nou!”

De nieuwe economie heeft ontwrichtende effecten
AP

Intussen richt de vernieuwing en innovatie van de economie elke dag ravage aan. De gele en groene taxichauffeurs in steden als New York zien hun bestaan bedreigd door de onderbetaalde freelancers van Uber of Lyft. Uber en Lyftchauffeurs rijden met hun eigen auto, betalen hun eigen verzekering en bouwen geen pensioenrechten op.

Wat gebeurt er als straks alle vrachtwagenchauffeurs hun baan verliezen en er alleen maar zelfrijdende Googletrucks op de weg rijden? Wat gebeurt er als Amazon steeds meer winkels opent zonder personeel?

Google luistert je af, volgt je hele internetgeschiedenis, alleen maar om je nog meer spullen te kunnen aansmeren. Google scant je Gmail, om je gerichte reclame te kunnen sturen, ongevraagd. Innovatie?

Tja, de vernieuwing online is ook gretig gebruikt door terreurorganisaties om voetvolk te rekruteren en propaganda te verspreiden. Sociale media zijn uitstekende verspreidingsmiddelen gebleken voor verdeeldheid en verzuring. 

Macht van de monopolies

Wat doen regeringen om deze praktijken aan banden te leggen? De financiële vernieuwing in de jaren 90 van de vorige eeuw maakte in 2008 van de banken moordmachines van de economie. Veel vernieuwingen hebben maar één doel: op een regelloze, simpele manier nog meer geld verdienen.

Neem AirBnb. Zij hoeven zich niets aan te trekken van regels of zones waarin hun verblijfsplekken liggen. Hotels beleven moeilijke tijden met zo’n concurrentie. Hotels moeten regels volgen en mogen niét overal bouwen of kamers verhuren.

Of neem Amazon. Dat zorgt er met zijn leveringssysteem voor dat de staat miljoenen verkooptaksen misloopt, omdat er verscheept wordt van staat tot staat. Amazon concurreert alle kleinere winkels kapot of slorpt ze op.

Al die grote spelers zijn overigens geënt op het model van Walmart. Walmart kan door zijn quasi monopolie en zijn enorme omvang al zijn toeleveranciers uitknijpen en de lokale concurrentie uit de markt prijzen.

Thomas Frank: “Ik heb Hillary Clinton enkele keren in het echt ontmoet. Ze is joviaal, en kan een stevige borrel drinken. Maar ze is gewiekst, en gepokt en gemazeld in het bedrijfsleven. In de jaren 80 zat ze zelfs in de raad van bestuur van Walmart.” Je vraagt je af waarom de democratische partij zich de partij van de gewone man noemt.

If they go low, we go high
Michelle Obama, voormalige First Lady

Tegelijk blazen veel Democraten vaak moreel hoog van de toren: zij zijn geen racisten, zij omarmen diversiteit, het homohuwelijk en transgenderrechten. Zij noemen zichzelf good people, maar ze laten het werkvolk in de vergeetput zitten. Veel lippendienst, en een progressieve identiteit. Men praat er veel over, maar de praktijk laat vaak een ander beeld zien. 

Ik zag het enige tijd geleden ook bij de voormalige presidentsvrouw, Michelle Obama: “If they go low we go high.” Maar toen ze eind 2018 op tournee ging om haar memoires te promoten ("Becoming") moesten gewone mensen tussen de 150 en 1.000 dollar toegang betalen om haar te zien. Ze kwam als een heldin in het geel het podium op in Barclays Center in Brooklyn.

De pers mocht alleen in een donker achterafzaaltje haar optreden een kwartiertje volgen (interviews gaf ze ook al niet). Ze droeg designlaarzen van om en bij de 3.000 dollar. The little guy? Geen wonder dat sommige mensen de haat tegen de elite voelen opborrelen. Mooie woorden, dat wel. Yes, you can!

Thomas Frank noemt het op een bijtende manier een democratische handel in medeleven. De Angelina Jolie ‘s, de Bono’s en de Sting’s van deze wereld die ons moeten inspireren. Sting woont in één van de duurste flatgebouwen van New York, op de Billionaire’s Row. Honderd miljoen dollar voor zijn stulp in Manhattan. Commerce in compassion, yeah. 

Elizabeth Warren wordt net als Bernie Sanders met argwaan bekeken binnen het Democratische partij-establishment
AFP or licensors

Als de democratische partij de ongelijkheid wil bekampen, kijkt ze tegelijk met grote argwaan naar een authentieke stokebrand als Elizabeth Warren of Bernie Sanders. Politici die het vermolmde systeem willen slopen en heropbouwen. Politici die het status-quo willen ontwrichten. Ex-president Obama vindt het maar niets. Net voor de voorverkiezingen zei hij tegen de donoren dat de Democraten niet te ver naar links mogen opschuiven. Het is niet nodig om het systeem af te breken en her op te bouwen, zei hij. 

De omroep CNBC pakte enkele maanden voor de eerste voorverkiezingen van 2020 uit met een verhaal dat de grote donoren op Wall Street nog liever Donald Trump steunen dan geld te geven aan Elizabeth Warren. “Ze gaat ons pijn doen, dan steunen we nog liever Donald Trump.” Quod erat demonstrandum. Het dictaat van de portemonnee.

Andere Democraten denken soms dat ze de verkiezingen kunnen winnen door alleen maar te zeggen hoe erg ze Trump haten, of de Republikeinen. Dat volstaat niet. Zeggen dat Trumps kiezers racisten zijn, of dommeriken, of beklagenswaardig: ook dàt helpt niet.

Trump kan alleen maar verliezen als zijn lege beloften worden ontmaskerd. Als zijn supporters merken dat hun leven nu helemaal niet beter is dan vier jaar geleden. Wat heeft Trump gedaan voor hun ziekteverzekering? Voor de exploderende studiekosten? Het verdwijnen van nog meer fabrieksbanen? De ineenstortende infrastructuur? De toenemende ongelijkheid? 

"De helft van Trumps kiezers zijn deplorables", zei Hillary Clinton. Het kwam als een boemerang terug.
2016 Getty Images

Al lang diep in de problemen

Op een bepaald ogenblik moet het hele establishment – ook de Democraten dus – schuld bekennen voor wat fout is gelopen in het verleden. Ik zag Elizabeth Warren op een verkiezingsrally niet onterecht beweren: “Niet alles wat fout is in de VS, is de schuld van Trump. Dat het land überhaupt voor Trump stemde, betekent dat we al langer diep in de problemen zaten.”

Aanhangers van Trump vormen geen exclusieve club van racisten of homohaters. Het zijn de teleurgestelde slachtoffers van economische ontwrichting waar ze geen controle over hebben. Het establishment moet een keer durven toegeven dat de globalisering en de technologische revolutie voor velen ook achteruitgang betekende.

Zolang dat niet gebeurt, zal het wantrouwen in de instellingen groeien, en zullen ze blijven stemmen voor een demagoog als Donald Trump. Het is dus een beetje vreemd om in bepaalde kringen een pleidooi te horen voor een terugkeer naar het tijdperk voor Trump. Een terugkeer naar het oude status-quo zal heus niet meer werken. Veranderingen zijn onvermijdelijk geworden. 

"Fuck you!"

Begin januari 2018 bezocht ik Indianapolis. Ik maakte een reportage over Carrier, een fabrikant van air conditioners. In 2016 kregen de arbeiders daar te horen dat vele honderden banen zouden verhuizen naar Monterrey, in Mexico.

Er is een beroemd Youtube-filmpje van: hoe vrijhandel eruitziet in het echt. De baas zegt dat zijn bedrijf competitief moet blijven en prijsgevoelig. Een arbeider antwoordt kort en krachtig op de managementstaal: “Fuck you!”. Een ruw klassenconflict. 

Je kunt niet liegen tegen Amerikaanse arbeiders en ermee wegkomen
Frank Staples, arbeider bij Carrier Airconditioners

Ik praatte met de overblijvende arbeiders in hun favoriete bar Sully’s, vlak bij het bedrijf. “Je kunt niet liegen tegen Amerikaanse arbeiders en ermee wegkomen,” zegt Frank Staples tegen me. “Trump beloofde dat de banen zouden blijven en gaf Carrier ter compensatie een fiks belastingcadeau.”

Toen ik in Indianapolis was, verdwenen ondanks de gedane beloften nog eens 200 banen naar Mexico. De ellende in de fabrieken zal volgens Carrierarbeider Frank Staples niet stoppen: “Ze zullen geld in onze fabriek blijven investeren zeggen ze. Maar dat geld zal dienen om te automatiseren. En dan verliezen nog meer mensen hun baan. Machines zullen hardwerkende mannen en vrouwen vervangen.”

Trump doorbrak in 2016 zowat elke conventie en elke consensus. Kan hij dat opnieuw in 2020?

Wellicht zouden de Democraten de presidentsverkiezingen van 2016 hebben kunnen winnen, was Trump er niet geweest. Zolang ook de Republikeinen voor de vrije markt waren en pro-vrijhandel, konden arbeiders nergens elders terecht dan bij de Democraten. Trump doorbrak die consensus.

Over handel zei hij net hetzelfde als de linkse Bernie Sanders. Trump noemde de Republikeinse partij plots een arbeiderspartij. Hij draaide de bestaande orde om en bestempelde de Democraten als de partij van de vrijhandel, de instellingen, de grootbanken, Silicon Valley, én de globalisering. Hij deed dat met succes.

Ze waren zo ver heen, de Democraten in 2016, schrijft historicus-journalist Thomas Frank in Listen, liberal, dat de Conventie voor Hillary Clinton een overeenkomst sloot om haar afgevaardigden van en naar het conventiecentrum in Philadelphia te brengen met Uber, uitgerekend het bedrijf dat geen cent sociale zekerheid betaalt voor zijn leger freelancers.

Alleen nog voor de schone schijn haalde Clinton uit naar Wall Street en de rijken. Ze behoorde intussen allang zelf tot die groep en liet zich graag sponsoren en financieren door hen. Verwondert het u nog altijd dat Trump even later de verkiezingen won? Thomas Frank besluit: “Trumps triomf was de  ultieme  weerwraak op de Clintons.”

Meest gelezen