De Franse vrouwen bij hun aankomst in Zwitserland.
Archives CICR (DR)

75 jaar geleden: krijgsgevangenen brengen vrouwen uit het dodenkamp Ravensbrück naar de vrijheid

Op 5 april 1945 wordt een groep van 300 Franse vrouwen vrijgelaten uit het beruchte concentratiekamp van Ravensbrück, tot hun eigen verrassing zijn het Canadese krijgsgevangenen die hen naar de vrijheid, zijnde naar Zwitserland, brengen. De vrouwen zijn vrijgekomen dankzij bemiddeling van het Internationale Rode Kruis. En de krijgsgevangenen werken voor datzelfde Rode Kruis als chauffeurs.

Op Pasen, 1 april 1945, krijgen de Franse gevangenen  in het concentratiekamp van Ravensbrück opdracht om zich de volgende ochtend te melden voor een inspectie. De vrouwen raken het niet eens wat dit wel te betekenen kan hebben. Enkelen hopen dat de vrijheid nakend is, maar de meerderheid vreest dat de dood - altijd en alomtegenwoordig in het kamp - nu ook voor hen wel zeer nabij is.

Het kamp van Ravensbrück wordt in 1939 geopend en is van in het begin alleen bestemd om vrouwen op te sluiten. Bijna 130.000 vrouwen trekken tussen 1939 en 1945 door de poorten van het kamp. Zeker 30.000 komen om het leven, door ziekte en koude, zijn uitgehongerd, geslagen, neergeschoten, opgehangen, vergast of hebben zich "gewoon" doodgewerkt. 

Vrouwen in het kamp van Ravensbrück (Wikimedia Commons).

Kampdokter Adolf  Winkelmann voert vreemde medische experimenten uit op jonge Poolse vrouwen, hij snijdt ze open, haalt stukken spieren weg of besmet ze met bepaalde ziektes. De dokter amputeert en steriliseert ook.

Zelfs al nadert het einde van de oorlog: het moorden houdt er niet op. En de levensomstandigheden worden slechter om slechter. Overbevolking veroorzaakt een tyfusepidemie. Veel eten is er nooit geweest, maar het wordt alsmaar minder. De bevoorrading in Duitsland stokt overal, door de geallieerde bombardementen wordt alle transport, zeker over het spoor, moeilijk. Het leger stopt bijna volledig om nog te leveren aan de kampen.

300 vrouwen wachten

Op paasmaandag (2 april) verzamelen zich zo’n 1700 vrouwen. Uit alle Franse rangen en standen, ooit opgepakt en gedeporteerd naar Ravensbrück, omdat ze spioneerden, geallieerde piloten hielpen, actief waren in het verzet, of als gijzelaars gevangengezet als represaille bij acties van het verzet. De meesten pas in de laatste oorlogsjaren. Bij de inspectie worden 300 van hen geselecteerd, 299 Françaises en een Poolse gravin. De rest wordt teruggestuurd, om te wachten of te sterven.

De geselecteerde vrouwen krijgen te horen dat ze geruild gaan worden, velen geloven dat verhaal niet. Ze weten niet dat het Internationale Rode Kruis al weken bemiddelt tussen Frankrijk en de omgeving van nazi-kopstuk Himmler. Himmler probeert zich in de laatste oorlogsmaanden nog in de gunst van de (westerse) geallieerden te werken, zonder medeweten van Hitler. In ruil voor de 300 vrouwen zal Frankrijk 454 Duitsers vrijlaten.

Een deel van de Franse vrouwen in de turnzaal van een school in het Zwitserse Kreuzlingen waar ze eerst werden opgevangen. Deze en alle andere foto's met de vermelding CICR zijn gemaakt in Kreuzlingen en komen uit het archief van het Internationale Rode Kruis. Meestal behoeven ze geen commentaar.
Archives CICR (DR)

De vrouwen moeten hun gestreept gevangenisplunje uitdoen en douchen. Dat maakt velen onrustig, want ze weten dat douchen ook altijd de eerste stap is naar de gaskamer. De vrouwen moeten dan twee dagen wachten, zonder dekens, in de kou.

De kampcommandant en kamparts Winkelmann komen langs. Vrouwen met gezwollen benen – gezwollen door hongeroedeem – worden uit de groep gehaald. Ook vrouwen van wie het haar nog maar pas is geschoren, moeten terug. Iedereen moet er zo goed mogelijk uitzien. De kampcommandant haalt er ook enkele uit wiens naam hem niet bevalt. Andere vrouwen worden uit het kamp gehaald en nemen hun plaats in, de groep blijft altijd met 300.

Archives CICR (DR)
Archives CICR (DR)

Eén vrouw ontsnapt aan de aandacht van twee nazi’s. Marie-Louise Zimberlin, 55 jaar oud, is uitgeput en doodziek. De lerares Engels uit het Bourgondische stadje Cluny is in februari 1944 opgepakt voor haar verzetsactiviteiten.

Twee vriendinnen hebben “la Zim” al enkele dagen eerder verstopt, want zieken in het kamp worden afgevoerd naar de gaskamer. En de twee zijn er nu in geslaagd haar in de groep te smokkelen en haar zwakte verborgen te houden.

Marie-Louise Zimberlin in betere tijden (Wikimedia Commons).

Na twee dagen wachten moeten de vrouwen opnieuw onder de douche. Ze krijgen een vreemd, versleten allegaartje van burgerkleren om aan te trekken. In rijen van vijf marcheren de vrouwen uiteindelijk naar buiten, in de ochtend van 5 april 1945, weg van hun nog 30.000 overblijvende lotgenoten. Als de vrouwen de eerste bocht omgaan, zien ze tien witte vrachtwagens en mannen in militair uniform, op hun mouwen herkennen ze meteen een woord: Canada.

“De Canadezen waren als de eerste personages in een goede droom”, zal een van de vrouwen later zeggen. Nu wisten ze zeker dat ze gered waren.

Archives CICR (DR)

Krijgsgevangenen in dienst van het Internationale Rode Kruis

De Canadezen komen uit het kamp Stalag VIIA, een kamp in Moosburg, 50 kilometer ten noorden van München. De mannen zijn in de voorbije maanden en jaren op verschillende plaatsen in Europa krijgsgevangengenomen. De behandeling in het kamp is streng maar niet brutaal, maar ook hier laat het gebrek aan voedsel zich vanaf de winter van 1945 meer en meer voelen.

Op een dag komt een vertegenwoordiger van het Internationale Rode Kruis uit het Zwitserse Genève zich in het kamp aanbieden. De hulporganisatie heeft een groot probleem. Ze heeft tienduizenden pakjes met voedsel en vrachtwagens om ze te verdelen, maar geen chauffeurs meer om met de trucks rond te rijden. Steeds minder Zwitsers willen of durven het gevaarlijke werk doen. De vertegenwoordiger van het Rode Kruis vraagt de leider van de Canadezen of hij chauffeurs en techniekers voor het onderhoud kan leveren. 

Een konvooi van het Internationale Rode Kruis moet aanschuiven bij de noodbrug over de Donau in de Zuidduitse stad Ulm. De foto is gemaakt nadat de Amerikanen de stad hadden ingenomen op 24 april 1945.
CICR

Uiteindelijk biedt zich een 90-tal krijgsgevangenen aan, vooral Canadezen, maar ook 22 Amerikanen en 2 Britten. Ze gaan in Zwitserland 50 trucks ophalen. Eigenlijk kunnen ze dan makkelijk ontsnappen, maar ze houden zich aan hun belofte dat niet te doen.

De krijgsgevangenen werken in drie groepen die in heel Duitsland opereren. Twee vanuit Moosburg, een vanuit de buurt van Berlijn. Het werk is gevaarlijk en zwaar. Soms moeten de mannen 48 uur aan een stuk in het getouw blijven zonder te slapen. Weken aan een stuk gaan ze in depots voedsel ophalen en dan krijgsgevangenkampen bevoorraden en soms ook de concentratiekampen. 

Canadese krijgsgevangenen-chauffeurs, hun Zwitserse begeleider en Duitse bewakers wachten tot er zich volk aandient om de trucks leeg te maken, omgeving van Berlijn, april 1945 (archief Internationale Rode Kruis).

Enkele keren worden ze ook uitgestuurd om voedsel te bezorgen aan andere krijgsgevangenen, die op weg zijn van een kamp naar een ander, of aan de deelnemers van “dodenmarsen” (bewoners van kampen, die door de geallieerden bevrijd lijken te gaan worden, worden gedwongen te voet naar verderop gelegen kampen te marcheren).

De condities waaronder dit moet gebeuren zijn chaotisch en gevaarlijk, in een Duitsland dat in elkaar aan het stuiken is. Elke bewegende persoon of bewegend voertuig is een doelwit voor de geallieerde vliegtuigen. Een Amerikaanse krijgsgevangene-chauffeur komt bij een geallieerde luchtaanval om het leven. Terugtrekkende Duitse troepen zijn geen grote fans van het werk van de Canadezen, en ook de Duitse bevolking is vijandig. Een enkele keer wordt een truck tegengehouden en leeggehaald.

Vrachtwagens van het Internationale Rode Kruis worden vanuit treinwagons volgeladen met pakjes ergens in Duitsland, waarschijnlijk in Moosburg (Archief Internationale Rode Kruis).

Een droomontmoeting, een helse tocht

Begin april krijgt een van de drie groepen een heel andere opdracht. Ze moeten naar Ravensbrück, een groep vrouwen ophalen.

Als de vrouwen uit de poort van Ravensbrück stappen, staan de Canadezen er al een tijdje. Zelfs al zijn de vrouwen uitgekozen voor hun “betere conditie”, toch zijn de militairen geschokt door wat ze zien. Weken - en heel wat voedsel en zorg - later beschrijft een Amerikaans diplomaat hen nog “als een konvooi van martelaars, verschrikkelijk gekwetst, als skeletten, een angstaanjagend zicht”.

De ontmoeting is heel emotioneel en zal alle aanwezigen levenslang bijblijven. Een vrouw vertelt later dat ze pas geloofde dat dit echt was toen ze de soldaten zag wenen. Een andere vrouw vertelt dat ze veel geluk hebben gehad, nog diezelfde ochtend zijn in het kamp 500 mensen vergast.

Archives CICR (DR)

En dan begint een tocht van meer dan 700 kilometer tot aan de Zwitserse grens. Na een paar kilometer al rijdt een vrachtwagen lek. De reis duurt dagen. Bij het kleine Beierse stadje Hof valt het konvooi zonder brandstof. De vrouwen en de chauffeurs moeten twee nachten op stro slapen in een schuur. Als het verder gaat, rijden ze door de bijna platgebombardeerde middeleeuwse stad Ulm, alleen de kathedraal staat er nog recht. Volgens de diepgelovige Poolse gravin een mirakel dat bewijst “dat God nog van tel is in deze wereld”. 

Op 9 april, laat in de namiddag, komt het konvooi aan in Kreuzlingen, een Zwitsers grensplaatsje bij het Duitse Konstanz. De Duitse grenswachten doen de vrouwen uitstappen en, voor het laatst in rijen van vijf, stappen ze de grens over, naar de vrijheid. Hun Canadese redders keren om en gaan terug aan het werk. Ze zullen tot eind mei, ook na de Duitse capitulatie, blijven doorwerken.

De vrachtwagens met de Franse vrouwen hebben net de grens met Zwitserland overschreden.
Archives CICR (DR)
Een van de vrouwen die bij aankomst in Zwitserland is opgenomen in het ziekenhuis van Münsterlingen.
Archives CICR (DR)

De Franse vrouwen krijgen een speciale opvang om te bekomen, eerst in Kreuzlingen, daarna in het Franse Annemasse, net over de grens. Een eerste groep wordt triomfantelijk ontvangen in Parijs op 14 april, ook generaal Charles de Gaulle komt hen begroeten.

En de laatste wens van Marie-Louise Zimberlin wordt verwezenlijkt: ze sterft op Franse bodem, op 13 april, in de armen van haar zus Sophie en vrienden uit Cluny. Nog tien andere vrouwen overlijden kort na hun terugkeer.

Het verslag van de aankomst in Parijs in de krant van de communistische partij L'Humanité. Een 30-tal van de teruggekeerde vrouwen waren communisten en zij werden ontvangen door het centraal comité van de partij. Op de foto een van die vrouwen, Martha Desrumeaux, die haar verhaal doet, en enkele vrouwen tijdens de ontvangst (16-04-1945, BnF Gallica).
De aankomst in het station in Parijs (Wikimedia Commons).

De Zweedse en Deense witte bussen

Omdat het alsmaar gevaarlijker wordt in het ineenstortende Duitsland probeert het Internationale Rode Kruis daarna niet meer om gevangenen uit Ravensbrück naar Zwitserland te brengen. Uit het veel dichter bij Zwitserland  gelegen concentratiekamp van Mauthausen brengt de organisatie in de loop van april 1945 wel nog zo’n 1500 gevangenen naar de vrijheid. 

Onder meer in Ravensbrück nemen het Zweedse en het Deense Rode Kruis de rol van het Internationale Rode Kruis over met de veel bekendere operatie “Witte Bussen”. In de laatste weken van de oorlog slagen ze erin 7795 Noren en Denen uit allerlei kampen weg te halen. En dan nog eens 7550 gevangenen, vooral uit Ravensbrück, overwegend Polen, Fransen, Nederlanders en Belgen. De operatie is genoemd naar de witte bussen waarmee de gedeporteerden door Denemarken naar Zweden werden gebracht.

"Witte Bussen" rijden op 17 april 1945 met vrijgelaten Deense gedeporteerden door de Deense stad Odense, luid toegejuicht door de menigte (Wikimedia Commons).

Een journaliste van het tijdschrift "The Newyorker" interviewde een van de overlevende vrouwen kort na haar terugkeer. Het ontroerende en beklijvende gesprek werd gepubliceerd op 28 april 1945.

Dit artikel is deels een bewerking van een artikel in het Canadese National Post.

Meest gelezen