De tijdbom van de hormonen - Greet Pluymers

Dag in dag uit gebruiken we onze kinderen als proefkonijn en onze overheid laat dit gebeuren. "Hormoonverstoorders spelen met de gezondheid van onze kinderen en onze kleinkinderen," zegt de Wereldgezondheidsorganisatie, "Er moet dringend actie worden ondernomen om dit te stoppen". Greet Pluymers zoekt het uit voor "Panorama".
analyse
Analyse

Greet Pluymers is journalist bij Panorama. Haar documentaire wordt vanavond uitgezonden op Canvas.

Voor Panorama onderzocht ik of deze alarmerende boodschappen kloppen. Helaas, ja: het is ontstellend hoeveel hormoonverstorende stoffen ongemerkt ons lichaam binnendringen en daar schade aanrichten.

Een zomer lang zaten ze in je zonnecrème, ze liggen in je koelkast, zitten in het toestel waarop je dit leest, dampen uit je meubelen, zweven in de lucht, glippen mee met je blikje frisdrank, ..

Softwaregesjoemel

Het gaat om minstens 800 chemische stoffen die onze hormoonwerking imiteren. Via de zwangere vrouw komen ze bij de foetus en vooral dan is de kans dat het misloopt reëel. Een kwestie van fout moment, foute plaats en vele jaren later blijkt dan een aan/uit-knop verkeerd gemonteerd werd want hormoonverstoorders sjoemelen met onze software. Sinds kort weten we heel goed wat dàt betekent.

De eerste onthutsende vaststellingen komen uit de dierenwereld: populaties van roofvogels, alligators, zeehonden die drastisch dalen omdat ze afwijkingen aan de geslachtsorganen hebben. In de Noordzee werden zeeslakken gevonden die én vrouwelijk én mannelijk waren geworden door contact met een (nu verboden) stof in scheepsverf.

Van meer en meer hormoonverstoorders is intussen bewezen dat er een verband is met afwijkingen aan de geslachtsorganen, maar ook met een aantal kankers, vervroegde puberteit, obesitas, diabetes, leer- en gedragsproblemen.

(Niet) getest op kinderen

De Deen Niels Erik Skakkebaek is endocrinoloog, specialist in de werking van hormonen. Als boerenzoon is er spelenderwijs DDT op hem gespoten, het wondermiddel dat ongedierte doodt zonder de plant te vernielen. De boerenzoon is later diegene geworden die ontdekt dat er in het milieu stoffen zitten die de spermakwaliteit en vruchtbaarheid van de man om zeep helpen. Het is een bevinding die geld oplevert voor meer onderzoek. En dat leidt tot nog onrustwekkendere resultaten.

Ook de hersenen, het commandocentrum van onze hormonale werking, worden aangetast. Milieu- en gezondheidsarts Philippe Grandjean, een Deen die ook aan de befaamde Harvard Universiteit doceert, toont in zijn boek “Only One Chance” aan dat zelfs een uiterst minieme blootstelling aan een hormoonverstoorder neurologische schade kan toebrengen aan een foetus. IQ-verlies, autisme, ADHD, verklaard vanuit hormoonverstoring.

Stof per stof zijn het vaak onschuldige hoeveelheden die we binnenkrijgen, maar de optelsom van al die stoffen vormen een hogere dosis én een gevaarlijkere cocktail. Bovendien kan zelfs een minimale dosis van één stof voor een ongeboren kind of een kind in volle ontwikkeling al schadelijk zijn.

Fictie, zegt de industrie en ze test niets

Het klinkt te eenvoudig: als je iets niet kan verklaren, zeg dan dat het aan de milieuvervuiling, aan de industrie ligt. Gaat het hier om ‘believers’ versus ‘non-believers’?

Toch niet. Alle artsen en onderzoekers die zich verdiept hebben in de werking van hormonen en hormoonverstoring, komen tot eenzelfde bevinding: stoffen die hormonen imiteren vormen een groot risico voor een kind in ontwikkeling, zelfs bij een uiterst minieme blootstelling.

Aan de kant van de ‘non-believers’ staan geen endocrinologen. Wel toxicologen of onderzoekers die niet gespecialiseerd zijn in de werking van hormonen. De Europese Chemiefederatie geeft onomwonden toe dat ze zélf publicaties besteld heeft om het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie te ondermijnen. “Wij vinden dat dit rapport duidelijk eenzijdig is en slechts één kant, één aspect van de volledige zaak belicht,” zegt Erwin Annys van de Europese Chemiefederatie CEFIC, “We hebben een protestbrief geschreven aan de VN en een tegenstudie besteld”. Onder meer een directeur van het cosmeticabedrijf L’Oréal en een toxicoloog die destijds nog voor de Philip Morris werkte, schreven een studie om te bewijzen dat er niets aan de hand is.

Ik voel het lobbywerk ook zelf. Eens de Europese Chemiefederatie weet dat ik met het onderwerp bezig ben, halen ze er ook de pesticide-, biocide- en cosmeticasector bij om mij te “briefen”. Natuurlijk is de sector bang voor economische verliezen en het spreekt voor zich dat chemische stoffen onmisbaar geworden zijn in onze samenleving. Maar het stelt me niet gerust om uit de mond van ECHA, het chemische agentschap van de Europese Unie, te moeten horen dat van de 100 000 stoffen die wereldwijd in omloop zijn, amper 5 procent getest werd, dat de gebruikte tests niet up-to-date zijn en dat de industrie nooit test op hormoonverstoring.

Wat niet weet, wél deert

“Het gaat echt de foute kant op,” zegt Maria Neira, directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Haar rapport is intussen al drie jaar oud en de industrie heeft de Europese Commissie vakkundig belet om maatregelen te nemen.

Het mag onze eigen overheid niet tegenhouden om ons te beschermen. De Scandinavische landen en Frankrijk doen dat, want ook al is er veel niét geweten, de wetenschappelijke consensus is er. Overheid en industrie kunnen echt niet langer zeggen: we hebben het nooit geweten.

Sinds kort heeft de Gezinsbond een brochure met praktische tips om hormoonverstoorders te beperken. Het is eigenlijk de plicht van een overheid om die informatie te geven én om ook voorzorgsmaatregelen te nemen. In Denemarken heb ik gemerkt dat elke jonge ouder de tips kent. Of ze de tips opvolgen, kan dan hun eigen verantwoordelijkheid zijn.

Als gesjoemel met software niet wordt geduld in een auto, dan kan het zeker niet worden geduld in onze kinderen.

Meest gelezen