Wie beslist welke hulpverlener waar en wanneer in actie komt? Bijna 3 weken na watersnood blijft dat onduidelijk

Bijna drie weken na de watersnood blijft er kritiek komen op de hulpverlening. De hulp kwam te traag op gang en ook vandaag loopt de coördinatie van hulpdiensten nog niet helemaal vlot. De brandweer, politie, lokale en provinciale besturen, het crisiscentrum, het leger ... allemaal zijn ze aanwezig op het terrein. Wie komt er wanneer in actie, en misschien nog belangrijker: wie moet dat dan eigenlijk coördineren of aansturen? Het antwoord op die vraag blijkt niet eenvoudig en net daar wringt het schoentje.

Vorige week gaf een reportage in "Terzake" aan hoe amateuristisch de hulpverlening in de getroffen gebieden soms verloopt. Professor crisismanagement Hugo Marynissen (Antwerp Management School) gaf toen al aan dat ons land niet klaar is voor grote crisissituaties.

Er is geen duidelijke wetgeving die vastlegt wie het commando heeft bij grote rampen, klonk het. Wie bepaalt welke diensten wanneer en waar precies in actie treden bij een grote ramp, is dus niet duidelijk. Al zijn er wel enkele systemen en mechanismen die in actie treden bij een ramp. We lijsten even op.

Er is geen wetgeving over waar het commando komt te liggen bij grote rampen

Bert Brugghemans

Welke rampenniveaus zijn er?

Er zijn verschillende rampenniveaus: van heel lokaal tot federaal. Hulpverlening steunt op vijf pijlers of fundamenten: de brandweer, de medische hulpverlening, de politie, de logistieke steun en de communicatie. Bij wie die communicatieve (en soms ook coördinerende) rol zit, hangt af van de omvang en het niveau van de ramp.

Bij de heel lokale fase begint alles in principe bij de hulpdiensten zelf. Stel: er gebeurt een ontploffing in een fabriek, dan is het de lokale brandweerzone die in actie komt. Als er andere hulpdiensten bij betrokken zijn, zoals ambulances en politie, wordt er een commandocentrum opgezet.

De communicatie en coördinatie (en in deze commando) blijft dus binnen de hulpverlening zelf. Bijvoorbeeld bij de instorting van het schoolgebouw in aanbouw in Antwerpen - en de zoektocht naar vermisten die daarop volgde - bleef de coördinatie bij de brandweer, die een commandobus bij de site hadden gezet, waar alle hulpdiensten geregeld verzamelden om de situatie te bespreken.

Koning Filip bezoekt de hulpverleners in Antwerpen, achter hen staat de coördinatiebus:

Nicolas Maeterlinck

Stel dat door de brand zowat de hele gemeente moet worden geëvacueerd, of dat er mensen zijn die hun huis kwijt zijn en opvang en eten nodig hebben, dan kan de gemeentelijke fase ingaan en kondigt de burgemeester het gemeentelijke rampenplan af. Dat gebeurt dan op vraag van en in samenspraak met de hulpdiensten op het terrein.

De burgemeester neemt dan de communicatierol over. Hij of zij is dan niet per se bezig met de brand, de bron van het probleem, maar wel met de consequenties en het leefbaar houden van de lokale samenleving. Het opzetten van evacuaties horen daarbij bijvoorbeeld. Elke gemeente moet nood- en interventieplannen hebben. Welke sporthallen gebruikt kunnen worden voor noodopvang bijvoorbeeld.

In "Terzake" werd vorige week een beeld geschetst van hoe amateuristisch de hulpverlening soms verloopt. Herbekijk hieronder de reportage:

Videospeler inladen...

Bij de watersnood was al snel duidelijk dat de ramp niet binnen de gemeentegrenzen bleef. Elke gemeente heeft een rampencoördinator en vaak heeft die al contact gehad met de rampencoördinator op provinciaal niveau. Als de ramp te groot is, of de gemeentegrenzen overstijgt, dan kan de provinciale fase ingaan.

De gouverneur kondigt dan het provinciale rampenplan af en neemt de communicatie over. Maar een burgemeester en gouverneur zijn niet bezig met waar welke bluswagen naartoe moet – daar blijven de commandoposten op het terrein voor bevoegd. Burgemeester en gouverneur communiceren naar de buitenwereld en doen vaak de overkoepelende coördinatie, maar voeren dus niet per se het directe commando over de concrete inzet van hulpdiensten.

Zou de hulpverlening beter verlopen mocht er nog een federale fase zijn? Niet per se, het nationaal crisiscentrum geeft geen commando

Bert Brugghemans

Wanneer de ramp of de gevolgen ervan dan ook de provinciegrenzen overschrijden, kan de minister van Binnenlandse Zaken de federale fase afkondigen en neemt die de communicatieve sleutelrol over. "De gemeentelijke en provinciale fases blijven parallel doorlopen", licht Marynissen toe wanneer we hem vragen wie de precieze coördinatie dan op zich neemt. "Maar de minister neemt dan samen met het nationaal crisiscentrum de communicatie en coördinatie over." Ook de federale politie kan grootschalig worden ingezet.

Ook hier is opnieuw de conclusie: het crisiscentrum coördineert en communiceert, maar stuurt niet per se op het terrein de hulpdiensten aan. En dan blijft de vraag: wie dan wel? 

Wie stuurt welke hulpdiensten aan?

Wie de hulpdiensten aanstuurt bij grote rampen en het algemene overzicht heeft van noden en beschikbare middelen is dus niet meteen heel erg duidelijk.  Vaak zijn het de commandoposten op het terrein zelf. "Binnen hulpverlening is er de ongeschreven regel dat je wacht op een concrete vraag van andere hulpverleners", zegt brandweercommandant Bert Brugghemans van de Antwerpse brandweer.

Of de ramp nu in een lokale of federale fase zit, elk niveau kan extra hulp aanspreken, bijvoorbeeld van andere brandweerzones. "Wij zijn in de brandweerzone Antwerpen vrij snel gecontacteerd door het provinciale crisiscentrum van Luik met een concrete vraag om boten en duikers te sturen, wat we dan ook gedaan hebben", zegt Brugghemans. “Daar ter plekke is er geen onmiddellijk overkoepelend commando, er is ook geen wettelijk kader dat het overkoepelende commando regelt bij grote rampen."

"Wij hebben als brandweer door de jaren heen vrijwillig een netwerk en afspraken tussen korpsen ontwikkeld", legt de brandweercommandant voorts uit. "Daardoor kunnen wij manschappen sturen die onder leiding kunnen werken van een plaatselijke commandant."

Naast de vele burgerinitiatieven is ook het Rode Kruis actief in de regio. Wie bepaalt wanneer zij in actie komen? "Het zijn onze collega’s van het Croix Rouge de Belgique die er actief zijn, in principe wachten zij tot er een concrete vraag komt vanuit de overheid", zegt de woordvoerder van het Rode Kruis Vlaanderen. "En zij kunnen dan op hun beurt onze hulp inschakelen. Die opdracht kan ook inhouden om naar een gemeente te gaan en een zicht te krijgen op bepaalde noden."

De kritiek luidt dat het Croix Rouge de Belgique te traag zou zijn opgeschaald, of te laat hulp heeft ingeroepen. Je kan je dan ook de vraag stellen of het watervalsysteem aan vragen - van de Waalse overheid of provincies naar Croix Rouge, van Croix Rouge naar Rode Kruis Vlaanderen - wel efficiënt is, en of het niet beter is dat er een overkoepelend commando komt, dat de diensten rechtstreeks aanspreekt.

Ook het leger is actief in de regio. Zij voorzien bij rampen, samen met de civiele bescherming, vooral in logistieke ondersteuning. "Bij het overleg in de federale fase is Defensie sowieso aanwezig en daar hebben ze ook de concrete vraag gekregen om te gaan helpen na de watersnood", zegt Yves Stevens van het crisiscentrum, "maar in principe kunnen ook lokale besturen meteen vragen voor hulp doorspelen naar Defensie."

Het leger wordt ook ingezet bij de hulpverlening. Bekijk er hieronder een reportage over uit "Het Journaal" van afgelopen zaterdag:

Videospeler inladen...

Waar wringt dan het schoentje nu?

Het grote probleem lijkt de laatste en cruciale pijler van de hulpverlening: de communicatie. Die pijler lijkt te beperkt, want communicatie en (soms ook coördinatie) betekent niet per se commando. "Het ontbreekt ons aan wetgeving die bepaalt waar dat centrale commando precies komt te liggen bij grote rampen", herhaalt Brugghemans. "Dat wij met brandweerzone Antwerpen naar Luik gingen en hoe we samen met de lokale zone de hulpverlening konden opstarten, is te danken aan ons vrijwillige netwerk van brandweerzones zelf."

Nochtans kan het ook anders. "In Duitsland zag je dat er een heel tentenkamp werd opgezet op het racecircuit Nürburgring als centraal operatiekwartier, waar informatie over lokale noden toekwam en van waaruit hulpdiensten vertrokken", aldus Brugghemans. "Bij ons verzamelden de brandweerdiensten wel in de kazerne bij Verviers, maar een echt commandocentrum is er niet gekomen."

De federale fase werd een tiental dagen na de hevige regenval weer teruggeschroefd. Was dat te snel? "Je zou kunnen argumenteren van wel, de regen was dan wel gestopt, maar de echte ellende is voor veel mensen dan pas begonnen en loopt tot vandaag verder", zegt Marynissen. "Ook de grootschalige hulpverlening is dan nog nodig, en dus ook de coördinatie ervan."

Yves Stevens van het crisiscentrum benadrukt dat het crisiscentrum nog altijd zijn functie heeft bij de coördinatie, maar dat de gouverneurs nu vooral een grotere rol spelen.

"Ik heb de indruk dat de ramp onderschat is, en nog altijd onderschat wordt", aldus Brugghemans. "Mochten we nog in een federale fase zitten, dan weet ik niet of het veel zou helpen bij de hulpverlening. Het crisiscentrum levert goed werk, maar ze hebben een informerende en coördinerende functie, en geen directe commandofunctie."

De brandweer verzamelde wel in de kazerne bij Verviers, maar een echt commandocentrum is er niet gekomen

Bert Brugghemans

En over die overkoepelende commandofunctie moet dus nagedacht worden, aldus Brugghemans. "In principe gaat het bij humanitaire rampen in het buitenland vaak zo: lokale besturen geven aan een centraal punt door waar ze nood aan hebben, het overkoepelend commando krijgt die info binnen en verdeelt dan de middelen. Bij de watersnood zijn hier ook de lokale besturen letterlijk slachtoffer waardoor ze zelf ook niet snel en makkelijk zicht kregen op de noden, maar ook dan zou een commandocentrum zelf verkenners kunnen uitsturen die zicht moeten krijgen op de situatie."

Volgens Brugghemans en Marynissen moet er nagedacht worden over hoe een dergelijk operationeel commandosysteem kan worden opgezet in de toekomst. Een zelfde signaal is te horen bij het Rode Kruis en het crisiscentrum. 

Bij het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) is te horen dat de federale fase is afgelopen en het aan de lokale besturen (gouverneurs en burgemeesters) is om de noden door te geven, en dat het een kwestie is van beschikbare middelen op de noden af te stemmen. De civiele bescherming stuurt mensen uit op het terrein om te gaan kijken wat die noden precies zijn. Er wordt verwezen naar het commissariaat voor de wederopbouw bij de Waalse regering - dat minister-president Di Rupo (PS) aanstelde -, hoewel dat eerder de heropbouw op (middel)lange termijn bestudeert.

Meest gelezen