Nicolas Economou/NurPhoto

Oost-Europese oerbossen worden massaal verhakseld tot houtpellets: blijft Europa subsidies uitkeren voor dit soort biomassa?

Moet Europa nog subsidies uitkeren voor biomassa en houtpellets uit Europese bossen? Over die vraag buigt het Europees Parlement zich vandaag. Het is een heikele kwestie. Net nu blijkt immers dat een groot deel van dat hout niet afkomstig is van afval uit duurzaam beheerde bossen, maar van gevelde bomen uit beschermde wouden in Roemenië, Bulgarije, Slovakije en Polen.

Hoe maak je de omschakeling van fossiele brandstoffen naar een energiesysteem dat werkt op duurzame en hernieuwbare energiebronnen? Voor Europa is het duidelijk: door massaal windmolens en zonnepanelen te installeren, maar ook… door hout te verbranden. In geen enkel werelddeel worden er zo veel houtpellets verbrand als in het onze.

Biomassa, zo heet het in theorie, haalt immers CO2 uit de lucht doordat bomen in de loop van hun leven koolstof uit de lucht halen en opslaan. Als je dat hout vervolgens verbrandt, voeg je dus geen extra koolstof toe aan de lucht (gesteld dat je de nieuw aangeplante boom even lang laat staan als de omgehakte, zodat die opnieuw evenveel koolstof kan capteren). Dat doe je wel als je olie, kolen of gas uit de bodem haalt om die vervolgens te verbranden.

Opnieuw: in theorie klinkt het als een goed idee. Zeker omdat Europa bij biomassa denkt aan restafval uit bosbeheer: snoeihout, dood hout of bomen die door stormwinden zijn ontworteld. Hout waar je verder niet veel mee aan kan dus. Daarnaast gaat het ook om hout uit de industrie. Zaagsel bijvoorbeeld, of bomen uit houtkwekerijen die niet de gewenste maat hebben. Gebruiken maar, zegt Europa. Het ondersteunt de bedrijven die zulke houtpellets aanmaken met subsidies voor hernieuwbare energie, goed voor zo’n 16 miljard euro.

120 miljoen ton

Maar dat is de theorie. In de praktijk sneuvelen er voor die zogenaamd duurzame biomassa ook perfect gezonde bomen die soms zelfs eeuwenoud zijn. En stilaan daagt het besef dat het probleem wel eens veel groter zou kunnen zijn dan gedacht.

Zo bleek in 2020 uit onderzoek van de Europese Commissie dat 37 procent van al het gebruikte hout in de Europese biomassa-industrie uit primair hout bestaat, hout uit bossen dus (in tegenstelling tot secundair hout, dat uit de industrie komt). Nog eens 14 procent bleek ontraceerbaar, maar  “de bron is meer dan waarschijnlijk [ook] primair hout”, luidde het.

In sommige gevallen bleken bomen gekapt die 120 tot 130 oud waren, en dus van onschatbare waarde voor het ecosysteem

Het gaat om enorme hoeveelheden. Alleen al het hout dat niet te traceren viel, was goed voor een massa van 120 miljoen ton. Dat is meer dan de hele Finse houtindustrie.

Dat er zo veel hout uit de Europese bossen komt, eerder dan uit de industrie, zou geen probleem moeten zijn als dat hout op een duurzame manier verzameld werd. Maar ook daar knelt het schoentje.

"Europa offert eeuwenoude bossen op aan energie"

Vorige week bond het Environmental Investigation Agency (EIA) de bel aan. “Er zit een leugen in het hart van Europa’s klimaatbeleid: de drogredenering dat bomen verbranden goed is voor het klimaat”, klonk het scherp bij de presentatie van nieuw onderzoek naar de herkomst van al dat brandhout. 

De Energy Pellets-fabriek in Bulgarije verwerkte bomen uit Natura 2000-gebieden tot houtpellets. Die pellets belandden, naast in Bulgarije, ook op de markt in Griekenland, Italië en Duitsland. (Beeld: EIA)

Het EIA stuitte dan ook op ontluisterende praktijken. Twaalf biomassa- en pelletfabrieken in Roemenië, Bulgarije, Polen en Slovakije bleken samen tienduizenden bomen verwerkt te hebben uit beschermde Natura 2000-wouden, natuurreservaten en nationale parken. Hele bomen, geen snoeihout dus.

Bij terreinonderzoek stootten ze op schijnbaar gezonde stompen die recht uit de bosbodem omhoog staken: het kon dus ook niet gaan om bomen die bijvoorbeeld door een storm ontworteld waren. In sommige gevallen ging het om bomen die 120 tot 130 oud waren, en dus van onschatbare waarde voor het ecosysteem. Het duurt generaties voor een nieuw aangeplante boom dezelfde functie kan vervullen - gesteld dat het bos tegen dan niet onherroepelijk verloren is gegaan.

Veel succes met je Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie als je de subsidies voor primair hout schrapt, argumenteert de industrie

Een derde van alle hout dat in Roemeense pelletfabrieken eindigde, blijkt uit zulke beschermde gebieden te komen. Dat geldt ook voor 40 procent van alle Roemeense biomassa die vervolgens naar Europa geëxporteerd wordt. Dat hout belandt in groten getale in Italië, maar ook in ons land.

“De mensen denken dat ze een duurzame keuze maken wanneer ze houtpellets kopen”, zegt David Gehl van het EIA in The New York Times, “maar in werkelijkheid stuwen ze de vernietiging van de laatste wilde wouden in Europa”. “Europa offert zijn eeuwenoude bossen op aan energie”, blokletterde de krant prompt.

In het Roemeense nationale park Cheile Bicazului – Hășmaș werden in 2020 bomen ontworteld door een valwind. Houtkapbedrijven kregen vervolgens licenties om 60 hectare vrij te maken. Maar naast gevelde bomen blijken er nu ook gezonde bomen gekapt. Van het bos schiet er niet veel meer over. (Beeld: Planet Labs)

Winter voor de deur

In het Europees Parlement zullen ze vandaag dus weten waarover te praten.  Er zal immers gestemd worden over de vraag of bio-energie uit primair hout nog gesubsidieerd moet worden, nu blijkt dat die toch niet zo duurzaam is.

Voor ons land is het duidelijk: die subsidies moeten worden geschrapt. Nederland, Duitsland en Luxemburg sluiten zich aan bij dat standpunt.

Maar de Oost-Europese en Baltische lidstaten, die nog uitgestrekte wouden op hun grondgebied hebben, zetten de hakken in het zand. Voor hen staat er immers heel wat geld op het spel, in de vorm van onder meer vrijstellingen van belastingen, projectbeurzen en terugbetalingen van installaties.

Ook de sector laat haar stem horen. Die vraagt zich af hoe Europa zijn ambitieuze doelstellingen voor hernieuwbare energie denkt te zullen halen. Er rijzen plannen om die doelstellingen opnieuw te verhogen van 40 naar 45 procent tegen 2030. Veel succes daarmee, argumenteert de sectorvereniging Bioenergy Europe op haar website, als je de subsidies schrapt voor biomassa uit primair hout.

“Duurzame bioenergie maakt bijna 60 procent uit van onze hernieuwbare energie, en is goed voor 21 procent van alle energie die Europa binnen zijn grenzen produceert”, klinkt het ook nog. Dat is goed voor de verwarming van 50 miljoen huizen en 40 gigawatt aan elektriciteit, vult de internationale tegenhanger Bioenergy World aan in een opiniestuk op Euractiv.

Het zijn argumenten die allicht niet op een koude steen zullen vallen, nu overal in Europa burgers zich afvragen hoe ze de volgende winter hun huizen zullen verwarmen. En dat beseffen de Europarlementariërs ook maar al te goed.

Meest gelezen