Copyright 2022 The Associated Press. All rights reserved.

Tineke Ceelen trekt langs frontlinie in Oekraïne: "Je moet maar twee vragen stellen en iedereen huilt"

“Af en toe kom je in spooksteden als Charkov oude mensen of mensen met een beperking tegen, die niet konden of wilden vertrekken. Heel moeilijk.” Tineke Ceelen, directeur van de Nederlandse Stichting Vluchteling, trok de voorbije anderhalve week langs de frontlinie in Oekraïne. “De pijn en ellende zit bij de Oekraïners heel dicht onder de oppervlakte”, doet ze verslag in “De ochtend” op Radio 1.

Enkele uren na het bombardement op het winkelcentrum in Krementsjoek is Tineke Ceelen ter plaatse. “Mensen stonden er al te vegen, en de broodjes en koffie werden al uitgedeeld. De brandweer en het leger kregen intussen aangeleverd wat ze nodig hadden om naar slachtoffers te zoeken. Ik heb in mijn lange carrière in humanitaire crisissen nog nooit zoveel vastberadenheid gezien om een conflict te winnen en elkaar te helpen.”

Oorlogsgewonden

Internationale hulpverleners moeten in Oekraïne dan ook anders te werk gaan dan ze gewend zijn. “Als we in pakweg Soedan, de Centraal-Afrikaanse Republiek of Afghanistan arriveren, zetten we parallelsystemen op: eigen klinieken, eigen voedseldistributiecentra, noem maar op. In Oekraïne functioneert de overheid nog, zijn er lokale ngo’s en ontelbaar veel lokale vrijwilligersinitiatieven.”

Beluister hier het volledige gesprek met Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, in "De ochtend":

Hulpverleners ondersteunen er dan ook vooral de Oekraïense initiatieven. “We leveren de goederen waar om gevraagd wordt, en bieden onze specialistische kennis aan in bijvoorbeeld medische situaties. In een ziekenhuis zag ik bijvoorbeeld oorlogsgewonden die er afschuwelijk aan toe waren. Ook bij het ruimen van achtergelaten boobytraps en landmijnen delen we onze expertise.”

"Iedereen huilt"

Want er mag dan wel veel onderlinge verbondenheid zijn, volgens Ceelen zijn de problemen in het land niet te overzien. “Steden als Charkov worden vrijwel dagelijks gebombardeerd en zijn in spooksteden veranderd. De stilte op straat is ontzettend beklemmend. Af en toe kom je hele oude mensen of mensen met een beperking tegen, die niet konden of wilden vertrekken. Er is geen elektriciteit, gas of water, en de supermarkten functioneren er niet. Oude mensen vragen om luiers voor volwassenen. Zo’n verhalen vind ik heel moeilijk.”

“De pijn en ellende zitten heel dicht onder de oppervlakte. Je moet maar twee vragen stellen en iedereen huilt. Volwassen mannen zeggen: “We zijn niet bang voor de oorlog of voor het geweld, maar wel voor de leegte in de toekomst. We weten niet waar dit naartoe gaat en hoe lang dit nog gaat duren”. Tegelijkertijd zei een oude vrouw: “We winnen deze oorlog, al kost het ons onze laatste zonen”. Ik blijf het er koud van krijgen.”

"Wat met de winter?"

Ceelen vraagt zich af wat de recente bombardementen op burgerdoelen zullen betekenen voor de vluchtelingencijfers. “Volgens de Verenigde Naties zijn momenteel zeven miljoen mensen binnen de Oekraïense landsgrenzen op de vlucht, en gingen al vijf miljoen mensen naar het buitenland. Heel wat mensen dachten dat ze redelijk comfortabel en veilig waren, maar dat blijkt nu niet zo te zijn. Het zou zomaar kunnen dat de gebeurtenissen van de afgelopen dagen opnieuw voor mensen op de vlucht zorgen.”

De directrice van Stichting Vluchteling benadrukt dat de problemen in Oekraïne niet snel zullen zijn opgelost. “Tien miljoen mensen hebben voedselhulp nodig, en niet alleen vandaag. Als je er vandaag een doos voedsel gaat brengen, kan je morgen opnieuw beginnen. 13 miljoen mensen hebben hulp nodig met drinkwater en hygiënische voorzieningen. En wat te denken van de winter?”

Meest gelezen