Coronacrisis kost steden en gemeenten miljoenen in de komende jaren
De coronacrisis heeft zware gevolgen voor onze economie, maar ook bij de gemeentebesturen hakt ze er zwaar in. De steden en gemeenten moeten de komende jaren rekening houden met heel wat minder inkomsten. In het totaal zouden de Limburgse gemeenten samen volgend jaar al zeker 2 miljoen euro minder inkomsten krijgen.Â
De steden en gemeenten halen een groot deel van hun inkomsten uit de toeslag op de personenbelastingen. Als de inwoners dus minder inkomsten hebben, bijvoorbeeld doordat ze lange tijd werkloos zijn geweest of hun job verloren hebben, krijgt de gemeente de volgende jaren ook minder inkomsten. Dat zal volgens berekeningen van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in zowat alle Limburgse gemeenten het geval zijn.Â
Een ander deel van de inkomsten komt uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing, een gemeentelijke toeslag op de belastingen op gebouwen. Doordat gevreesd wordt voor faillissementen bij bedrijven, zullen meer gebouwen leegstaan en zullen daaruit minder belastingen voortvloeien. Volgens VVSG-voorzitter Wim Dries (CD&V) zouden daar in Limburg alleen Ham, Lanaken en Genk vooral mee te kampen hebben. "Anders is het met de personenbelasting", zegt Dries. "Als ik bijvoorbeeld naar mijn eigen stad Genk kijk, dan gaat het om een half miljoen euro minder per jaar. Als je dat projecteert naar de komende vijf jaar, komt er 2,5 miljoen euro minder binnen."
"Bij ons geen belastingverhoging"
Ook in Zonhoven hebben ze ondertussen hun financiële plaatje bekeken. Daar blijkt uit de gewijzigde prognoses tot en met 2025 vanuit de hogere overheid dat ze 1.660.000 euro minder uit de personenbelasting zullen ontvangen dan eerst begroot. Voor de inkomsten uit onroerende voorheffing wordt 200.000 euro minder verwacht. "Tel daarbij de extra kosten aan veiligheids- en hygiënemaatregelen die we dit jaar al hebben moeten maken, dan loopt het verder op. Maar daar tegenover staat een aantal besparingen doordat heel wat evenementen niet konden plaatsvinden. Zo hebben we het voorziene tekort voor de komende jaren toch nog kunnen beperken tot iets meer dan 1 miljoen. Hogere belastingen zullen er alleszins niet komen," zegt schepen van Financiën Bram De Raeve (Open VLD).
Wie zal dat betalen?
De steden en gemeenten zullen dus de komende jaren de tering naar de nering moeten zetten. Hoe dat precies zal gebeuren, is over het algemeen nog niet duidelijk. Dat er bespaard zal worden, lijkt onvermijdelijk. Ook kunnen ze bijkomende leningen aangaan. Die moeten ook wel terugbetaald worden in de toekomst, maar door de lage interesten belasten ze daarmee hun toekomstige begrotingen niet al te erg.
