Zes op de tien ouderen willen in eigen woning blijven wonen
Zeggen dat mensen bij het ouder worden het liefst in hun vertrouwde woonomgeving blijven wonen, is een open deur intrappen. Vaak wonen mensen al lang in die woning en zijn ze gehecht aan de herinneringen, de gewoontes en structuur die rond die woning hangt.
Maar in haar artikel "Denken over later? Attitudes van ouderen ten opzichte van verschillende woonvormen in Vlaanderen" nuanceert An-Sofie Smetcoren dat beeld. Zo is "ageing in place" "niet voor iedereen de ideale strategie om goed ouder te worden". "Er is nood aan een brede waaier van woonmogelijkheden, rekening houdend met de diversiteit onder ouderen", luidt het.
Uit een bevraging bij meer dan 70.000 60-plussers blijkt wel dat ouderen nog steeds veruit de voorkeur geven aan zelfstandig thuis blijven wonen. Ruim zes op de tien ouderen staan daar positief tegenover. Al veel minder enthousiast is men over de verhuis naar een serviceflat of assistentiewoning (één op de zes positief).
Tegenover groepswonen met andere ouderen in een woonzorgcentrum (5,9 procent) of gaan inwonen bij de kinderen (4,8 procent) is men nog minder enthousiast. Het minst populair is een verhuis naar een woonzorgcentrum (4,6 procent).
De studie onderzocht welke factoren daarbij een rol spelen. Daaruit blijkt onder meer dat vooral jonge ouderen, ouderen met een hoger inkomen en hoger opgeleiden positiever staan tegenover alternatieve woonvormen zoals een serviceflat of groepswonen. Nieuwe woonvormen zijn vaak onvoldoende bekend bij de ouderen zelf en ondervinden vaak nog problemen rond regelgeving en voorschriften.
De onderzoekers pleiten ervoor ouderen meer te betrekken en inspraak te geven. "Een woonbeleid voor ouderen, gemaakt door ouderen kan ervoor zorgen dat ouderen gestimuleerd worden om vroeger na te denken over later".