Twee kilometer papieren OCMW-archief verhuist naar stadsarchief Leuven :"Gevoelige informatie over ziekenhuizen en weeshuizen"
Vandaag zijn de laatste documenten vanuit de kelder van het OCMW definitief verhuisd naar het stadsarchief van Leuven. Het gaat om twee kilometer papier dat proper is gemaakt en nu goed bewaard wordt in een speciale archiefruimte.
Oudere archiefstukken uit de middeleeuwen had de stad Leuven al in bewaring, maar nu bewaart het stadsarchief ook alle documenten van het OCMW van de 19e en 20e eeuw. De documenten lagen in het archief van het OCMW, maar de omstandigheden waarin dat gebeurde, waren niet ideaal. Voor de verhuizing zijn daarom alle papieren behandeld, ze worden nu op een professionele manier bewaard in het stadsarchief bij de bibliotheek van Leuven
Rebecca Gysen, diensthoofd Erfgoed en Archief, benadrukt dat het om belangrijke informatie gaat: "Het gaat om armoede- en zorgdocumenten, maar ook om persoonlijke informatie. Het gaat onder meer om het archief van het Sint-Pieters-ziekenhuis, het OCMW zelf en de weeshuizen van Leuven."
"Je kan door de privacywetgeving niet alle informatie zomaar krijgen. Maar als je bewijst dat je bijvoorbeeld familie opzoekt, kan het wel. Hier zit best veel gevoelige medische informatie. We gaan zelf ook onderzoek uitvoeren naar bepaalde familienamen en naar afkomst. De meeste vragen die we krijgen, gaan over vondelingen en over weeshuizen."
"Dat is heel belangrijk voor de zorggeschiedenis van de stad. Het is een hele rijke bron met een schat aan informatie. We hadden hier al 12 kilometer aan documenten liggen, nu vullen we dat aan met 2 kilometer OCMW-archief. Alles zit hier veilig, zuurvrij en in goede klimatologische omstandigheden. In principe is dit voor de eeuwigheid."
"Op 17 mei verschijnt trouwens een nieuwe publicatie van De vrienden van het Leuvense Stadsarchief, die aan de hand van archiefmateriaal het verhaal van het voormalige jongensweeshuis in de Frederik Lintsstraat in Leuven vertelt", geeft Gysen nog mee. "Het geeft een levendige inkijk in het dagelijkse samenleven van weesjongens en personeel in de periode van 1926 tot 1939. Een moeilijke periode met veel armoede, waarbij veel ouders zich verplicht zagen hun kinderen onder te brengen in het weeshuis."
