De Belgica vertrekt in Antwerpen op 16 augustus 1897. (KBR)

125 jaar geleden vertrok de Belgica in Antwerpen naar Antarctica: wat maakte deze expeditie bijzonder?

Vandaag is het precies 125 jaar geleden dat in Antwerpen het onderzoeksschip Belgica vertrok richting Antarctica. Het was de eerste wetenschappelijke expeditie ooit naar het gebied. De missie onder leiding van de toen 31-jarige Belg Adrien de Gerlache werd een helse tocht waarbij de bemanning ongepland moest overwinteren in het zuidpoolgebied, iets wat niemand hen ooit voordeed. 

Naar aanleiding van de 125e verjaardag van het vertrek van de Belgica naar Antarctica maakte de Koninklijke Bibliotheek in Brussel (KBR) een reconstructie van de expeditie met originele kaarten, krantenknipsels en foto's van toen. De digitale storymap, "De eerste Antarctische expeditie: in het kielzog van de Belgica" is hier te bekijken. In dit artikel zijn foto's en informatie uit deze storymap verwerkt. 

Belgische expeditie zonder steun van Leopold II

Aan het einde van de 19e eeuw restte er nog één grote blinde vlek op de wereldkaart en dat was Antarctica, het continent rond de zuidpool. Het is opvallend dat een jonge Belgische marineofficier, Adrien de Gerlache, erin slaagde om als eerste een wetenschappelijke expeditie naar Antarctica te organiseren. Hij was de Britten, Amerikanen en Scandinaviërs, die veel meer ervaring hadden met poolreizen, te snel af.

"België was absoluut geen land van zeevaarders en had geen traditie van poolreizen", zegt Jozef Verlinden, die onlangs een biografie uitbracht over Adrien de Gerlache. "Eerst wou de Gerlache meegaan met een Zweedse expeditie naar het zuidpoolgebied, maar toen die niet doorging, groeide bij hem het idee om er zelf een te organiseren. Hij wou België op die manier meer bekendheid geven."

Een borstbeeld van Adrien de Gerlache door kunstenaar Jos Carmans. Het beeld staat nu in Ushuaia.
BELGA/KRAKOWSKI

"Voor zijn onderneming had hij 300.000 Belgische frank nodig en hij dacht dat koning Leopold II en enkele rijke industriëlen dat wel zouden betalen. Maar hij heeft zich mispakt aan Leopold II. Hij vroeg een audiëntie bij de koning, maar heeft die nooit gekregen."

Het heeft de Gerlache jaren gekost om het nodige geld bij elkaar te krijgen. Nadat hij enkele grote sponsors gevonden had en hij via de media de bevolking had kunnen mobiliseren om zijn expeditie mee te financieren, kwam de regering toch met 100.000 frank op de proppen.

Beluister hier het volledige gesprek met Jozef Verlinden, de biograaf van Adrien de Gerlache, in "De wereld vandaag" op Radio 1:

Belgica als "plezierjacht" naar Antarctica

In 1896 kocht Adrien de Gerlache in Noorwegen de Patria, een walvisvaarder en robbenjager, die hij liet ombouwen tot een onderzoeksschip. Hij doopte het de Belgica. De Belgische marine weigerde het schip te registeren. Het werd als plezierjacht gekwalificeerd en voer onder de clubwimpel RYCB of Royal Yacht Club de Belgique naar Antarctica. 

Admiraltykaart van de Zuid-Atlantische Oceaan uit 1871. De vaarroute van de Belgica werd door Adrien de Gerlache op de kaart uitgetekend. (KBR)

Het schip kreeg tijdens zijn eerste poolexpeditie heel wat te verduren. Het overleefde een aantal zware stormen en leed twee keer bijna schipbreuk. Op Antarctica kwam het vast te zitten in het pakijs, wat heel gevaarlijk is, want door het schuiven van het ijs kon het schip verpletterd geraken. 

De bemanning zaagt een kanaal in het pakijs om de Belgica te bevrijden (uit: Through the first Antarctic nights, 1889-1899, Frederick A. Cook) (KBR)

"Het schip is meer dan 1.000 kilometer op drift geweest tussen het ijs en toch is het daar heelhuids uitgekomen", zegt Verlinden. Na ongeveer een jaar kon het door de bemanning uit het ijs bevrijd worden. Pas op 5 november 1899, meer dan twee jaar nadat het was vertrokken, meerde de Belgica weer aan in de haven van Antwerpen. 

Het schip ging daarna nog jaren mee. Adrien de Gerlache ondernam er nog andere expedities mee, samen met de Franse hertog Philippe van Orléans. Later werd het verkocht en ingezet als drijvende visfabriek en voor vervoer van kolen. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Britten het als munitieopslag. Op 19 mei 1940 werd het tot zinken gebracht in een fjord nabij Harstad in Noorwegen waar het nog altijd ligt. 

De Belgica in het pakijs in de Noordelijke IJszee (uit: La revanche de la banquise: un été de dérive dans la mer de Kara, juin-septembre 1907 / duc Philippe-Robert D'Orleans.) (KBR)

Aan boord twee mannen die later wereldberoemd zouden worden

Adrien de Gerlache wist een internationaal team van jonge wetenschappers, zeelieden en avonturiers rond zich te verzamelen. "Aan boord waren 24 personen van 6 verschillende nationaliteiten. Zo'n internationale bemanning was toen erg uitzonderlijk en hij kreeg daar ook kritiek op van landgenoten", zegt Verlinden.

Twee bemanningsleden zouden later wereldberoemde ontdekkingsreizigers worden, de Noor Roald Amundsen en de Amerikaan Frederick Cook. Amundsen werd later geboekstaafd als de eerste man op de zuidpool, het meest zuidelijke punt op Aarde. Frederick Cook was mogelijk de eerste man op de noordpool, maar dat is niet zeker. "Wat er ook van zij, de Belgische expeditie is zeker de leerschool geweest voor Amundsen."

Frederick Cook, die als dokter mee was, had wel al ervaring met poolreizen. Het was ook dankzij hem dat het grootste deel van de bemanning de tocht overleefde. Toen de Belgica vastliep in het pakijs, moest de bemanning ongepland de winter doorbrengen in het zuidpoolgebied. Niemand had hen dat ooit voorgedaan. 

De Amerikaanse ontdekkingsreiziger Frederick Cook.
AP2010

"Ze leefden maanden aan een stuk in volkomen duisternis op een schip in een heel vijandige omgeving, met buiten stormen en sneeuwval. De temperatuur aan boord was altijd onder nul. Hier en daar stonden kaarsjes."

Door een gebrek aan vitamines werden de bemanningsleden ziek. "Frederick Cook had tussen de eskimo's geleefd en die had gezien dat zij konden overleven zonder groenten of fruit. Hij wist dat zij rauw vlees aten. Dus is de bemanning beginnen te jagen op zeehonden en pinguïns. Wie het vlees rauw opat werd beter, wie het toch nog verschroeide bleef zwak."

Ook mentaal was het overwinteren erg zwaar, onder meer door het gebrek aan zonlicht en het isolement. Om hen op te peppen dwong Cook de bemanningsleden om in ontbloot bovenlijf voor de kachel te gaan zitten en om dagelijks een wandeling te maken rond het schip. 

Toch redde niet iedereen het. De Belgische wetenschapper Emile Danco, die een aangeboren hartaandoening had, stierf op Antarctica en een van de Noorse matrozen, Adam Tollefsen, bleef tot het einde van zijn leven worstelen met psychoses.

Gerlache Straat is nu drukste toeristische gebied op Antarctica

De expeditie leverde een schat aan informatie op over de fauna, flora en landschappen van zowel Antractica als Vuurland, het zuidelijkste uiteinde van Zuid-Amerika. De onderzoekers brachten ook een deel van Antarctica in kaart en vulden zo een ontbrekend deel van de wereldkaart aan. 

Ze ontdekten een zeestraat, die later de Gerlache Straat werd genoemd. De verschillende kapen, baaien, eilanden en bergen kregen allemaal Belgische namen, bijvoorbeeld Antwerpen Eiland, Brabant Eiland, Gent Eiland, Luik Eiland en Vlaanderen Baai. "Ook de sponsors van de reis kregen een berg of baai naar zich vernoemd. In totaal zijn er 89 geografische plaatsnamen gegeven", zegt Verlinden.  

De Straat Gerlache
© Wolfgang Kaehler - portal.belgaimage.be

De Gerlache Straat is nu het drukst bezochte toeristische gebied in Antarctica. "De 70.000 toeristen die daar elk jaar komen, krijgen zo een stukje Belgische geschiedenis mee."

Het duurde meer dan 40 jaar om alle ruwe data en stalen te onderzoeken die de wetenschappers meebrachten. De resultaten werden tussen 1901 en 1949 gepubliceerd in een reeks van 9 banden. Een van de belangrijkste ontdekkingen was dat er landdieren waren op Antarctica, waarvan het grootste de vleugelloze mug Belgica antarctica is. 

"De wetenschappelijke resultaten waren opzienbarend in die tijd en ze worden nu nog altijd geconsulteerd", zegt Verlinden. Zo worden bijvoorbeeld de logboeken van de Belgicavaarders gebruikt om na te gaan hoeveel ijs er in een eeuw tijd gesmolten is in Antarctica.

In 1978 maakte Jos Van Hemelrijck een radiodocumentaire over de eerste poolexpeditie van de Belgica:

Meest gelezen