Straattoneel tijdens een protest in Peru (archieffoto)
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Snelle spurters en achterblijvers: niet alle landen staan even ver in vaccinatiewedloop, ook niet binnen Europa

De vaccinatiewedloop is een race met verschillende snelheden. Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten lopen voor op de Europese Unie. Maar ook binnen de EU zijn er verschillen. Hoe kan het dat sommige landen veel verder staan dan andere? En waarom zijn er ook verschillen binnen Europa? De timing van de goedkeuring van vaccins speelt een rol, maar ook goede deals met farmabedrijven en een doordachte organisatie lijken cruciaal.

Maandag heeft de 96-jarige Jos Hermans als eerste Vlaming het vaccin van Pfizer-BioNTech gekregen. Dat lijkt misschien laat, als je weet dat het Verenigd Koninkrijk al op 8 december begon met vaccineren en meer dan 600.000 Britten voor Kerstmis een eerste dosis ontvingen. 

Ook binnen de Europese Unie zijn er opvallende tempoverschillen: de eerste Duitser kreeg zijn vaccin al op 26 december, de eerste Nederlander moet wachten tot 8 januari. En dat terwijl het de bedoeling was dat alle Europese landen samen zouden starten met vaccineren.

Hoe komt het dat de vaccinatiecampagne in sommige landen sneller op gang komt dan in andere? Een tijdige goedkeuring van de vaccins, goede deals met farmaceutische bedrijven en een uitmuntende logistieke voorbereiding lijken basisingrediënten voor een snelle uitrol van een vaccinatiecampagne. 

Snelle goedkeuring

Op 2 december was het Verenigd Koninkrijk het eerste land ter wereld dat het Pfizer-BioNTech vaccin goedkeurde. Een week later startte het met vaccinaties. Voor Kerstmis waren volgens de Britse overheid al meer dan 600.000 Britten ingeënt. Gisteren keurde het Britse Geneesmiddelagentschap nog het AstraZeneca-Oxford-vaccin goed. De Britse regering wil nu nog meer spoed zetten achter de vaccinatiecampagne, want de ziekenhuizen in het zuiden van Engeland kunnen het aantal coronapatiënten niet langer aan.

Margaret Keenan (90) krijgt als eerste het Pfizer-BioNTech vaccin in het Verenigd Koninkrijk op 8 december

Ook de Verenigde Staten zijn een koploper. Een adviescommissie van de Amerikaanse Geneesmiddelenautoriteit (FDA) gaf op 11 december groen licht voor het vaccin van Pfizer-BioNTech. Al meer dan 2 miljoen burgers zijn intussen ingeënt. Dat vindt de verkozen president Joe Biden nog te weinig en hij verwijt de zittende president Donald Trump dat hij zijn belofte om 20 miljoen mensen voor het einde van het jaar te vaccineren niet nagekomen is. De Verenigde Staten keurden onlangs ook nog het vaccin van Moderna goed en maakten zo de weg vrij om snel nog meer Amerikanen in te enten.

Het verschil in vaccinatiesnelheden tussen verschillende landen lijkt dus in eerste instantie te verklaren door de goedkeuringsprocedures die elk land hanteert. Hoe sneller een land een vaccin goedkeurt, hoe sneller een vaccinatiecampagne opgestart kan worden. Al is het natuurlijk ook belangrijk dat een nieuw vaccin grondig doorgelicht wordt. Het Europese Geneesmiddelenagentschap koos er bijvoorbeeld niet voor om zoals de VS en het VK het vaccin goed te keuren via een snellere noodprocedure. "Wij hadden ook sneller kunnen starten", zei politicoloog en Europaspecialist Hendrik Vos daar enkele dagen geleden nog over in Het Journaal. "Alleen is de vraag wat we daarmee zouden hebben gewonnen, behalve dat we een paar weken of dagen vroeger zouden zijn gestart."

Ontwikkeling en productie in eigen land

Rusland en China hebben elk hun eigen vaccins ontwikkeld. Op 5 december startte Rusland met een grootschalige vaccinatiecampagne, met zijn eigen Spoetnik V-vaccin. China ontwikkelde het Sinovac-vaccin en het Sinopharm-vaccin. Volgens de Chinese overheid zijn al meer dan 1 miljoen inwoners ingeënt sinds juli. 

Een werknemer bij Sinopharm geeft uitleg bij het vaccin.
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Al blijven nog veel vragen over het Russische en de Chinese vaccins onbeantwoord, omdat Moskou en Beijing nog maar weinig onderzoeksresultaten publiek hebben gemaakt. Toch lijkt de ontwikkeling en productie van een vaccin in eigen land een behoorlijke troef om snel grote delen van de eigen bevolking in te kunnen enten.

Goede deals

Wie zelf geen vaccins ontwikkelt en produceert, moet goede deals sluiten met farmaceutische bedrijven. Israël sloot bijvoorbeeld een deal met Pfizer voor maar liefst 8 miljoen vaccins, en met Moderna voor 6 miljoen. Het land heeft zo voldoende dosissen om meer dan de helft van zijn bijna 9 miljoen inwoners in te enten, rekening houdend met het feit dat elke burger twee dosissen nodig heeft.

Op 20 december startte Israël met een grootschalige vaccinatiecampagne met het vaccin van Pfizer. Premier Benjamin Netanyahu en de minister van Gezondheid lieten zich als eerste inenten om zoveel mogelijk mensen aan te moedigen hun voorbeeld te volgen. Volgens de Israëlische overheid zijn zo tot nu toe al 500.000 inwoners ingeënt, wat hen naar eigen zeggen "wereldkampioen vaccinaties" maakt. Maar het land krijgt ook veel kritiek, omdat Israëlische burgers in de bezette Palestijnse gebieden wel toegang krijgen tot het vaccin, maar de Palestijnen die daar wonen niet.

Premier Benjamin Netanyahu krijgt een vaccin een dag voor de start van de vaccinatiecampagne, op 19 december.

Kritiek krijgt ook Canada, dat het grootste aantal dosissen vaccins per inwoner reserveerde. Als alle vaccins die het land besteld heeft ook veilig en doeltreffend blijken, zal het over voldoende dosissen beschikken om zijn bevolking bijna negen keer in te enten. 

Volgens een rapport van Amnesty International hebben rijke landen zoals Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten bijna alle Moderna vaccins en 96 procent van de Pfizer-BioNTech-vaccins gereserveerd. In armere landen dreigt een groot deel van de bevolking daardoor nog jaren te moeten wachten op een inenting.

Canada begon op 14 december met vaccinaties met het Pfizer-vaccin. Op 23 december keurde het land ook het Moderna-vaccin goed, dat het wil gebruiken om mensen in meer afgelegen gebieden te vaccineren.

Een van de eerste vaccins wordt toegediend in Canada op 14 december.

Samenwerking

Bij de Europese Unie lag de nadruk niet op 'als eerste', maar op 'alle Europese lidstaten samen'. Het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA) keurde het vaccin van Pfizer-BioNTech goed op 21 december.  De samenaankopen van de Europese Commissie zorgden bovendien voor een sterke onderhandelingspositie wat betreft de prijzen van de verschillende vaccins.

Vanuit Puurs vertrokken de eerste ladingen naar de verschillende lidstaten. Afgelopen zondag 27 december, bijna drie weken na de start van de vaccinaties in het Verenigd Koninkrijk, begon de Europese vaccinatiecampagne officieel. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen had het in een toespraak die ze deelde via Twitter over een "ontroerend moment van eenheid".  

Logistieke uitdagingen

Toch doken er ook tussen Europese landen verschillen op, ondanks de samenaankoop en het feit dat het Pfizer-vaccin voor alle lidstaten op hetzelfde moment goedgekeurd werd. 

Duitsland, Slovakije en Hongarije dienden het eerste, symbolische vaccin zaterdag al toe, één dag voor de officiële start van de Europese vaccinatiecampagne. Duitsland was al  langer bezig met opvallende, organisatorische voorbereidingen. Het land bouwde meer dan 400 grote vaccinatiecentra, verspreid over het volledige grondgebied, om grootschalige vaccinatie zo vlot mogelijk te laten verlopen. Begin december al weerklonk de vraag of België ook zulke logistieke oplossingen moest uitwerken, maar tot nu toe werden er nog geen gelijkaardige infrastructuurprojecten opgezet. 

Bekijk hier de generale repetitie in het vaccinatiecentrum in Trier die onze ploeg twee weken geleden bijwoonde:

Videospeler inladen...

Hongarije mikt dan weer op vaccinaties met het Russische en de Chinese vaccins, ook al zijn die nog niet goedgekeurd door het Europese Geneesmiddelenagentschap. Enkele dagen geleden ontving het land 6.000 dosissen van het Russische Spoetnik V-vaccin. Het is onduidelijk of het die dosissen ook effectief zal toedienen. Hongarije zou Spoetnik V dan via een nationale noodprocedure moeten goedkeuren. De EU benadrukte dat het land dat op eigen verantwoordelijkheid kan doen, maar dat het de vaccins binnen de eigen landsgrenzen moet houden.

In onder meer Spanje volgde de eerste inenting een dag later dan gepland, vanwege een klein probleem met de levering. Nederland is een opvallende laatkomer en zal als allerlaatste lid van de EU pas op 8 januari het eerste vaccin toedienen. Het registratiesysteem dat moet bijhouden wie al een vaccin heeft gehad, staat nog niet op punt en onze noorderburen zijn ook nog niet klaar met alle logistieke voorbereidingen om de vaccins naar de juiste locaties te brengen.

Ons land begon op 28 december met het toedienen van vaccins in 3 uitgekozen woonzorgcentra, vanaf 5 januari komen ook de andere aan bod. Het is opvallend dat België, net als de meest West-Europese landen, begonnen is met de vaccinatie van bewoners van woonzorgcentra. In de meeste Oost-Europese landen kreeg het zorgpersoneel prioriteit. 

Dus hoe kan het dat sommige landen al veel verder staan met vaccineren dan andere? Alles lijkt te beginnen bij een tijdige goedkeuring van een vaccin. Wie eerder begint, kan logischerwijs een voorsprong opbouwen. Maar een vaccinatiecampagne is een marathon, geen sprint, en dus is ook een voldoende grote voorraad noodzakelijk. Daarvoor zijn goede deals met farmabedrijven cruciaal, al lijden arme landen onder de koopdrang van de rijke. Wie zijn eigen vaccins kan ontwikkelen en produceren heeft ook een streepje voor op de rest. Infrastructuur en organisatie lijken dan weer de barrières bij uitstek.  Landen die onvoldoende voorbereid zijn op de logistieke uitdagingen die een grootschalige vaccinatiecampagne met zich meebrengt, hinken noodgedwongen achterop.

Wim Daneels

Meest gelezen