Wanneer kunnen we de maatregelen versoepelen? Het antwoord is niet zo eenvoudig als je misschien denkt

Verplichtingen, verboden en regeltjes: de coronamaatregelen beginnen bij veel mensen zwaar te wegen. Met de komst van de vaccins leek het einde even in zicht, maar nu horen we dat het nog maanden zal duren voor het leven weer normaal wordt. Hoe lang precies, hangt af van verschillende factoren. En veel van die factoren hebben we gelukkig zélf in de hand.

Het is de vraag van één miljoen: wanneer kunnen we de coronamaatregelen lossen en kan het leven weer normaal worden? 

Helaas is er geen eenvoudig antwoord. Zelfs viroloog Marc Van Ranst, die normaal geen vragen uit de weg gaat, wil liever niet in zijn glazen bol kijken.

"Ik vind het heel moeilijk om dat nu al te voorspellen. Het hangt af van enorm veel factoren. Als we daar vandaag uitspraken over doen, dan zullen mensen ons daarop vastpinnen. Dat maakt het moeilijker om bij te sturen als dat nodig zou blijken. Dus nee, ik doe liever geen voorspellingen."

Een duidelijke streefdatum zul je ook verder in dit artikel niet vinden. Toch proberen we al een tipje van de sluier op te lichten. Dat doen we door te kijken naar de belangrijkste factoren die de "exit" zullen beïnvloeden. Niet al die factoren hebben we in de hand, maar er is gelukkig veel wat we zelf kunnen doen.

Het zal afhangen van de cijfers

Als het gaat over versoepelingen, dan keren deze drie cijfers altijd terug: 

  • Het aantal nieuwe besmettingen per dag moet lager zijn dan 800. 
  • Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag moet lager zijn dan 75. 
  • De positiviteitsratio moet onder de 3%. Eenvoudiger geformuleerd: maximum één staal op 33 mag positief zijn.

De riem kan wat losser zodra aan die drie voorwaarden gedurende een bepaalde periode voldaan is.

In de praktijk zal het misschien wat ingewikkelder zijn. Het is mogelijk dat het aantal besmettingen de komende maanden vrij hoog blijft, terwijl het aantal hospitalisaties wél sterk daalt. Wat doe je dan? Wacht je tot het aantal besmettingen ook laag genoeg is? Of wacht je niet en versoepel je al vroeger?

“Dat scenario is zeker mogelijk”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven en UHasselt). “In dat geval moet de expertengroep zich daarover buigen. Waarschijnlijk zal er veel druk zijn om al sneller te versoepelen."

Molenberghs waarschuwt wel voor (te) snelle versoepelingen. “Als het aantal nieuwe besmettingen op een hoog niveau staat, dan is versoepelen nooit een goed idee. Beter een week langer wachten dan een dag te vroeg heropenen. Anders krijg je later weer grotere problemen en moet je opnieuw beginnen."

Je kan beter een week langer wachten dan een dag te vroeg te heropenen

Geert Molenberghs, prof. biostatistiek

Opbeurend klinkt dat natuurlijk niet. Al dat wachten is slopend en we hebben de voorbije maanden al zoveel gewacht. Wat als het afbuigen van de curve langer duurt dan verwacht? En wat als de streefcijfers moeilijk te bereiken zijn? 

De overheid zou volgens motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste meer kunnen doen om ons toch gemotiveerd te houden. "We kunnen de moed hoog houden door meer te werken met tussendoelen", zegt hij. "Je kan mensen bijvoorbeeld aanmoedigen om het aantal ziekenhuisopnames te laten dalen tot 150. Daarna kan je zakken tot 125 en zo verder tot onder het streefcijfer van 75.  Mensen zien dan beter wat de impact is van hun gedrag op de curve."

Dat soort tussendoelen wordt nu zelden gebruikt in de officiële communicatie, maar het zou dus helpen om perspectief te bieden. Zelfs als het einddoel nog ver lijkt, dan nog zijn er tussendoelen die we wél sneller kunnen bereiken.

Al sinds het begin van de pandemie gelden heel wat verboden en verplichtingen.

Het zal afhangen van ons gedrag

Het is de voorbije maanden eindeloos herhaald: of de cijfers snel dalen, hangt voor een groot stuk af van ons gedrag. Hoe meer mensen de regels aan hun laars lappen, hoe langer het zal duren. En omgekeerd: hoe beter we de regels volgen, hoe sneller het leven weer normaal zal zijn.

Veel mensen zijn al die regeltjes natuurlijk beu, dat is begrijpelijk. "De vrijwillige motivatie blijft schommelen rond de 50%, maar we zien meer signalen van ontmoediging dan in de eerste golf ", zegt Maarten Vansteenkiste. "Mensen volgen steeds vaker de maatregelen uit  moet-ivatie, maar het is cruciaal dat ze blijven inzien dat de maatregelen zinvol zijn. "

Volgens Vansteenkiste moeten we daarom niet enkel inzetten op het controleren en bestraffen van overtreders. "Handhaving is natuurlijk belangrijk, maar het mag er niet voor zorgen dat het gevoel van moeten de overhand neemt. Dat brengt op termijn geen zoden aan de dijk."

Wat wel zoden aan de dijk brengt, is juist en helder informeren. "Je moet het risicobesef hooghouden, bijvoorbeeld door verhalen uit de gezondheidszorg te delen. Je kan mensen ook uitleggen hoe de cijfers zouden evolueren als we de maatregelen in de kerstvakantie aan onze laars lappen. Zo maak je hen bewust van de risico's, zodat er engagement ontstaat om je aan de regels te houden. Mensen beseffen dan zelf wel dat het sop de kool niet waard is. Dat je de regels beter niet omzeilt."

Het zal afhangen van de overheid

Biostatisticus Niel Hens (UHasselt, UAntwerpen) en bio-ingenieur Marius Gilbert (ULB) publiceerden vorige week een "preprint" van een nieuwe studie: “Over de timing van de interventies om ziekenhuiscapaciteit te garanderen: lessen die we kunnen trekken uit de Belgische SARS-CoV-2 pandemie”.

Hens en Gilbert kijken in hun studie naar de aanpak van de pandemie in België. Ze komen tot een duidelijke conclusie: als je de pandemie onder controle wil houden, dan moet je snel en krachtig ingrijpen. Tijdens de zomermaanden is dat goed gelukt. Opflakkeringen van het virus zijn toen geblust met maatregelen die soms wat te drastisch leken, maar die achteraf wel nodig bleken.

In oktober en november is veel langer gewacht met het nemen van maatregelen. Dat kwam deels door de overgang naar een nieuwe regering en deels omdat sommige experts het nut van de maatregelen in twijfel trokken. Dat ondermijnde het draagvlak. Het gevolg: een krachtige tweede golf, met veel besmettingen, ziekenhuisopnames en overlijdens.

Hoe snel we kunnen heropenen, zal ook afhangen van bijkomende maatregelen.

Hoe snel we kunnen heropenen, zal ook de komende maanden afhangen van eventuele bijkomende maatregelen.  Denk aan strengere quarantaineregels voor mensen die tegen de adviezen in toch naar het buitenland reizen. Je zou mensen die positief testen bijvoorbeeld kunnen verplichten om naar een "quarantainehotel" te gaan. Dat gebeurt nu al in sommige Aziatische landen. 

Weinig mensen zitten natuurlijk te wachten op bijkomende maatregelen. De motivatie staat nu al op een erg laag pitje. Dat is begrijpelijk, we hebben al zoveel opgegeven. Toch is dat net het paradoxale van de situatie: extra inspanningen helpen om de curve sneller te laten dalen... en om dus ook om sneller te heropenen. Zoals het spreekwoord zegt: korte pijn is soms beter dan lange pijn.

“Hoe strikter de maatregelen, hoe sneller we kunnen heropenen”, zegt Geert Molenberghs. “Helaas is die boodschap de voorbije maanden niet voldoende doorgedrongen."

Maarten Vansteenkiste bevestigt. "We moeten volhouden en door de zure appel bijten, maar daar is veel zelfbeheersing voor nodig. Je moet weerstaan aan de verleidingen op korte termijn, bijvoorbeeld de zin om af te spreken met vrienden. Het is niet eenvoudig om altijd het einddoel voor ogen te houden."

Die zelfbeheersing kunnen we volgens Vansteenkiste wel opkrikken door mensen meer te motiveren. "Dat kan je bijvoorbeeld doen door je motivatie heel concreet te maken. Voor wie doe je dit allemaal? Doe je het om je oma te beschermen? Doe je het voor iemand anders? Door je die vragen te stellen, wordt je motivatie weer sterker. Je beseft dan weer hoe waardevol je inspanningen zijn."

Je hebt veel zelfcontrole nodig om aan de verleidingen te weerstaan.
Nicolas Maeterlinck

Het zal afhangen van de vaccinatiecampagne

Maandag startte de grote, langverwachte vaccinatiecampagne in ons land. Een 96-jarige bewoner van een woonzorgcentrum kreeg als eerste Belg het vaccin van Pfizer/BioNTech toegediend.

“Eerst worden de bewoners van de woonzorgcentra gevaccineerd”, zegt Geert Molenberghs. “Dat is een vrij kleine populatie. Vergeleken bij de totale bevolking is 300.000 mensen een peulschil.  Ook logistiek is het goed te doen.”

Na de bewoners van de woonzorgcentra en het medisch personeel volgen de 65-plussers. Ook andere risicogroepen, bijvoorbeeld diabetici en mensen met hartproblemen, zullen sneller gevaccineerd worden. 

De zon zal doorbreken als alle 65plussers op het droge zijn

Geert Molenberghs, prof. biostatistiek

Het effect zullen we volgens Molenberghs hopelijk snel zien in de cijfers. “Dat is logisch, net in deze groepen zijn de meeste doden gevallen. De zon gaat zeker doorbreken als alle 65-plussers op het droge zijn. De nijdige kop van het virus zal geleidelijk afgetopt worden, al mogen we de hospitalisaties bij de jongere groepen niet onderschatten."

Het wordt dus voorzichtig wikken en wegen wanneer de meest kwetsbare groepen gevaccineerd zijn. Je kan dan alles heel snel lossen, maar dat zou zich kunnen wreken. Misschien belanden dan veel meer 45-plussers in het ziekenhuis met ernstige klachten. 

Een kant-en-klare oplossing voor dit probleem is er niet. We kunnen wel voorzichtig te werk gaan en stapsgewijs lossen, met altijd één oog op de curve. Zo kunnen we snel bijsturen als het toch de foute kant uit gaat.

De 96-jarige Jos Hermans kreeg gisteren als eerste Vlaming het coronavaccin toegediend (lees voort onder de video):

Videospeler inladen...

Het zal afhangen van de beschikbaarheid van vaccins

Wanneer we de regels kunnen lossen, hangt niet alleen af van het aantal mensen dat gevaccineerd is. Veel wordt ook bepaald door de beschikbaarheid van vaccins. Je moet immers vaccins ter beschikking hebben voor je massaal kan vaccineren. En de vraag naar vaccins is op dit moment veel groter dan het aanbod.

"Er is nog een onzekere factor die een rol speelt”, zegt Marc Van Ranst. “We weten nog niet hoe goed het vaccin van Johnson & Johnson zal werken. Die resultaten zijn nog niet bekendgemaakt."

Het vaccin van Johnson & Johnson zal mogelijk al deze lente beschikbaar zijn, maar we weten dus nog niet hoe effectief het is. Het kan meevallen, maar het kan ook tegenvallen. Ook dat kan de vaccinatiecampagne beïnvloeden, want ons land heeft 5 miljoen dosissen van dit vaccin besteld. 

Hier kunnen we met ons gedrag niets aan veranderen. We kunnen enkel hopen dat Johnson & Johnson binnenkort positieve resultaten kan communiceren.

Het zal afhangen van mutaties van het virus

Er was de voorbije dagen veel onrust over mutaties van het coronavirus. Een nieuwe, erg besmettelijke stam rukt op in het Verenigd Koninkrijk. Ook de Zuid-Afrikaanse 501.V2-mutatie lijkt veel besmettelijker te zijn.

Het is op zich heel normaal dat een virus muteert, dat gebeurt altijd. De meeste van die veranderingen zijn “stille mutaties”. Het virus wordt er niet gevaarlijker of besmettelijker door. Sommige genetische veranderingen kunnen wél een grote impact hebben. Ze kunnen een virus helpen om aan een vaccin te ontsnappen. In vakjargon spreekt men dan over “vaccine escape”.

Je kunt daar allerlei horrorscenario’s over bedenken. In het ergste geval blijkt over een maand dat de vaccins van Pfizer en Moderna niet beschermen tegen één van de mutaties. Als die mutatie zich ook bij ons verspreidt, dan zitten we met een probleem.

Toch zou ook dit rampscenario niet betekenen dat we weer naar af moeten. Een mRNA-vaccin kan gelukkig snel aangepast worden, al zou zo'n aanpassing wel voor extra vertraging zorgen. Een aangepast vaccin moet eerst onderzocht worden, voor het op de markt mag komen.  

“Zo’n ‘bridging-study’ zou een paar maanden duren”, zegt Marc Van Ranst. “Het bedrijf moet aantonen dat het aangepaste vaccin de aanmaak van antilichamen stimuleert. Pas dan mag het gebruikt worden. Maar het zou dus zeker niet betekenen dat het volledige fase 3 onderzoek opnieuw moet gedaan worden. Dat hoeft gelukkig niet."

Mutaties kunnen ervoor zorgen dat een vaccin minder werkzaam wordt.

We weten nog niet of die bruggetjes nodig zullen zijn. Het is ook mogelijk dat een vaccin werkzaam blijft, maar wat aan kracht verliest. Een vaccin dat nu 95 procent bescherming biedt, zou dan pakweg zestig of zeventig procent bescherming bieden. Ook in dat geval blijft het een prima vaccin. 

Ongerustheid over de vaccins is dus (nog) niet nodig. Er zijn bovendien verschillende vaccins, die elk op een andere manier het virus aanpakken.  “Er staan verschillende potjes yoghurt in de koelkast”, zegt Geert Molenberghs. “Als het ene potje vervalt, kunnen we nog altijd een ander potje gebruiken. Dat is toch een geruststelling."

Het antwoord van één miljoen

De mutaties van het virus maken veel mensen zenuwachtig. Toch hebben we ook dit probleem voor een groot stuk zelf in de hand. Dat een virus muteert, kan je niet vermijden. Wat je wél kan doen: zo weinig mogelijk reizen om te voorkomen dat die mutaties zich als een lopend vuurtje verspreiden. Ook dat kan een heel groot verschil maken. 

"We hebben met ons gedrag een enorme impact op de curve", zegt Maarten Vansteenkiste. "Er zijn natuurlijk onbekende factoren zoals die mutaties, maar toch: ons gedrag maakt altijd een verschil. En dat is de boodschap die we moeten blijven brengen: we kunnen deze situatie naar onze hand zetten, door allemaal samen ons gedrag aan te passen."

In dat opzicht heeft de vraag van één miljoen dus toch een eenvoudig antwoord. Niet het virus bepaalt wanneer we heropenen, dat zullen we zelf bepalen. Door ons gedrag.

Wetenschappers van de UGent brengen in kaart hoe ge(de)motiveerd je bent om de maatregelen te volgen en je te laten vaccineren. Die informatie gebruiken ze om een "motivatiebarometer" te maken. Je kan via deze link zelf meewerken aan dit onderzoek.

Meest gelezen