Bommen en granaten in Antwerpen: houdt het drugsgeweld dan nooit op?

Het aantal aanslagen in Antwerpen neemt schrikbarende proporties aan. Ook al is niet altijd even helder wie of wat erachter zit, de impact is voor iedereen wel duidelijk. Velen vragen zich met een bang hart af wanneer er doden zullen vallen. En vooral: (hoe) kan het ophouden?

analyse
Dirk Leestmans
Dirk Leestmans is justitiejournalist bij VRT NWS.

Het was indrukwekkend, de PowerPoint-presentatie in de Kamercommissie Justitie en Binnenlandse Zaken in mei van dit jaar. Daar werden procureur-generaal Johan Delmulle, procureur-generaal Pierre Vandenbruwaene, federaal procureur Frédéric Van Leeuw, Antwerps procureur des Konings Franky De Keyzer en directeur-generaal van de federale politie Eric Snoeck gehoord, niet bepaald Janneke en Mieke in de wereld van politie en justitie. Mensen die weten waarover ze het hebben als het over de strijd tegen de georganiseerde misdaad gaat. 

Ze slaakten een noodkreet en voor wie dat nog niet duidelijk genoeg was, toonden ze ook foto’s waarop te zien is waartoe die georganiseerde misdaad in staat is. De volksvertegenwoordigers kregen, om maar een voorbeeld te noemen, een afgehakt hoofd gepresenteerd. The medium is the message, weten ze daar inmiddels ook.

Iedereen had de boodschap wel begrepen: als we de strijd tegen de georganiseerde misdaad willen winnen, moeten daar meer middelen en mensen voor worden vrijgemaakt, zo klonk het haast unisono. Le poids des mots, le choc des photos, het had minstens kortstondig effect. 

Bekijk hieronder de reportage uit "Het Journaal" van mei dit jaar over de noodkreet van het parket en de politie:

Videospeler inladen...

Er is het gigantische succes van het grote Sky ECC onderzoek, maar is er ook voldoende capaciteit om alle gegevens te exploiteren? De federale politie is kapotbezuinigd en daar staat tegenover, zeker in Antwerpen, een erg sterke lokale politie. Op de achtergrond van deze kwestie speelt een machtsstrijd tussen het lokale en het federale niveau. Die strijd weerspiegelt zich ook in het Belgische politielandschap. Verklaringen van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) moeten ook in deze context gelezen worden. 

Het is natuurlijk maar één aspect van een bijzonder moeilijk en wereldwijd probleem. De recente incidenten in Antwerpen doen opnieuw de vraag rijzen of we goed bezig zijn. Is de war on drugs een oorlog die kan gewonnen worden? Of is dat laatste niet echt de bedoeling en volstaat het de oorlog te blijven voeren, al was het maar om hem niet te verliezen? En, om in oorlogstermen te blijven, wie is eigenlijk de vijand? 

Is de war on drugs een oorlog die kan gewonnen worden? Of is dat laatste niet echt de bedoeling en volstaat het de oorlog te blijven voeren, al was het maar om hem niet te verliezen? 

Erg zorgelijk is wel dat de strijd tussen rivaliserende bendes op straat wordt uitgevochten. Het is geen stemmingmakerij te voorspellen dat er eerder vroeg dan laat dodelijke slachtoffers zullen vallen, ook in Antwerpen.

Zolang die slachtoffers zelf betrokken zijn bij de drugshandel (waarvan concrete voorbeelden te geven zijn, denk aan de liquidatie van Najib Bouhbouh aan het Crown Plaza hotel in Antwerpen in 2012), is dat nog niet zo erg, zo denkt de publieke opinie. Dat wordt dan beschouwd als "beroepsrisico". Maar zodra onschuldigen zouden worden getroffen, keert die perceptie vanzelfsprekend en zal de verontwaardiging bijzonder groot zijn. Terecht, en vanzelfsprekend. Maar moeten we daarop wachten?

Overigens is het opmerkelijk vast te stellen dat bij al de aanslagen in Antwerpen er vooral materiële schade is. Mocht men werkelijk iemand fysiek willen treffen, versta liquideren, is dat zuiver technisch gesproken niet zo moeilijk. Waarom gebeurt dat dan niet? Het lijkt erop alsof de criminelen zich nog inhouden. Wat is dan wel de bedoeling? Er zijn een paar antwoorden. 

Al bij al is de Antwerpse criminele onderwereld niet zo groot en zijn de criminele groepen niet zelden familiaal gelinkt met elkaar. Dat belet niet dat men elkaar als vijand ziet, maar het werkt soms toch ook als remmende factor in de geweldsspiraal. 

Aanslagen onderzoeken is voor de politie iets eenvoudiger dan internationaal vertakte organisaties blootleggen. Er zijn sporen, via kogels of explosieven, en de kans is ook reëel dat de daders ergens, letterlijk, in beeld zijn gekomen via een of andere camera. Geregeld vat men deze daders.  

Hun profiel kan omschreven worden als dat van ietwat marginale figuren die al bereid zijn voor een paar hippe schoenen te doen wat er van hen gevraagd wordt. Recent stond er in Antwerpen een jonge Nederlander terecht vanwege zijn betrokkenheid bij een aanslag. Hij bleek een schuld te hebben bij de dealer boven hem in de hiërarchie, had geen geld om die te betalen en kreeg als alternatief van zijn schuldeiser het voorstel om in Antwerpen dan maar op een huis te gaan schieten. De man kreeg vijf jaar effectief. Maar zijn plaats is natuurlijk al lang ingenomen door iemand anders. Er staat een legertje jongeren klaar die graag snel geld willen verdienen.    

In het verlengde van die criminele logica zijn aanslagen soms ook bedoeld om politie en justitie in een bepaalde richting te doen kijken. Zolang de focus op A gericht is, blijft B buiten beeld. Je kan de aandacht van de politie afleiden door hun aandacht op iemand anders te richten. Aanslagen zijn niet altijd afrekeningen, het is soms gewoon onderdeel van de criminele concurrentie. 

Wat kan er gebeuren tegen al dat drugsgeweld? "Het Journaal" vroeg het donderdag aan enkele experten:

Videospeler inladen...

Worden de aanslagen uitgevoerd door het voetvolk dan worden de opdrachten gegeven door de top. Die top zit natuurlijk al lang niet meer in België maar, zo zeggen verschillende bronnen, loopt nog steeds ongestoord rond in steden als Dubai. Zij wanen zich daar veilig en leiden een luxeleventje waar niet op een euro meer of minder wordt gekeken. Dubai, dat is bekend, is een plaats waar drugscriminelen zich thuis voelen. Al vertoeven ze ook in landen als Spanje, Turkije, Marokko…

België ondertekende in december 2021 een uitleverings- en rechtshulpverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten. De ratificatie daarvan door het parlement liet op zich wachten maar is recent, op 20 juli, wel gebeurd. In die woelige parlementszitting ging alle aandacht toen naar het omstreden verdrag met Iran (omwille van de veroordeelde Iraanse terrorist Assadollah Assadi) maar het verdrag met Dubai is absoluut geen bijzaak. Formeel gesproken kunnen verdachte drugscriminelen door Dubai voortaan uitgeleverd worden. 

In maart trok een delegatie van het federaal en het Antwerps parket naar de Verenigde Arabische Emiraten om daar een aantal dossiers te bespreken met de hoogste gerechtelijke autoriteiten. Er zouden drie concrete aanhoudingsbevelen klaarliggen. Afwachten of Dubai nu ook effectief zal meewerken. 

Andere bronnen beweren dat het vooral de subtop is die achter de aanslagen zit. De echte top houdt zich hier niet mee bezig. Als crimineel "ondernemer" houden ze hier zelfs helemaal niet van. Zij wensen te werken in de anonimiteit, niet in de spotlights van politie en media. Dat verklaart ook de soms wat klungelachtige manier van werken waarbij men zich domweg vergist van adres, bijvoorbeeld.    

Nog bijzonder is dit. In de meer klassieke criminaliteit is er een duidelijk slachtoffer enerzijds en dader anderzijds. In de drugscriminaliteit is die scheidslijn er niet zo. Het mikpunt van de aanslagen in Antwerpen heeft inderdaad vaak ook zelf boter op het hoofd (of cocaïne in de zakken). Veel informatie moet je dan van "slachtoffers" niet verwachten als politiedienst. Zo luid de bommen knallen, zo stil blijft het achteraf, ook bij de geviseerde slachtoffers.   

Zo luid de bommen knallen, zo stil blijft het achteraf

Samenwerken met de politie wordt in het drugsmilieu niet bepaald gewaardeerd. "Wie praat, die gaat", zo stond in een onderschept bericht te lezen. Het is even eenvoudige als duidelijke taal. De liquidatie van kroongetuigen bij onze noorderburen bewijst dat het hen menens is. Wellicht verklaart dat ook waarom de spijtoptantenregeling in ons land nog nooit toegepast werd in drugszaken, en ook de afzonderlijke spijtoptantenregeling in drugszaken is geen immens succes.   

De Mechelse onderzoeksrechter Theo Byl publiceert in het najaar een hernieuwde versie van zijn handboek financieel rechercheren. Dat boek kan samengevat worden in één zin: follow the money. Daar ligt wellicht tegelijk de knoop en het succes van de strijd tegen drugscriminaliteit. Er is met drugs zoveel geld te verdienen dat criminelen alleen al om die reden de politie steeds een stapje voor zijn. 

Hoe groot het succes van het SKY ECC onderzoek ook mag zijn, er is nauwelijks impact op de toevoer van cocaïne noch op de prijs. De cocaïnemolen draait ongestoord verder en drugscriminelen communiceren alweer op een andere manier. Het houdt, zo valt te vrezen, niet direct op.     

Meest gelezen