Rusland beweert "grootschalige Oekraïense aanval" te hebben afgeslagen: het begin van het grote tegenoffensief?

Volgens het Russische ministerie van Defensie heeft het Russische leger een grootschalige Oekraïense aanval afgeslagen. "In de ochtend van 4 juni heeft de vijand een grootschalig offensief op vijf plaatsen aan het front in de regio ten zuiden van Donetsk uitgevoerd", zo schrijft het Russische ministerie op Telegram.

"Het doel van de vijand was om door onze verdedigingslinie heen te breken, op de zwakste plaats. Daar is de vijand echter niet in geslaagd. De aanval was geen succes." Volgens het ministerie zou het Russische leger daarbij zeker 250 Oekraïense troepen gedood hebben. Ook 16 tanks, 3 infanterievoertuigen en 21 gepantserde oorlogsvoertuigen zouden vernietigd zijn.

Oekraïne heeft nog niet gereageerd op de beweringen van Rusland. Er is ook geen onafhankelijke bevestiging van het bericht. De aanvoerder van de Oekraïense grondtroepen zegt wel op Telegram dat het Oekraïense leger terreinwinst heeft geboekt nabij Bachmoet. Ze zouden erin geslaagd zijn om een Russische stelling in te nemen. "We blijven verder vooruit gaan", zo schreef hij op Telegram. 

De Oekraïense president Zelenski kondigt al langer een grootschalige Oekraïense tegenaanval aan. Toch blijft zo'n grote militaire mobilisatie voorlopig uit. Toch denkt Ruslandkenner Jan Balliauw dat wat er nu gebeurt in het zuiden, deel uitmaakt van het zogenoemde zomeroffensief. "Het zomeroffensief kent niet echt een specifiek startmoment", klinkt het. "De voorbereiding ervan is al lang bezig."

"Wat we nu zien in Belgorod (de Oekraïense drone-aanvallen en bombardementen op de Russische stad, die grenst aan Oekraïne, red.) is eigenlijk de voorbereiding van dat offensief. Het Oekraïense leger probeert op die manier het slagveld zo gunstig mogelijk te maken, om dan later een doorbraak te kunnen forceren. Je moet zo'n offensief eigenlijk zien als een curve: het begint langzaam, en gaat dan plots erg snel in crescendo. Maar daarop is het nog even wachten."

Ook het weer speelde het Oekraïense leger de laatste tijd parten. De laatste maanden was het er ongewoon vochtig. Dat zorgde ervoor dat de bodem erg modderig was en dat zware voertuigen, zoals pantserwagens en tanks, zich niet konden verplaatsen.

Ook zouden de Oekraïense troepen aan het front onvoldoende munitie hebben gehad om een grootschalig offensief op poten te zetten. Dat was echter enkele maanden geleden. Ondertussen hebben de westerse bondgenoten van Oekraïne al verschillende ladingen munitie en afstandswapens beloofd (en geleverd).

"Naast munitie laten ook de leveringen van gesofisticeerd wapentuig op zich wachten. Voor een grote tegenaanval rekent het Oekraïense leger op ongeveer 200 tot 300 Leopard II-tanks. Die levering, dat vraagt tijd. We weten niet hoeveel van die tanks er al effectief in Oekraïne zijn aangekomen, maar mogelijk duurt dat wel nog even." 

"Maar er is nog een derde, niet onbelangrijke aspect", klinkt het bij Balliauw. "En dat is de training van commandanten. De basisbezetting van de voetsoldaten is in orde, maar het trainen van commandanten, dat kost tijd. Zij moeten opgeleid worden voor CAW (combined arms warfare is een techniek waarbij alle aspecten van oorlogsvoering op elkaar afgestemd moeten worden, red.). Die opleiding nam meer tijd in beslag dan Oekraïne aanvankelijk had gehoopt."

Vooral de laatste dagen nam de zenuwachtigheid rond de start van dat zomeroffensief toe aan het front. Zeker omdat het er, na maanden zware gevechten rond de Oekraïense stad Bachmoet, erg stil was. Op zo goed als geen enkele plaats aan het front vonden er grootschalige acties plaats.

Het Oekraïense leger en president Zelenski stuurden de voorbije dagen wel de boodschap de wereld in dat ze klaar zijn voor de aanval. Maar er zou niet gecommuniceerd worden over wanneer die precies zou starten.