Hoe kan je voorkomen dat je niet rondkomt op je oude dag? 5 dingen die je wil weten over je pensioen

Hoe kan je voorkomen dat je niet rondkomt op je oude dag? Acht op de tien gepensioneerden kunnen met hun wettelijk pensioen de rusthuisfactuur niet betalen. Dat is veel, heel veel. Maar kunnen we daar iets aan doen? Een belangrijk principe: probeer je (lang op voorhand) voor te bereiden. Journalisten Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet geven vijf tips om dat te doen. 

VRT NWS-journalist Michaël Van Droogenbroeck en Knack-redacteur Ewald Pironet schreven een boek "Investeren in de derde helft van je leven", dat gisteren verschenen is.

1. Bereken je pensioen

De wettelijke pensioenleeftijd in ons land ligt op 65 jaar. Tegen 2025 wordt dat 66 jaar en tegen 2030 zullen we moeten werken tot de leeftijd van 67 jaar. Je kunt je dus maar beter voorbereiden op je oude dag.

“De belangrijkste en eerste vraag die je jezelf moet stellen is: hoeveel zal mijn pensioen bedragen?", zegt Van Droogenbroeck. Je vindt een indicatie van je pensioengeld op de website van de pensioendienst.

2. Bereken hoeveel je nodig hebt om hetzelfde leven te leiden

Tweede vraag die je voor jezelf moet beantwoorden: Hoeveel moet ik bijeen sparen om na mijn pensioen dezelfde levensstandaard te kunnen aanhouden?

“Natuurlijk weet je niet hoeveel geld je precies nog nodig zal hebben in je leven. Niemand weet namelijk hoe lang hij zal leven. Maar je kunt je wel baseren op de gemiddelde levensverwachting. En eigenlijk ga je beter ook uit van het scenario dat je 100 jaar wordt.”

"De vuistregel is dat je op je pensioendatum acht keer je jaarsalaris moet hebben gespaard", zegt Pironet. "Of dat je 85 keer je nettomaandloon opzij moet hebben staan om tijdens je pensioen hetzelfde leventje te kunnen blijven leiden."

Veel hangt af ook van de levensstandaard die je gewoon bent, maar een vuistregel is dat je op je 65ste acht keer je jaarsalaris moet hebben bijeen gespaard

Wat zit er dan allemaal in die som? “Dat bedrag is inclusief het geld van je aanvullend pensioen, je pensioensparen en alle mogelijke andere spaar- en beleggingsvormen", zegt Pironet. "Denk aan het geld op je spaarboekje, je aandelen, beleggingsfondsen, enzovoort.” 

Mag je er ook de waarde van je huis bijtellen? “Neen, tenzij je je huis verkoopt natuurlijk. Ook juwelen, auto’s, schilderijen en andere bezittingen mag je niet meetellen voor je spaarpot.”

3. Spaar geld terwijl je nog werkt

Bouw een spaarpotje op, dat is het derde advies van Michaël en Ewald. “Er zijn verschillende mogelijkheden. Je kan uiteraard beleggen, maar een heel goede manier van sparen blijft het aanvullend pensioen. Dat is een pensioenplan via je werkgever. Die zogenaamde ‘groepsverzekering’ blijft een fiscaal voordelige manier van je werkgever om je te verlonen. Voor wie er geen aanspraak op kan maken, bestaat er nog altijd het individueel pensioensparen. In dat geval spaar je dus zelf het geld bijeen.”

Bijna 4 miljoen Belgen doen aan pensioensparen, naar schatting 800.000 landgenoten aan langetermijnsparen. “Op het eerste gezicht lijken langetermijnsparen en pensioensparen goed op elkaar, maar er zijn belangrijke verschillen", zegt Pironet.

  • "Bij het langetermijnsparen is het bedrag dat je fiscaal voordelig kunt sparen afhankelijk van je netto belastbaar beroepsinkomen. Het fiscaal voordeel bedraagt 30%, op de stortingen van dat jaar.” 
  • “Bij pensioensparen heb je twee keuzes", gaat hij verder. "Ofwel stort je maximaal 990 euro en dan krijg je een belastingvermindering van 30 procent. Ofwel stort je tussen de 990 euro en de 1270 euro en dan bedraagt je fiscaal voordeel 25 procent of maximaal 317,5 euro.”

4. Neem een flexi-job

Bijverdienen na je pensioen mag. Als je je tenminste aan enkele voorwaarden houdt.

“Ofwel heb je de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar bereikt. Of je bent met pensioen na een carrière van minstens 45 jaar", zegt Van Droogenbroeck. "In beide gevallen mag je zelfs onbeperkt bijverdienen, bovenop je maandelijks wettelijk pensioen. En dat geldt trouwens ook voor wie nog niet de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, maar wel al een overgangsuitkering ontvangt." (Zo'n overgangsuitkering is een tijdelijke uitkering voor de langstlevende huwelijkspartner die nog niet aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet om een overlevingspensioen te ontvangen.)

Steeds meer gepensioneerden doen aan flexi-jobben, vaak uit noodzaak. En door het tekort aan leerkrachten worden ook meer een meer gepensioneerde leerkrachten verzocht om terug voor de klas te gaan staan. "Wil je graag onder de mensen blijven komen en doe je graag aan vrijwilligerswerk? Ook voor dat werk heb je recht op een vrijwilligersvergoeding", zegt Pironet.

5. Geniet van de voordelen van je pensioen

Van Droogenbroeck en Pironet horen verhalen over gepensioneerden die niet rondkomen wel vaker. "Toch willen we met dit boek ook een positieve boodschap brengen, want er zijn misschien meer mogelijkheden dan je denkt", zeggen ze.

Waarom bijvoorbeeld niet gaan overwinteren in het buitenland op een plek waar het goedkoper leven is? "Of verkoop je huis, en ga kleiner wonen. Je hebt plots ook zoveel mogelijkheden en zoveel meer tijd. Volg een cursus, sluit je aan bij vereniging... Je kunt nu ook tijdens het laagseizoen op reis, wat veel scheelt. En geniet van de financiële uitstapvoordelen: de kortingen in musea, bioscopen, vakantieparken en pretparken", besluit Pironet.

Meest gelezen