Overlevingskansen na kanker stijgen sneller: 7 op de 10 nog in leven na 3 jaar
Kankerpatiënten zien hun overlevingskansen sneller verbeteren dan vroeger. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Stichting Kankerregister in ons land. Drie jaar na de diagnose is 71 procent van alle kankerpatiënten nog in leven. Longkanker eist van alle kankers nog altijd de meeste mensenlevens, maar de overlevingskansen zijn daar ook wel het stérkst gestegen. Drie jaar later is 29 procent van de longkankerpatiënten nog in leven.
De Stichting Kankerregister heeft een nieuwe publicatie klaar met de meest recente cijfers over kankerdiagnoses, sterfte door kanker, en overleving na kanker. De cijfers brengen voor de verschillende soorten kanker de evoluties in België in kaart tussen 2004 en 2017.
Betere overleving
De belangrijkste conclusie is dat de overlevingskansen na kanker nu sneller stijgen dan vroeger. Van wie in 2016 een kankerdiagnose kreeg, is drie jaar later 71 procent in leven. In 2013 was dat nog 69 procent, en in 2004 maar 67 procent. Dat betekent dat de overlevingscijfers voor alle kankers samen de laatste jaren gemiddeld drie keer zo snel zijn gestegen als vroeger.
"Om te beginnen worden kankers nu vaak sneller ontdekt", zegt Nancy Van Damme van de Stichting Kankerregister. "Dat is enerzijds te danken aan betere beeldvormingstechnieken, waardoor kankers soms ook toevallig worden vastgesteld, zoals bijvoorbeeld nierkanker. Anderzijds speelt ook het effect van de screeningsprogramma's, bijvoorbeeld om darmkanker sneller op te sporen."
Kankers worden nu vaak sneller ontdekt, en ze worden ook doeltreffender behandeld.
"Maar we zien ook betere overlevingscijfers voor verder gevorderde kankers", legt Van Damme uit. "En dat heeft alles te maken met nieuwe en doeltreffender behandelingen, zoals bijvoorbeeld immuuntherapie." Immuuntherapie is erop gericht het afweersysteem te stimuleren om kankercellen aan te vallen en op te ruimen.
Grootste winst
Van alle kankers maakt longkanker nog altijd de meeste slachtoffers. Van wie in 2016 een diagnose kreeg, is drie jaar later 29 procent in leven. "Dat is geen hoog cijfer, maar in de overlevingskansen na longkanker is wel de grootste winst geboekt", weet Nancy Van Damme. Want van wie in 2004 longkanker kreeg, was drie jaar later maar 19 procent in leven.
"De diagnose van longkanker is sterk verbeterd", zegt dokter Ingel Demedts, longkankerspecialist van het AZ Delta in Roeselare. "Vroeger werden alle longtumoren bij wijze van spreken op een hoopje gegooid; nu kunnen we goed verschillende soorten longtumoren onderscheiden. En parallel daarmee is voor specifieke longtumoren doelgerichte therapie ontwikkeld: medicatie eigenlijk die de groei van de tumor afremt of stopt."
De diagnose en, parallel daarmee, de behandeling van longkanker zijn duidelijk verbeterd.
"Voor uitgezaaide longkankers maakt immuuntherapie nu opgang: we stimuleren dus het afweersysteem om zelf de kankercellen op te ruimen", vertelt dokter Demedts. "En dat geeft voor een aantal patiënten zeer goede resultaten: waar ze vroeger met chemotherapie binnen het jaar hervielen, zijn ze nu met immuuntherapie vaak jaren goed om de kanker te bedwingen."
Beluister hier het verhaal van Geert De Rudder, die een vergevorderde longkanker heeft overleefd
Sterke geslacht
Vrouwen zijn het sterke geslacht, ook als het om kanker gaat: ze overleven méér dan mannen. Van alle vrouwen met kanker is drie jaar na de diagnose nog 75 procent in leven; bij de mannen is dat maar 67 procent. "Vrouwen krijgen voor een deel te maken met andere kankers", weet Nancy Van Damme van de Stichting Kankerregister.
"Borstkanker komt het meest voor bij vrouwen. En net die kanker scoort hoge overlevingscijfers: drie jaar na de diagnose is 94 procent nog in leven. Daar komt nog bij dat kankers bij vrouwen vaak in een vroeger stadium worden ontdekt, wat ook de overlevingskansen verhoogt. En vrouwen met kanker reageren wellicht beter op sommige behandelingen."
Borstkanker komt het meest voor bij vrouwen. En net die kanker scoort hoge overlevingscijfers.
Het verschil in overleving is nog groter bij longkanker. Van de vrouwen met longkanker is drie jaar later nog 36 procent in leven; bij de mannen is dat maar 26 procent. "Mogelijk komen bij vrouwen meer longtumoren voor die gevoelig zijn voor doelgerichte therapie", denkt dokter Demedts. "En vrouwen met longkanker hebben vaker niét gerookt: ze kampen daardoor wellicht minder met andere gezondheidsproblemen die hun overlevingskansen verminderen."
De overlevingscijfers die hierboven vermeld worden, zijn gemiddelden. Want de overlevingskansen van individuele patiënten hangen af van een heleboel factoren. Om welke specifieke kanker gaat het bijvoorbeeld? Waar zit de tumor precies? Hoe ver is de ziekte gevorderd? En hoe oud is de patiënt? Het zijn maar enkele omstandigheden die het verloop van kanker kunnen beïnvloeden.
Bekijk hier het verslag uit "Het Journaal":
