BELGA

Er schort veel aan onze kennis van de fietsregels

Zowel fietsers als autobestuurders kennen de verkeersregels rond fietsen niet zo goed. Vooral bij jongeren is de kennis slecht. Dat blijkt uit een test van mobiliteitsorganisatie VAB. Een verklaring voor de slechte scores is onder meer dat de verkeersregels door recente aanpassingen in de wegcode voor iedereen steeds complexer worden. Jongeren bereiden zich dan weer niet voldoende voor op het theoretische examen.

VAB voerde een online fietstest uit met 25 vragen over verkeersregels voor de fietsers zelf, maar ook over regels die autobestuurders t.o.v. fietsers in acht moeten nemen. Opvallend is dat slechts een kwart van de deelnemers een score van 20 of meer op 25 haalt en dus volgens de regels van het theorie-examen geslaagd is. De laagste scores zijn bij de 18 tot 25-jarigen te vinden: 14 procent legde de test succesvol af.

Franky Verdickt

VAB wijst in dat verband op het slaagpercentage van het theoretische examen: dat daalt al jaren systematisch. Sinds 2016 werd een aantal wijzigingen doorgevoerd waardoor het examen veel beter de werkelijke kennis van de verkeerscode test. Jongeren bereiden zich blijkbaar niet goed genoeg voor op het theoretische examen en de studiemethodes zitten niet goed, zegt VAB. Er blijft te weinig van de theorie hangen en jongeren hebben moeite om de kennis om te zetten in de praktijk. 

Multimodale ‘mixers’

Jongeren beginnen ook steeds later aan de rijopleiding, en dan vooral studenten in het hoger onderwijs. Ze wonen en/of studeren vaak in het centrum van een grote stad en zijn daardoor multimodale ‘mixers’, ze combineren verschillende vervoermiddelen. Dat maakt het moeilijker omdat hun rol in het verkeer en de verkeersregels van die verschillende vervoermiddelen anders zijn. 

Ouders die hun kinderen willen begeleiden bij het leren autorijden, zouden de verkeersregels ook regelmatig moeten opfrissen
VAB

VAB pleit voor het heropstarten van de opleiding voor vrije begeleiders, die op dit moment stopgezet werd. Ouders die hun kinderen willen begeleiden bij het leren autorijden, zouden de verkeersregels ook regelmatig moeten opfrissen. Een tweede winstpunt ziet de organisatie in het verlagen van de drempel naar de theorieopleiding door die ook digitaal aan te bieden in de vorm van ‘webinars’.

Tegen deze fietsregels maken we de meeste fouten

Onder meer deze regels kennen we niet voldoende.

Sinds 31 mei 2019 moeten autobestuurders buiten de bebouwde kom anderhalve meter afstand houden tot fietsers en voetgangers die ze voorbijrijden. Vroeger was dat één meter. Op deze vraag scoren jongeren overigens wél goed. Een mogelijke verklaring is dat het een recente aanpassing is. Jammer genoeg is het vooral de actieve beroepsbevolking, die ook het vaakst met de wagen rijdt, die het slechtst scoort.

Op wegen met een maximale toegelaten snelheid van 50 kilometer/uur mogen bestuurders van een speedpedelec kiezen of ze de rijbaan of het fietspad gebruiken, tenzij een onderbord hen dat expliciet verbiedt of verplicht. Slechts 32% van de deelnemers aan de fietstest is hiervan op de hoogte en daarmee is het één van de minste gekende fietsregels.

Hoewel 94% van de deelnemers van de fietstest weet dat je in een fietsstraat als automobilist geen fietsers mag inhalen, is het concept van de fietszone slechts door 1 op 2 gekend. Een fietszone is een fietsvriendelijk gebied dat bestaat uit een netwerk van aaneengesloten fietsstraten. De meeste deelnemers dachten dat je enkel niet mag inhalen als het wegdek roodgekleurd is, een veel voorkomend gebruik bij fietsstraten, maar niet verplicht.

Een doorlopend fietspad

Op een doorlopend fietspad (te herkennen aan de twee parallelle onderbroken witte strepen), hebben fietsers altijd voorrang, zelfs als ze niet van rechts komen. Bestuurders die een fietspad dwarsen, moeten voorrang geven aan de fietsers die het fietspad volgen. De automobilist die van rechts komt, moet de fietser dus voorlaten. Vooral jongeren, die net gestudeerd hebben voor het theorie-examen, zijn op de hoogte van deze regel. De groep die het vaakst fouten maakt tegen deze regel zijn de 56-65-jarigen. Dit kan leiden tot zeer gevaarlijke situaties.

Autobestuurders moeten een oversteekplaats voor fietsers altijd met de nodige voorzichtigheid naderen, maar een fietser heeft er geen voorrang, ook niet als zij of hij aanstalten maakt om over te steken. Dat is dus anders dan bij een oversteekplaats voor voetgangers. Een fietser heeft wel voorrang als hij al op de oversteekplaats voor fietsers rijdt.

Fietsoversteekplaats (c) Fietsersbond afdeling Temse

Binnen de bebouwde kom mogen fietsers op de rijbaan naast elkaar rijden, behalve wanneer het kruisen met tegenliggers hierdoor onmogelijk wordt. Ze mogen nooit met meer dan twee naast elkaar rijden. Dit principe geldt ook buiten de bebouwde kom, maar daar komt nog een extra regel bij: fietsers moeten achter elkaar gaan rijden als er achteraan een voertuig nadert. Opvallend is dat vooral jongeren niet op de hoogte zijn van deze verkeersregels.

Meest gelezen